Zoals we eerder berichtten, werden naar aanleiding van de protestacties tegen de topbijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie in Hong Kong 14 betogers gerechtelijk vervolgd. 12 van hen gingen in hongerstaking. Op woensdag 11 januari was er een zitting van de rechtbank waarop 11 van de 14 werden vrijgesproken. Ze worden niet langer vervolgd wegens "onwettige samenscholing" tijdens de protestacties.
Laurence Coates
De beschuldigingen tegen 11 van de 14 personen die vervolgd werden wegens "onwettige samenscholing" tijdens de protestacties tegen de WHO-top in Hong Kong, worden ingetrokken.
Dat was het resultaat van een zitting van de rechtbank in Hong Kong op 11 januari. Sympathisanten van de beschuldigde actievoerders reageerden enthousiast op deze uitspraak en maakten duidelijk dat de campagne wordt verdergezet voor de overblijvende drie beschuldigden. Dat zijn drie Zuid-Koreanen die ervan beschuldigd worden een illegale betoging te hebben georganiseerd binnen de veiligheidszone van de WHO-top op 17 december.
De 11 die werden vrijgesproken waren 8 Koreanen, een Japanner, een Taiwanees en een Chinees. Hun vrijspraak is een overwinning voor de campagne die werd opgezet door vakbondsmilitanten in Zuid-Korea en Hong Kong. Die campagne begon internationale steun te krijgen. De campagne stelde dat de rechtszaak een poging was om het disproportioneel politiegeweld tegen de betogers te rechtvaardigen. Op 17 december arresteerde de politie honderden actievoerders en werden er 14 van hen uitgepikt om vervolgd te worden.
De drie overblijvende beschuldigden, Yang Kyung Kyu, Park In Hwan en Yun Il Kwan, stelden in de rechtbank dat ze onschuldig zijn. Twee van hen worden vervolgd wegens "onwettige samenscholing". Dat kan leiden tot een gevangenisstraf tot 5 jaar. De klacht tegen Yang Kyung Kyu werd aangepast tot "niet toegelaten samenscholing", maar op deze inbreuk staat een zelfde maximumstraf.
Yang sprak de sympathisanten toe buiten de rechtbank en stelde: "De rellen waren veroorzaakt door de politie. We zijn woedend omdat de autoriteiten van Hong Kong de klachten niet hebben laten vallen. Het feit dat 11 betogers werden vrijgesproken, toont aan dat de politie een proces voert op politieke basis, in plaats van bewijsmateriaal."
De zwakke basis van het openbaar ministerie werd duidelijk gemaakt bij de klacht tegen Yun Il Kwan, een lid van de Koreaanse Boerenliga. Die gaf toe dat hij met modder gooide naar de agenten, maar wordt er valselijk van beschuldigd een houten plank te hebben gebruikt om een agent te slaan. In plaats van modder, gebruikte de politie een waterkanon, pepperspray en traangas. Er werden zelfs rubberkogels op de betogers afgevuurd.
Zelfs Amnesty International in Hong Kong eist nu een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen en stelt dat het beloofde politie-onderzoek onvoldoende was. Een woordvoerder van deze organisatie stelde de maatregel die de 900 arrestaties tijdens de protestacties mogelijk maakte, een inbreuk vormde op de vrije meningsuiting in Hong Kong. Amnesty deed deze uitspraak nadat bekend werd dat rubberkogels werden gebruikt. Aanvankelijk erkende de politie dit niet, maar nadat foto’s aantoonden dat dit wel het geval was, moesten ze het toegeven. Volgens Litsing Pang, een ooggetuige uit Hong Kong, provoceerde de politie de betogers en werd overtrokken gereageerd met repressie. "Ik hield een spandoek vast toen een agent dit uit mijn handen trok en op de grond smeet. Ik deed nochtans niets", stelde Pang.
