Frankrijk. Economische stagnatie en politieke instabiliteit

Door Leila Messaoudi, Gauche Révolutionnaire (Frankrijk)

Montebourg en Hollande
Montebourg en Hollande

De aanhoudende politieke en economische crisis heeft de regering van president Hollande in Frankrijk onder druk gezet. Hollande zag zich verplicht om de regering te herschikken. Dit zou verregaande gevolgen kunnen hebben, zowel in Frankrijk als de rest van Europa.

Er is ongenoegen in de Parti Socialiste zelf en onder de bondgenoten die zich van de regering beginnen te distantiëren. De rechterzijde, en vooral het extreemrechtse Front National van Marine Le Pen, dringt aan op nieuwe verkiezingen voor zowel het parlement als de president. De rechterzijde wil geen nieuwe door rechts gedomineerd parlement en regering die samen moet regeren met een zwakke PS-president.

De afgelopen week werden drie ‘linkse’ ministers (die in feite geen enkele bedreiging voor de regering vormden) uit de regering gezet. Onder hen ook Arnaud Montebourg. Om de ware aard van de regering van Hollande aan te tonen werd Montebourg als minister van economie vervangen door Emmanuel Macron, een voormalige investeringsbankier van Rotschild.

De regeringsherschikking zal op dit ogenblik wellicht nog niet leiden tot een splitsing in de Parti Socialiste met de vorming van een nieuwe linkerzijde buiten de PS. Momenteel lijkt Montebourg eerder zijn zinnen gezet te hebben op de functie van Hollande als partijleider en kandidaat voor de volgende presidentsverkiezingen in 2017. Het Front de Gauche veroordeelt de nieuwe regering maar reageert traag op de mogelijkheid om een nieuwe opmars te kennen als socialistische oppositie tegenover de regering.

Achtergrond

De Franse regering zit al zes maanden in een instabiele positie. De regering staat politiek erg zwak, zeker na de erg magere resultaten in de lokale en Europese verkiezingen. De PS en de Franse president Hollande staan onder druk. Minder dan 20% van de bevolking steunt de president en de regering. Zelfs Manuel Valls, die op 31 maart pas premier werd, verloor volgens de laatste peiling zeven procentpunten. Hij volgt de aanhoudende neergang van de populariteit van Hollande sinds hij twee jaar geleden tot president werd verkozen.

Hollande werd vooral verkozen om van Sarkozy af te zijn en niet zozeer op basis van zijn eigen economisch en sociaal programma. Gedurende een jaar voerde hij een beleid van besparingen en belastingverlagingen voor de grote bedrijven. Dit beleid werd in de verkiezingen afgestraft.

Economisch is Frankrijk er niet goed aan toe. De werkloosheid staat op recordhoogte en blijft boven de 10%. Sinds Hollande in mei 2012 als president werd verkozen, kwamen er 500.000 werklozen in het land bij en is het totaal opgelopen tot 3.424.000. De regering beloofde nieuwe groei, maar daar kwam niets van in huis.

Crisis versnelt

De slechte positie van de Europese economie heft de politieke crisis in de Franse regering versneld. Het gebrek aan groei en de aanhoudende deflatie zorgen voor een moeilijke situatie voor de regering en de bazen. Zij zullen de arbeidersklasse en jongeren nog meer moeten confronteren om hun winsten in stand te houden en hun greep op de macht te behouden.

Een aantal burgerlijke economen geeft kritiek op het besparingsbeleid als manier om de economie terug op gang te krijgen. Maar in Frankrijk dringen de grote patroons en multinationals op zo’n besparingsbeleid aan. Voor hen is het zowel economisch als ideologisch belangrijk. De vorige rechtse president Sarkozy maakte daar veel lawaai over, maar raakte niet ver in het effectief doorvoeren van besparingsmaatregelen.

Hollande en Valls moesten dan maar het vuile werk opknappen. Ze kondigden een nieuwe reeks ‘hervormingen’ aan om ontslag gemakkelijker te maken en de flexibiliteit op de arbeidsmarkt op te voeren met verschillende vormen van arbeidsovereenkomsten. Dit werd op het begin van de zomer al in gang gezet en werd nu geconcretiseerd met een wet die het ‘Verantwoordelijkheidspact’ wordt genoemd.

Eerder stelde Hollande zich voor als iemand die een synthese zou maken van zowel besparingen als het herlanceren van de groei door de bevolking een deel van de koek te geven. De aanwezigheid van de ‘linkse’ Montebourg en de neoliberale Valls in dezelfde regering was een uitdrukking van die doelstelling. Het was evenwel slechts een imago dat louter diende om verkozen te geraken en een onderscheid te maken met Sarkozy en diens rechtse UMP. Door voor Valls als premier te kiezen, opteert Hollande duidelijk voor de grote bedrijven zoals L’Oréal, Total en anderen die hun winsten op peil willen houden.

Montebourg zelf stelt zich min of meer voor als een neo-Keynesiaan. Maar als minister aarzelde hij niet om de kant van de grote bedrijven te kiezen. Onder zijn bewind werden Peugeot Aulnay en Good-Year Amiens gesloten. Een jaar geleden was hij de centrale gast op de zomerschool van de MEDEF, de Franse patroonsfederatie.

Verdeelheid in de regering en politieke crisis

De verdeeldheid tussen Valls en Montebourg werd zowel gezien als een economisch meningsverschil als een interne strijd binnen de PS. Hollande is sterk verzwakt nadat hij 20 jaar de PS heeft geleid vooraleer hij president werd. Binnen de PS en zeker bij een aantal parlementsleden zijn er meningsverschillen met de regering. De PS leidt een hele reeks lokale en regionale autoriteiten en is meer een verkiezingsmachine dan een partij. Velen die nu verkozen zijn, weten dat ze de volgende keer niet zullen verkozen geraken en dus is het mogelijk om zich meer openlijk tegen de regering uit te spreken. Totnutoe kwam het ongenoegen vooral tot uiting in onthoudingen in het parlement rond thema’s als de begroting. Zo’n onthouding zorgde ervoor dat de regering de meerderheid niet verloor terwijl tegelijk niet voor het beleid werd gestemd.

De komende weken zal duidelijk worden hoe ver de crisis in de PS gaat. Tegelijk kent echter ook de rechtse UMP een crisis met een mogelijke comeback van Sarkozy. De Franse arbeiders en jongeren bekijken deze discussie vanop afstand. Bredere lagen van de bevolking bekijken hen louter als politici die enkel bezig zijn met hun eigen positie.

Linkse figuren in de PS geven nu allemaal kritiek op Hollande en spreken over de komende verkiezingen van 2017. Maar de arbeiders en jongeren kunnen geen twee jaar wachten om de harde aanvallen te stoppen. In de zomer waren er geïsoleerde stakingen rond arbeidsvoorwaarden, tegen sluitingen en afdankingen.

De leiding van de belangrijkste vakbondsfederaties in het land, vooral de CGT, kijkt toe. Ze proberen hun centrale verantwoordelijkheid voor de verdediging van de arbeidersbelangen te vermijden. Maar de situatie zal ongetwijfeld erger worden, wat zal leiden tot strijdbewegingen. De Franse elite en de kapitalisten zijn daar erg bang van.

De CGT-leiding heeft een actiedag in oktober aangekondigd, maar het is nog niet duidelijk of er effectief campagne voor zal gevoerd worden. Een oproep voor een echte gezamenlijke stakingsdag in alle sectoren tegen het beleid van de regering en de grote bedrijven zou nu op de agenda moeten staan.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie