Interview met André Ferrari (Socialismo Revolucionario, de CWI-sectie in Brazilië)
Met de verkiezing van Lula waren er heel wat verwachtingen bij de arbeiders in Brazilië, maar ook internationaal werd er naar uitgekeken. Wat is de houding vandaag van de massa van de arbeiders tegenover de PT (Arbeiderspartij) en Lula?
Er is nog een meerderheid die met veel verwachtingen zit, ook al is de situatie er niet beter op geworden. Velen denken nog dat Lula niet verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de leefomstandigheden. Ze denken dat dit een gevolg is van het neoliberale beleid van de vorige regering.
Na bijna een jaar dat Lula aan de macht is, is er wel een verschil met de situatie vlak na zijn instelling. Er is bijvoorbeeld veel ongenoegen bij de arbeiders in de openbare sector,rond de aanvallen op de pensioenen en hun looneisen. Door de dreiging van sluiting van verschillende fabrieken, is ook de tolerantie bij een laag van industrie-arbeiders kleiner geworden.Lula helpt immers de bazen bij deze zogenaamde herstructureringen.
Tegen de neoliberale aanvallen op de pensioenen betoogden op zijn hoogtepunt 80.000 ambtenaren. 70% was in staking. Lula probeerde deze maatregel uit te leggen als een strijd tegen de "privileges van bepaalde sectoren". Met onze organisatie voerden we campagne om uit te leggen dat het helemaal niet ging om een "progressieve maatregel". Jammer genoeg werd er geen solidariteit met andere sectoren opgebouwd. Hier speelt ook de rol van het overkoepelende vakbondscongres: de meerderheid van de leiding ondersteunde in essentie de pensioenhervorming. Ze waren enkel in woorden tegen de meeste voorstellen.
Je hebt ook de retoriek van de regering-Lula over de IMF-akkoorden. Volgens Lula "loopt Brazilië een marathon. Als je te snel loopt in het begin, heb je op het einde geen energie meer." In het eerste jaar mocht de regering volgens Lula niet te snel gaan. Een andere metafoor die hij gebruikt is dat Brazilië "een Titanic is, waarvan je de koers niet snel kan veranderen. Er komt een tweede stadium, het eerste jaar zou moeilijk zijn." Hij stelt zelfs dat "Het eerste jaar niet onze regering is". "De PT-regering zal er komen", heet het in de retoriek van Lula.
Veel arbeiders wachten op dat "tweede stadium". Lula ging echter een verkiezingsakkoord aan met het IMF voor zijn verkiezing om een primair surplus van 3,75% van het BBP te handhaven (het primair surplus is het overschot op de begroting voor het betalen van de intresten op de overheidsschuld, nvdr). Ondertussen heeft de regering-Lula dat eigenhandig verhoogd naar 4,25%. Tijdens de eerste helft van 2003, tot in september, liep het primair surplus zelfs op tot meer dan 5% van het BBP.
De prijs daarvoor was onder meer besparingen op het programma van landbouwhervorming. Volgens de MST (de beweging van arme boeren die een herverdeling van de gronden eist, nvdr) zullen er in 2003 maar 5000 families kunnen genieten van een landherverdeling. De belangrijkste eis van de MST is om 1 miljoen families te hersettlen in 4 jaar tijd! In november had de regering, volgens haar eigen cijfers, "15.000 families" hersettelt. Daarnaast zien we nog de tekorten in het onderwijs, de gezondheidszorg,… In het nieuwe akkoord met het IMF van november 2003 werd overigens beloofd door Lula dat hij zou vasthouden aan dat primair surplus van 4,25%.
Recent waren er een aantal nieuwe ontwikkelingen binnen de linkerzijde van de PT. Wat is onze positie in deze discussies?
Sinds het begin van de instelling van de regering-Lula was er kritiek van een aantal parlementairen op de rechtse koers.De PT heeft 90 federale parlementairen. De linkerzijde claimt er hier 30 van. In realiteit stemden echter maar 3 parlementairen tegen de pensioenbesparingen.Er waren 8 onthoudingen. 24 zogenaamde "linksen" stemden voor, met een publieke verklaring. De PT heeft 10.000-en actieve leden. De meeste linkse tendenzen vormen geen echte oppositie. De meerderheid capituleert gewoon voor Lula. Ze plaatsen zich in de positie van "adviseur" voor Lula, ook al voert die een neoliberale politiek in dienst van het IMF.
De officiële positie van Socialistische Democratie (van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale – de SAP in België) was er een van steun aan de pensioenbesparingen. Ze hebben 2 senatoren en 7 federale vertegenwoordigers. Van deze 7 stemden er 5 voor de neoliberale pensioenpolitiek in de 2 rondes. Een ander lid van deze stroming onthielt zich in de eerste ronde en stemde tegen in de tweede ronde. 1 onthielt zich in beide rondes. Senator Helena Heloisa zegde dat ze zou tegenstemmen in de Senaat.
De minister van Socialistische Democratie die in de PT-regering verantwoordelijk is voor de Landbouwhervorming, Miguel Rosetto, verzette zich in publieke verklaringen zowel tegen de politiek van de grootgrondbezitters als tegen de landbezettingen van de MST. Hij geeft zogenaamd geen steun aan 1 van de 2.
Vergelijk de houding van deze parlementairen met de CWI-parlementair in Ierland, Joe Higgins, die principiële steun bleef geven aan strijdbewegingen buiten het parlement en voor zijn socialistische overtuiging zelfs een maand in de gevangenis werd gestoken.
In totaal stemden 3 federale vertegenwoordigers tegen de neoliberale pensioenhervorming. Voor de leiding van de PT was dit voldoende reden om te dreigen met uitsluiting. Er is echter druk van onderuit om de uitsluiting van de "4 radicalen" (met Helena Heloisa erbij) tegen te gaan. Deze linkerzijde wordt gevormd door leden van de linkse tendenzen binnen de PT, maar ook door vakbonden van de openbare sector die zich verzetten tegen de pensioenhervorming. Momenteel voert deze linkerzijde een campagne tegen de uitsluitingen.
Voor een aantal van deze tendenzen en vakbonden is het de bedoeling om een nieuwe partij op te richten. Er is momenteel al 1 gemeenteraadslid uitgesloten in Sao Polo. In deze regio werd ook een poging om een linkse verkiezingskandidaat naar voor te schuiven niet toegelaten door de PT-leiding.
De PT-leiding opent de partij voor carrièristen en opportunisten. Aangezien de PT momenteel de regerende partij is, betekent dat een toestroom van 100.000-en carrièristen. Zo probeert men de linkerzijde op te lossen in het kleinburgerlijke element. Je kan vandaag via het internet lid worden, het is niet meer noodzakelijk om het programma te onderschrijven of om lidgeld te betalen, naar meetings te komen – zoals vroeger bij de PT het geval was. De PT-leiding organiseert vandaag geen meetings meer om de mening van de leden te weten, ze houdt opiniepeilingen bij de leden.
Op 14 november was er een meeting van 300 mensen in Sao Polo met alle linkse tendenzen, waar wij ook een spreker hadden. Het was een samenkomst om te bediscussiëren hoe we zouden reageren tegen de maatregelen die de PT-leiding wil nemen tegen de "radicalen". Het was een belangrijke meeting, onder meer met de aanwezigheid van de 3 federale vertegenwoordigers en Helena Heloisa. Er waren 2 trends. De eerste wilde binnen de PT blijven om die te herwinnen voor een linkse politiek. De andere trend wilde een alternatief uitbouwen, aangezien de uitsluitingen onvermijdelijk zijn.
Helena kan een belangrijk figuur worden in de strijd tegen de politiek van de regering. Ze capituleerde niet en herhaalde dat ze tegen de pensioenhervormingen zou stemmen. "Als ze me uitsluiten , bouw ik een alternatief op, anders vecht ik tegen de leiding", stelde ze.
Ik sprak zelf ook tijdens de meeting. We bekritiseerden de politiek van de regering en verbonden de heksenjacht tegen de linkerzijde met de noodzaak van de PT-leiding om de oppositie het zwijgen op te leggen. Naar buitenuit geeft de regering de indruk "progressief" te zijn. Ze verzette zich tegen de oorlog in Irak, er waren bezoeken aan Afrika en Cuba. Er zijn de relaties met het Venezuela van Chavez. Tegelijkertijd zijn er echter de akkoorden met het IMF, de neoliberale politiek in eigen land.In Bolivië had de Lula steun moeten geven aan de massabeweging. Hij heeft dat niet gedaan. Integendeel, hij heeft de burgerij geholpen om er de burgerlijke democratie te herstellen. Links moet zich voorbereiden op een alternatief. Daar moeten we nu mee beginnen.
Het is natuurlijk een ongelijk proces. Verschillende lagen trekken conclusies op een verschillend moment. Maar een belangrijke laag van linkse vakbondsleiders en linkse activisten in de sociale bewegingen, jongeren, etc. willen iets naast de PT uitbouwen. Er zijn ook al een aantal gemeenteraadsleden en leden van het federale parlement die hieraan zouden willen meewerken. We moeten gevoelig zijn voor de stemming van nog een brede laag van arbeiders en tactisch flexibel blijven tegenover ontwikkelingen binnen de PT. Anderzijds zou uitstel met de uitbouw van een nieuwe partij de meest strijdbare vakbondsactivisten en jongeren kunnen demoraliseren. Met Socialismo Revolucionaro zullen we zeker in Sao Polo centraal betrokken zijn bij nieuwe initiatieven in deze richting.
Ook in Europa waren er de laatste periode nogal wat verwachtingen in de idee van "participatieve democratie" die de PT lokaal op een aantal plaatsen had toegepast. Wat is ons standpunt hiertegenover?
Reële "participatieve democratie" heeft geld nodig. Als je geen geld hebt om over te beslissen, heb je geen echte democratie. In de praktijk betekent participatieve democratie dat de bewegingen en mensen die hieraan deelnemen moeten kiezen tussen verschillende besparingen. Wij zijn voor inspraak, maar dan in alle beslissingen. Ook wat belastingen op de rijken en grote aandeelhouders betreft, het niet betalen van schulden aan de banken, etc. In Sao Polo hebben we de idee van een behoeftenbudget ondersteund naar het voorbeeld van Liverpool in de jaren ’80 (in deze periode controleerde de Militant Tendency, onze toenmalige Engelse zusterorganisatie, de gemeenteraad van Liverpool en mobiliseerde betogingen van 10.000-en arbeiders en jongeren ter ondersteuning van een zogenaamd behoeftenbudget, gericht tegen de regering-Thatcher, nvdr).
In welk soort campagnes is Socialismo Revolucionario actief?
We zijn nog vooral in en rond Sao Paolo actief, waar we een belangrijke rol spelen in de studenten- en jongerenbeweging. Recent voerden we campagne voor het recht op publiek onderwijs, toegang tot de universiteiten,… Onder jongeren groeit er momenteel een beweging voor gratis openbaar vervoer.We hebben een aantal posities binnen de leraarsvakbond. We werken in de vakbond van de postarbeiders en nog een aantal andere sectoren.
We vechten voor een socialistisch alternatief met een massabasis, maar werken ook nog met de basis van de PT die door haar eigen ervaring moet. De taak van de opbouw van een massaal alternatief staat vandaag echter op de agenda.