Irak. Enkel eengemaakte actie kan sectaire oorlog stoppen

Artikel door Robert Bechert, CWI.

Miljoenen mensen doorheen de wereld waren geschokt door de snelle opmars van de extreme religieuze fundamentalisten van de Islamitische Staat in Irak en Levant (ISIS) die nu de oprichting van een ‘kalifaat’ hebben aangekondigd in de vorm van de ‘Islamitische Staat’.

De meeste ‘verslagen’ uit deze oorlogszone moeten met de nodige omzichtigheid bekeken worden. De sectaire brutaliteiten van ISIS tegenover tegenstanders en andere religies staat buiten twijfel, zelfs de eigen propagandavideo’s van ISIS tonen dit. Ondanks hun oppositie tegen de grote imperialistische machten en populistische afkeer tegenover elementen van het kapitalisme, is ISIS op geen enkele wijze progressief en staat het niet voor het einde van uitbuiting en onderdrukking. De methoden van ISIS omvatten een dictatoriaal optreden dat soms aan fascisme doet denken waarbij al wie hun versie van de islam en hun grote leider, omgedoopt tot Kalif Ibrahim, niet volgt hardhandig wordt aangepakt. ISIS staat voor een zelfde bloedige methode als vorige religieuze fundamentalisten zoals de katholieke kruisvaarders die moslims, joden en orthodoxe christenen afslachtten in hun opmars doorheen het Midden-Oosten in de Middeleeuwen of de strijders in de Dertigjarige Oorlog in Europa in de 17de eeuw.

De snelle opmars van ISIS bedreigt niet enkel diegenen die de heerschappij van deze groep niet aanvaarden of wie een andere religie volgt, het vormt ook een bedreiging voor de westerse imperialistische machten. ISIS dreigt niet alleen de staten op te breken die tot stand kwamen door het Sykes-Picot akkoord uit 1916 tussen Groot-Brittannië en Frankrijk, maar het vormt ook een harde slag voor de neo-conservatieve strategie van Bush en Blair na de aanslagen van 11 september 2011. De positie van het westerse imperialisme in het Midden-Oosten en daarbuiten kan ondermijnd raken.

Het Westen zoekt wanhopig naar een antwoord op ISIS en probeert tegelijk minstens een beperkt propagandavoordeel uit de opmars van ISIS te halen. De Westerse leiders proberen zich voor te doen als de humanitaire verdedigers van de onderdrukten. Daarmee wordt een poging ondernomen om de eigen giftige erfenis van de invasie in Irak in 2003 aan de kant te schuiven.

Dat is evenwel niet mogelijk. De opmars van ISIS is een nederlaag voor het beleid dat voorheen werd gevoerd door de VS en Groot-Brittannië en dat gesteund werd door de grote partijen in beide landen – zowel de Republikeinen als de Democraten in de VS en zowel Labour als de Conservatieven in Groot-Brittannië.

Ten tijde van de invasie in Irak waarschuwden wij dat deze imperialistische interventie zou leiden tot het opbreken van Irak in verschillende rivaliserende etnische en religieuze entiteiten. We stelden dit niet omdat we de dictatuur van Saddam steunden, maar wel omdat de enige progressieve kracht die Saddam kom omverwerpen bestond uit de Irakese arbeiders en armen. We waarschuwden dat Irak bij afwezigheid van zo’n massabeweging die breekt met het kapitalisme en het imperialisme de neiging zou kennen om opgebroken te worden in verschillende etnische of op religie gebaseerde entiteiten onder leiding van nieuwe lokale mini-Saddams.

Dit argument werd destijds door Tony Blair, de propagandist voor de invasie, zonder meer afgedaan als niet correct. Hij probeerde het imperialistische avontuur te rechtvaardigen met het argument dat enkel een militaire interventie de dictatuur van Saddam kon opzijschuiven. De revoluties in Tunesië en Egypte in 2011 toonden aan dat dit argument verkeerd was. In die gevallen was het massale actie die de dictaturen omver wierp. Maar Tony Blair had nooit een probleem met dictators, enkel met dictators die het niet eens met hem waren. Hij werkt vandaag zonder problemen samen met de nieuwe Egyptische would-be dictator Sisi en Blair wordt zelfs betaald voor het advies dat hij geeft.

John McCain op bezoek bij ISIS.
John McCain op bezoek bij ISIS.

Nu probeert Blair het voor te stellen alsof ISIS is kunnen groeien omdat het Westen geen militaire steun gaf aan de oppositie in Syrië. Maar ISIS heeft zich in Irak bewapend door wapens van het Irakese leger te veroveren, wapens die net geleverd zijn door het Westen. Op een bepaald ogenblik keken elementen in het Westen, net zoals in het Midden-Oosten, positief naar ISIS. In juni plaatste ISIS foto’s op het internet van enkele strijders die de rechtse Amerikaanse senator John McCain ontmoetten. Die laatste had het over een “erg emotionele ervaring om deze strijders te ontmoeten.”

De Turkse regering had voorheen de groei van ISIS in Syrië getolereerd en zelfs vrije doorgang over de grenzen toegekend, maar nu voelt het Turkse regime zich bedreigd door de kracht van ISIS die de nauwe banden tussen Ankara en de regionale Koerdische regering in het noorden van Irak bedreigt. Op langere termijn kan dat ook in Turkije zelf gevolgen hebben.

De snelheid van de opmars van ISIS in Irak was het resultaat van het sectaire beleid van de sjiitische kliek rond Maliki. Dat beleid vervreemde de soennieten en de Koerden van het centrale bewind en dit heeft het opbreken van het land versneld.

Het is niet zeker dat de nieuwe Irakese premier Abadi in staat zal zijn om een deel van de soennitische stammen en oppositie van ISIS los te weken. Eerder zochten ze toenadering als reactie op het sectaire beleid van Maliki. Zowel Saoedi-Arabië als Iran, de leidinggevende soennitische en sjiitische machten, verwelkomden Abadi. Maar het is niet duidelijk hoeveel Irakese soennieten in hem een breuk zullen zien met het vorige sectaire sjiitische bewind.

De verschrikkelijke verslagen van hoe ISIS met tegenstanders omgaat, leidt natuurlijk tot een groeiende vraag naar actie om de opmars van ISIS te stoppen. Net zoals bij eerdere oorlogen of de ‘heropbouw’ in zowel Afghanistan als Irak, wordt nergens echt verwacht dat een nieuwe militaire tussenkomst van het westen in Irak de situatie fundamenteel zal veranderen. De westerse heersende klassen zouden liefst vermijden dat ze een groot aantal troepen in Irak moeten inzetten, maar het valt niet uit te sluiten dat er een poging komt om delen van Irak opnieuw in te nemen.

De ineenstorting van het verzet van het Irakese leger tegenover ISIS maakt dat het westerse imperialisme de Koerdische krachten wil versterken, vooral die krachten die met de regionale regering verbonden zijn. Hiermee hopen de westerse imperialistische machten voet aan grond te houden in de regio. Het is niet toevallig dat de Britse regering een van haar meest rechtse figuren, Hadhim Zahawi die toevallig van Koerdische origine is, naar Erbil heeft gestuurd. De Koerdische arbeiders en jongeren mogen geen enkel vertrouwen stellen in ‘hulp’ van figuren die zoals Zahawi in eigen land harde aanvallen uitvoeren op de armen en werkenden.

De Irakese en Koerdische arbeiders mogen geen vertrouwen stellen in de imperialistische machten. Die machten hebben er geen probleem mee om sectaire religieuze regimes zoals dat van Saoedi-Arabië te steunen als het hen uitkomt. De sleutel om de sectaire oorlog te stoppen ligt in de opbouw van een verzet onder de werkende bevolking, een verzet dat de strijd aangaat tegen sectaire aanvallen door krachten als de ISIS of de sjiitische doodseskaders die in en rond Bagdad actief zijn. Tegelijk moet dit verzet opkomen voor het recht van volkeren als de Koerden op zelfbeschikking.

Dit kan enkel gebaseerd zijn op democratisch beheerde, niet-sectaire organen als basis voor een verdediging van de bevolking. Een dergelijk verzet zou ook een oproep doen aan alle soennieten die zich met ISIS verbonden hebben in een poging om zich tegen sectaire sjiitische aanvallen te beschermen. Zonder een dergelijke niet-sectaire benadering is er het gevaar dat een door het westen ondersteunde militaire actie tegen ISIS deze formatie niet verzwakken, maar net zal versterken in bepaalde gebieden.

Maar ook militaire nederlagen voor ISIS zouden niet het einde van de crisis in zowel Irak als Syrië zijn. In beide landen vereist de strijd tegen onderdrukking, dictatuur en armoede de creatie van een arbeidersbeweging. Enkel dergelijke bewegingen kunnen opkomen voor democratische rechten (waaronder volledige vrijheid voor gelovigen en niet-gelovigen), verzet tegen imperialistische interventies en strijd voor regeringen onder leiding van oprechte vertegenwoordigers van de werkende bevolking en de armen, vertegenwoordigers die bereid zijn om te breken met het kapitalistische systeem dat de bevolking van het Midden-Oosten niets te bieden heeft. Dit zou het begin van een socialistische omvorming van de regio vormen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie