Geen indexsprong of gepruts aan de index, maar herstel van de volledige index!

indexhandenafIn het kader van de regeringsvorming wordt een oud patronaal voorstel opnieuw op tafel gelegd. De neoliberale partijen dromen al langer van een indexsprong, minstens een aanpassing van de index maar liever nog een volledige afschaffing ervan. Dat zou de concurrentiepositie van de bedrijven verbeteren, zeggen ze. Een aanslag op onze koopkracht en levensstandaard proberen ze op die manier als iets positief voor te stellen. Van de periode van beperkte prijsstijgingen vandaag willen ze gebruik maken om de index aan te pakken. Een antwoord op enkele argumenten.

Indexering is geen verhoging van de lonen

Er wordt al eens gezegd dat de lonen in ons land sneller dan in de buurlanden stijgen omwille van de index, de automatische aanpassing van de lonen aan de stijgende prijzen. Nochtans omvat het principe van de index geen stijging van de reële lonen, het gaat slechts om een aanpassing van de lonen aan de stijgende prijzen. Enkel de relatieve lonen stijgen, de reële lonen blijven gelijk. Dat is net het opzet van het principe.

De afgelopen jaren hebben we bovenop de indexaanpassingen van de lonen in ons land overigens zo goed als geen verhogingen gekend. De reële lonen stegen in de periode 2009-2013 in ons land, maar volgens het Europees Vakbondsinstituut was dit met amper 0,0901%. Moest een topmanager zijn bonus met zo’n percentage zien toenemen, hij zou steen en been klagen. Moest een bedrijf de winstmarge met zo’n percentage zien stijgen, er wordt direct een sociaal bloedbad aangericht. Maar voor onze lonen is een stijging met 0,0901% dus onaanvaardbaar als we de neoliberale politici mogen geloven.

Een indexsprong doet wel degelijk pijn voor de werkenden

Economen van het neoliberale slag beweren graag dat we een indexsprong amper zouden voelen. Het doet even pijn, maar levert op langere tijd extra jobs op. Enkele jaren geleden stelden de neoliberale economen Ivan Van de Cloot en Joep Konings dat een indexsprong op lange termijn tot 10.000 nieuwe jobs zou opleveren. “Loonmatiging levert meer jobs op dan ze vernietigt”, stelde Konings.

Dat er in alle buurlanden over dezelfde maatregelen wordt gediscussieerd, maakt dat het effect op de concurrentiepositie teniet wordt gedaan en er enkel een neerwaartse spiraal overblijft. Deze spiraal zorgt ervoor dat de koopkracht afneemt en er bijgevolg ook minder gemakkelijk een afzetmarkt wordt gevonden voor het geproduceerde.

Het is overigens opmerkelijk dat de managers de term ‘concurrentie’ voor ons anders zien dan voor zichzelf. Voor zichzelf kijken ze naar de hoogste lonen en bonussen van collega’s in de buurlanden, voor ons kijken ze naar de laagste lonen. Voor ons denken ze aan een neerwaartse spiraal, voor zichzelf aan een opwaartse spiraal. Om dan op topbijeenkomsten te moeten vaststellen dat ongelijkheid echt wel een probleem is.

De publieke opinie is tegen een indexsprong

De rechtse regering die gevormd wordt, meent het standpunt van de publieke opinie te vertegenwoordigen. Het is evenwel niet omdat rechtse formaties in het kader van de politieke eenheidsworst bij verkiezingen hoge scores halen, dat dit automatisch betekent dat alle voorstellen van die partijen ook gedeeld worden.

Rond de index was er in 2012 een opiniepeiling in ons land. Ook toen was er al een uitgebreide propagandacampagne tegen de index geweest, maar toch stelde 56% van de bevolking dat de index behouden moet blijven zoals ze is. Amper 13% was voor de afschaffing ervan. Indien er dan toch aan de index geraakt werd, stelde 47% dat de index voor de laagste lonen zeker behouden moest worden.

Index is nu al ondermijnd

Diegenen die vandaag voorstellen om aan de index te prutsen, doen dit niet om het stelsel beter af te stemmen op de reële prijsstijgingen met een betere afweging van verschillende producten en diensten (zo zijn huisvesting, water, elektriciteit, gas vandaag slechts goed voor een gewicht van 16%), maar wel om onze koopkracht naar beneden te trekken.

De index is al ondermijnd. Zo vormde de invoering van de gezondheidsindex in 1993 een aanval op de index. Het werd mooi verpakt, wie kan nu tegen gezondheidsmaatregelen zijn? Maar de verpakking diende slechts om een brutale aanval te verdoezelen in de vorm van een aanpassing van de samenstelling van de korf van producten waar rekening mee werd gehouden. Die korf werd nadien nog verschillende keren aangepast, telkens met het doel om een stijging van de index te vermijden.

Voor het volledig herstel van de index

De aanval op onze levensstandaard is algemeen en nooit gezien. Voor alle diensten zullen we meer moeten betalen. In plaats van sociale zekerheid te genieten, evolueren we naar wat Luc Huyse een doe-het-zelfsamenleving noemt. Sociale bescherming wordt vervangen door liefddadigheid en de oproep om uw plan te trekken. Werklozen, sociale huurders, zieken, tijdskredietopnemers,… worden gestigmatiseerd.

De discussie over de index maakt duidelijk dat de aanval zich niet beperkt tot uitkeringstrekkers, maar dat alle werkenden onder vuur liggen. Een collectieve verarming – want dat is wat een indexsprong concreet betekent: een daling van onze reële lonen – is een asociale maatregel die er enkel op gericht is om de zakken van de grote aandeelhouders verder te vullen. Er is nood aan consequent verzet tegen dergelijke voorstellen. Naar aanleiding van de begrotingsdiscussie en het opstarten van de discussie rond een IPA valt het op dat het patronaat en haar politieke vertegenwoordigers klaar staat met haar propagandacampagne. Waar blijft het duidelijke syndicale antwoord daarop?

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie

Reacties zijn gesloten.