80ste verjaardag van de Teamster stakingen in Minneapolis

teamsterDit jaar is het 80 jaar geleden dat een van de grootste revoltes van de Amerikaanse arbeidersbeweging plaatsvond: de stakingen van de Teamsters in Minneapolis in 1934. De beweging werd geleid door socialisten en vormde het beginpunt van een tijdperk van nooit geziene revoltes van de Amerikaanse arbeidersklasse. Doorheen het decennium dat op de acties volgde, zou de arbeidersbeweging zich vestigen in de Amerikaanse samenleving, wat het leven van miljoenen arbeiders in de daaropvolgende generaties veranderde.

Een dossier door ALAN JONES en TY MOORE, Socialist Alternative. Deze vertaling verscheen eerder in ‘Marxisme Vandaag’

In dit dossier willen we een nieuwe generatie van werkenden en jongeren kennis laten maken met de gebeurtenissen en de lessen van wat in 1934 in Minneapolis gebeurde. We hopen vooral dat de activisten en syndicalisten die personeel uit de lageloonsectoren proberen te organiseren en diegenen die opkomen voor een verhoging van het minimumloon tot 15 dollar per uur dit materiaal zullen bestuderen om de lessen van 1934 ook voor de bewegingen vandaag te gebruiken.

We verwelkomen en maken sterk gebruik van het nieuwe boek ‘Revolutionary Teamsters – The Minneapolis Truckers’ Strikes of 1934’ van de Canadese professor Bryan D. Palmer (Haymarket Press 2014). Dit is wellicht de meest diepgaande studie van de stakingen in 1934 en het vormt een erg waardevolle bijdrage voor zowel de geschiedenis van de arbeidersbeweging als de uitdagingen waar de linkerzijde en de arbeidersbeweging vandaag mee geconfronteerd worden. Tegenover een kapitalistisch systeem in crisis komen we in een periode van strijd en revoltes. Tegen die achtergrond vormen de lessen van 1934 een belangrijke bijdrage.

Waarom we op 1934 terugblikken

Na een decennium van nederlagen en achteruitgang in de jaren 1920 en begin jaren 1930, stonden de vakbonden erg zwak. De georganiseerde arbeidersbeweging werd gedomineerd door conservatieve vakbondsafdelingen die enkel op een specifieke beroepsgroep gericht waren. Deze afdelingen maakten deel uit van de American Federation of Labor (AFL). De slechte situatie werd nog erger door de Grote Depressie die leidde tot massale werkloosheid en een dramatische daling van de lonen. Tegen 1933 zorgde de opgebouwde woede ervoor dat er campagnes waren om de vakbonden terug op de kaart te zetten. Dat lukte niet bepaald goed, de conservatieve vakbondsleiders bleken niet in staat om de arbeiders te verdedigen tegen de politierepressie en de harde aanvallen door de werkgevers en hun huurlingen.

De overwinning van de Teamster staking in Minneapolis in 1934 toonde aan dat de strijdbare methoden van klassenstrijd met een democratische betrokkenheid bij de vakbeweging een machtig gegeven was dat de grote bedrijven en hun bondgenoten in de regering een nederlaag kon toebrengen. Het contrast met het falen van de conservatieve vakbondsleiders was groot. Zij beperkten hun eisen tot de specifieke beroepsgroep die ze vertegenwoordigden in plaats van voor de hele arbeidersklasse op te komen.

“Uiteindelijk vestigde een indrukwekkende mobilisatie van chauffeurs onder leiding van de Amerikaanse trotskisten een militant strijdsyndicalisme in een stad die berucht stond als bastion van patronale willekeur”, schrijft Palmer (vrije vertaling). “De stakingsacties van 1934 gingen veel verder dan een gedeeltelijke strijd van een specifieke sector, het was een explosief arbeidersinitiatief dat de volledige arbeidersbeweging in Minneapolis deed opschrikken, van de geschoolde over de ongeschoolde en werkloze werkenden, mannen en vrouwen, vakbondsleden en niet-vakbondsleden. De stad werd gepolariseerd in tegengestelde kampen op basis van klasse.” (Palmer)

De harde klassenconfrontaties in Minneapolis leidden tot een van de drie grote stakingsoverwinningen van 1934, overigens allemaal geleid door socialisten, die de basis zouden vormen voor de historische opgang van de arbeidersbeweging in de daaropvolgende periode. Naast de chauffeurs in Minneapolis waren er ook de stakingsacties van het automobielpersoneel in Toledo en van de dokwerkers in San Francisco die voor iedereen duidelijk maakten dat indien de arbeiders de massastaking als hun wapen gebruikten, ze kunnen strijden en winnen.

De drie stakingsoverwinningen zetten de deur open voor andere acties. Miljoenen arbeiders in de textiel-, automobiel-, staal-, mijnbouw- en andere sectoren begonnen zich te organiseren en dwongen de erkenning van hun vakbonden af na harde strijd. Tegen 1937 leidde dit tot de opkomst van de machtige vakbondsfederatie Congress of Industrial Organizations (CIO).

De gebeurtenissen van 1934 zijn niet het enige historische ogenblik dat de echte ideeën van het marxisme de basis vormden om met de arbeidersbeweging overwinningen te behalen. Het is geen toeval dat Seattle vandaag de eerste grote stad in het land is waar het minimumloon tot 15 dollar per uur wordt opgetrokken. Zelfs de gevestigde media moeten erkennen dat Socialist Alternative en gemeenteraadslid Kshama Sawant een leidinggevende rol in deze strijd speelden. Hierdoor werd op een jaar tijd de slogan van de fastfood-stakingen omgezet in een realiteit voor 100.000 mensen met lage lonen in Seattle, goed voor een transfer van rijkdom van 3 miljard dollar op 10 jaar tijd.

Het is dringend nodig om te bouwen aan een actieve en georganiseerde socialistische basis als ruggengraat voor de nieuwe opkomende arbeidersbeweging. Deze noodzaak – die vandaag even sterk of zelfs sterker is dan in de jaren 1930 – staat centraal in de studie van de “revolutionaire Teamsters” van 1934 door Palmer. Het boek geeft op bijzonder gedetailleerde wijze aan hoe de marxistische analyses, programma, strategie en organisatie een onmisbare factor vormden om de massabeweging in Minneapolis tot een overwinning te brengen. Andere ideologische stromingen van de arbeidersbeweging slaagden daar niet in.

Palmer schrijft: “De massastaking, en de hoogste uitdrukking ervan in de vorm van de algemene staking, toonden de capaciteit van de Amerikaanse arbeidersbeweging om op strijdbare wijze te mobiliseren, maar het was ook een uitdrukking van het belang van een linkse leiding binnen de vakbonden die erg verschilde van de bureaucratie die vaak de acties van de basis bepaalde in de grote organisaties.”

De tradities van strijdsyndicalisme in Minneapolis gaan terug tot het begin van de 20ste eeuw. De meest toegewijde en gerespecteerde arbeiders in de vakbondsafdeling Teamsters Local 574 – de afdeling die de stakingen leidde – waren principiële socialisten en veteranen van de klassenstrijd. Ze waren in 1928 uit de Communistische Partij gezet omdat ze weigerden Leon Trotski te laten vallen. Ze waren internationalisten die de oorspronkelijke democratische standpunten van de Russische revolutie van 1917 verdedigden, standpunten die nadien door Stalin en zijn aanhangers in de Communistische Partijen werden verlaten. Na hun uitsluiting vormden de aanhangers van de internationale ‘trotskistische’ beweging in de VS de Communist League of America (CLA).

De trotskisten gingen steevast in tegen de bureaucratisering en degeneratie van de Russische revolutie onder Stalin. “Trotski en zijn aanhangers waren de eerste slachtoffers van de brutale machine van terreur en repressie van Stalin in de Sovjetunie”, schrijft Palmer.

Marxistische strategie en tactieken

Palmer bestudeert gedetailleerd het belang van ervaren activisten in 1934, activisten die zich de marxistische analyses van het kapitalisme eigen maakten. Het kwam er niet enkel op aan om de conservatieve opstelling van de vakbondsleiders te beantwoorden met een revolutionaire opstelling en stevige principes. Die elementen waren essentieel, maar ze werden gecombineerd met duidelijke perspectieven, een begrip van de strategie en van de tactieken van de klassenstrijd en de wijze waarop de onmiddellijke eisen van de arbeiders gekoppeld werden aan een bredere strijd tegen het kapitalisme en de dictatuur van de grote bedrijven.

Palmer legt uit: “De trotskisten in Minneapolis (…) toonden een onmiddellijk begrip van hoe ze moesten omgaan met de vele tegenstellingen – politiek en economisch, organisatorisch en ideologisch – die het complexe net van verhoudingen in de lokale klassenstrijd van 1934 bepaalden. Deze organisatorische sterkte was het resultaat van de Communist League of America, wiens leidinggevende leden en kaders de plannen opmaakten voor de opbouw van de vakbond en de strategie van de staking bepaalden en ook doorvoerden in de lente en zomer van 1934. Het zorgde ervoor dat een militante Teamster, die in de strijd bij de trotskisten aansloot, na de overwinning verklaarde: ‘Dit was onmogelijk geweest zonder een gedisciplineerde revolutionaire partij’.” (p. 73)

De leidinggevende figuur in de CLA, James Cannon, speelde een centrale rol in de staking. Hij stelde nadien: “In Minneapolis kwamen de oorspronkelijke strijdbaarheid van de arbeiders en een politiek bewuste leiding samen.”

Ultralinkse kritiek

Kritiek op de leiding van de CLA was er niet alleen in de kapitalistische media die de staking afdeden als een “revolutionaire poging om een Sovjet-socialisme in één stad te vestigen”. Palmer wijst ook op de aanvallen door de stalinistische Communistische Partij die de stakingsleiders afdeden als aanhangers van het “platte reformisme van [gouverneur] Olson, verdedigers van de noodtoestand en misleiders van een instinctief revolutionaire Amerikaanse arbeidersklasse.” (p. 220)

Palmer beantwoordt de ultralinkse aanvallen en wijst erop dat “Cannon en zijn kameraden in Minneapolis enerzijds de noodzaak van militante, vastberaden strijd naar voor brachten en anderzijds een realistische inschatting van de krachtsverhoudingen en de beperkte doelstellingen van de strijd.”

Palmer haalt Cannon zelf aan om een inschatting te maken die ook vandaag nuttig blijft: “De staking werd gezien als een eerste, gedeeltelijke strijd met het doel om de vakbond te vestigen en de bazen te verplichten om deze vakbond te erkennen. De sterke vakbond die uit de strijd voortkwam, zou in staat zijn om de leden te beschermen en om opnieuw te strijden. Deze verwezenlijking is bescheiden. Maar als we een efficiënt onderdeel van de arbeidersbeweging willen vormen, mogen we niet vergeten dat de Amerikaanse arbeidersklasse nog maar pas de weg van de klassenstrijd begin op te gaan.”

Hoe de staking tot een overwinning leidde

Begin 1934 ging de kleine Teamsters Local 574 – met amper 120 leden – over tot een staking tegen de steenkoolbedrijven in Minneapolis. De staking werd geleid door een kleine groep socialisten en de staking verraste de werkgevers. De staking vond plaats tijdens een koude winterperiode en het verstoorde de toevoer van kolen die zo belangrijk waren om bedrijven en huizen te verwarmen. De vakbond werd al gauw erkend door de werkgevers.

De werkgevers van de chauffeurs en de Citizen’s Alliance, een machtige werkgeversfederatie die het in de realiteit voor het zeggen had in Minneapolis, was er echter al lang op uit om alle vakbondsactiviteiten de kop in te drukken. Ze deden er alles aan om de reputatie van Minneapolis als beruchte anti-vakbondsstad hoog te houden.

De Citizen’s Alliance bleef koppig weigeren om met arbeiders te onderhandelen, tenzij op individuele basis. De werkgevers hadden het over een communistische dreiging in Minneapolis en stelden dat de staking een voorbode van een Sovjet-revolutie was. De confrontatie tussen de chauffeurs en hun werkgevers zou bijzonder hard worden.

Toen ze na selectieve stakingsacties in april geen collectief akkoord bekwamen, was er op 12 mei een algemene vergadering van Teamsters Local 574 om in de volledige sector tot stakingsacties over te gaan.

Opbouw van de vakbond

In tegenstelling tot het syndicale model om slechts bepaalde beroepsgroepen te vertegenwoordigen, had Local 574 een benadering om de hele sector te organiseren waarbij duizenden chauffeurs, hulplieden, opzichters en andere arbeiders lid werden. Iedere arbeider die verbonden was met transport was welkom. Met deze benadering was Local 574 tegen mei 1934 uitgegroeid tot een vakbond met meer dan 3000 leden.

De algemene vergadering van 12 mei besloot om te staken rond de eisen van een 40-urenweek, betaling van overuren, loonsverhogingen en veralgemening van het vakbondslidmaatschap in de hele sector.

De massale staking begon op 16 mei en trof zowat ieder bedrijf in de stad, van de supermarkten tot de kruideniers en de bakkers. Geen enkele vrachtwagen of camionette kon zonder toelating van de vakbond rijden. Enkel goederen zoals melk, ijs en andere zaken die de arbeiders nodig hadden, konden verspreid worden. Stakingsleider Farrell Dobbs, die in maart bij de CLA was aangesloten, schreef achteraf dat de staking werd gekenmerkt door “massale militante stakersposten die zowel stoutmoedig als efficiënt waren. Het ontwikkelen en inzetten van vliegende piketten was een uitstekend voorbeeld van de zin voor initiatief aan de basis.”

De belangrijkste tactiek om de stad volledig plat te leggen bestond uit deze vliegende piketten, mobiele stakersposten die in de stad actief waren en via de telefoon vanuit het hoofdkwartier van de staking werden ingezet indien ergens een vrachtwagen werd gesignaleerd. De stakersposten hadden controleposten op de grote wegen, waarbij iedere vrachtwagen die niet door de vakbond was toegelaten meteen werd gestopt.

De enorme voorbereiding voor de staking bleek onder meer uit het feit dat het hoofdkwartier van de staking in staat was om met een ploeg van 120 arbeiders 10.000 mensen per dag van eten te voorzien. Er was een ziekenboeg met twee dokters en drie verpleegsters. Er waren steeds 500 stakers op het hoofdkwartier zodat ze op elk ogenblik overal konden ingezet worden. Het aantal leden van Local 574 steeg tot meer dan 6000.

De echte macht voor de staking lag bij een stakerscomité dat van onderuit was verkozen en uit 100 chauffeurs bestond. Dit comité kwam regelmatig bijeen om de belangrijkste beslissingen te nemen. Ze brachten verslag uit aan massale personeelsvergaderingen waarop de stakers en hun aanhangers werden uitgenodigd. Deze benadering van democratisch syndicalisme en massale deelname, een benadering die vandaag amper voorkomt, vormde de ruggengraat voor de vakbondsmacht in Minneapolis.

De rol van vrouwen

Palmer besteedt een hoofdstuk aan de opmerkelijke rol van het vrouwencomité in de staking. Het aanvankelijke verzet van veel vakbondsleden in de volledig mannelijke sector, werd overkomen. Palmer beschrijft hoe de stakingsleiders overgingen tot een “expliciet, bewust en geslaagde creatie van een georganiseerde groep van arbeidersvrouwen die de mannelijke chauffeurs ondersteunden.”

Stakingsleider Farrell Dobbs legde het belang hiervan uit: “In plaats van hun moraal te laten ondermijnen door de financiële problemen tijdens de staking”, werden vrouwen “in de strijd betrokken zodat ze door hun deelname de syndicale strijd leerden kennen.”

Om de strijd tegen de werkgevers voor te bereiden, werd het dagelijkse blad ‘The Organizer’ uitgegeven door Local 574. Het was het eerste dergelijke vakbondsblad in de Amerikaanse geschiedenis. Dit blad schreef dat het nodig was om vrouwen in de strijd te betrekken “om de kracht van de arbeiders te verdubbelen en om het te versterken met een solidariteit die het anders niet kan hebben.” Local 574 was door de marxistische leiding een van de eerste vakbonden in de jaren 1930, naast de Progressive Miners, die het belang inzagen van de noodzaak om vrouwen te organiseren en hen een cruciaal onderdeel van de stakingsmachine te laten vormen.

De bazen slaan terug

De Citizens Alliance reageerde op de staking met de oproep van een “massale burgerbeweging” om de staking te breken. Ze begonnen de politie uit te breiden om de staking gewelddadig te kunnen opbreken.

De beruchte “Battle of the Deputies Run” eindigde ermee dat 30 agenten naar het ziekenhuis moesten voor verzorging. De Citizens Alliance werd vernederd. Het was een heldhaftige confrontatie tussen arbeiders, politie en de “deputies” uit de beter begoede lagen van de bevolking. Deze strijd werd gefilmd en toen het doorheen het land werd vertoond, kon het op applaus van de arbeiders rekenen. Zij zagen hoe de stakers hun sterke tegenstanders bestreden en de controle over de stad konden behouden.

Het antwoord van de Citizens Alliance was een lastercampagne tegen de “terroristische en communistische” vakbondsafdeling Local 574. De bazen kregen steun uit onverwachte hoek. De conservatieve nationale voorzitter van de Teamsters, Daniel Tobin, haalde naar de leiders van Local 574 uit omdat ze “ongenoegen en rebellie” aanwakkerden.

Na verschillende dagen van onderhandelingen, stemde de vakbond in met een tijdelijke opschorting van de staking. De vakbond werd erkend en de discussie over de lonen en andere thema’s zou in een verzoening worden besproken.

Toen de werkgevers evenwel weigerden om het akkoord na te leven en de vakbondsrechten met de voeten bleven treden, begon Local 574 met de voorbereiding op een nieuwe staking. Begin juli 1934 organiseerde de vakbond de “grootste massameeting uit de geschiedenis van Minneapolis.” Er waren duizenden aanwezigen, waaronder vertegenwoordigers van andere vakbonden, boerenorganisaties, werklozen en linkse organisaties.

De sprekers hadden het over de noodzaak om de volledige arbeidersbeweging en alle werkenden mee te krijgen met Local 574. Deze strijd zou immers ofwel iedereen laten winnen ofwel zou iedereen verliezen. Miles Dunne, een lid van de CLA en een van de eerste stakingsleiders, beantwoordde de lastercampagne van de werkgevers: “Ze beschuldigen ons ervan rood en radicaal te zijn (…) dat we een nieuwe regeringsvorm willen. Ik moet jullie eerlijk zeggen (…) als er een samenlevingsvorm is die de werkgevers van Minneapolis toelaat om zich vol te vreten op de ellende en de honger van vele gewone werkenden, dan is het inderdaad tijd dat het systeem verandert. Dan is het tijd de arbeiders het systeem zelf in handen nemen en zichzelf ten minste een eerlijk deel van de door hen geproduceerde rijkdom toekennen.” De massale bijeenkomst stemde een resolutie die stelde dat “wie aan een van ons raakt, raakt aan ons allen.”

Toen de derde staking begon op 16 juli 1934 gaf Local 574 opnieuw het dagelijkse blad The Organizer uit. Het was een dagblad met een oplage van 10.000 exemplaren. James Cannon was de redacteur ervan. The Organizer weerlegde de propaganda en de leugens van de bazen en de Citizens Alliance. Daarnaast werd de strategie van de vakbond uitgelegd aan arbeiders doorheen Minneapolis.

Noodtoestand

Op 20 juli opende gewapende politie het vuur op de stakers in een poging om de staking gewelddadig te breken. Er vielen 67 gewonden. Twee stakers kwamen om het leven als gevolg van hun verwondingen. De leiders van de Citizens Alliance waren zelfverzekerd dat ze de staking zouden breken. Maar het tegendeel was waar. Het politiegeweld versterkte de solidariteit en de vastberadenheid van de arbeiders. Tienduizenden protesteerden tegen het bloedbad. Tot honderdduizend mensen waren aanwezig op de massale begrafenisstoet van Heny B Ness, een 49-jarige vader van vier kinderen, een oorlogsveteraan en sinds 16 jaar lid van Local 574.

Om de dreiging om de volledige stad te belegeren kracht bij te zetten, riep de Democratische gouverneur Floyd Olson de noodtoestand uit. Hij vroeg de troepen van de Nationale Garde om de staking te breken. Op een massale algemene vergadering besloten de arbeiders om de stakersposten verder te zetten en tegen de gouverneur en de Nationale Garde in te gaan. Olson gaf bevel om de centrale stakingsleiders te arresteren en om het hoofdkwartier van de staking plat te leggen.

De explosie van onrust na de arrestaties toonde de kracht van een democratische massabeweging en van het verkozen stakerscomité. Achter de centrale leiding stonden honderden andere leiders die de strategie en tactieken van de klassenstrijd hadden aangeleerd en in staat waren om de staking verder te zetten. “Wat het leger ook probeerde, de zogenaamd onthoofde staking bleef erg levendig”, schreef Dobbs.

Overwinning

Onder druk van president Roosevelt die bang was van een algemene arbeidersrevolte in Minneapolis die zich verder zou verspreiden, gaf gouverneur Olson toe. Hij riep de troepen terug naar de kazernes, liet de stakingsleiders vrij en gaf het hoofdkwartier van de staking terug vrij.

De werkgevers hielden het nog twee weken vol en werden gesteund door de Citizens Alliance. De staking werd een langdurige strijd, wat bijzonder hard was voor zowel de vakbond als de stakers. De staking eindigde op 21 augustus na een onderhandeld akkoord dat een grote overwinning vormde voor de vakbond. Local 574 kreeg het recht om alle werkenden in de sector te vertegenwoordigen en brak de antivakbondspraktijken van de werkgevers. De Citizens Alliance was gebroken, waarop ook arbeiders uit andere sectoren het vertrouwen hadden om zich te organiseren. Minneapolis veranderde van een ‘werkgeversstad’ in een ‘vakbondsstad’.

Doorheen de Midwest en de rest van het land haalden arbeiders inspiratie uit de beweging in Minneapolis en begonnen ze zich te organiseren. Onder de socialistische leiding zou Local 574 de komende jaren een groot deel van de regionale transportsector organiseren. Het zorgde ervoor dat de Teamsters van een zwakke vakbond met nationaal 75.000 leden in 1934 werd omgevormd tot een bastion van georganiseerde arbeiders met in 1939 reeds 400.000 leden.

De staking van 1934 in Minneapolis was – en is – een model van hoe een sterke strijdbare door de basis gecontroleerde vakbond met een socialistische leiding massale steun kan verwerven en beslissende overwinningen kan afdwingen.


Video
Hieronder een video van een toespraak door een van de Amerikaanse trotskisten die in de staking van 1934 een actieve rol speelde. Het gaat om een toespraak uit 1985 op een meeting van Militant in Londen. Harry overleed in 1992

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie