Pakistan. Militair offensief in Noord-Waziristan. Half miljoen vluchtelingen

Artikel door Khalid Bhatti, Socialist Movement Pakistan

Het Pakistaanse leger is dan uiteindelijk toch overgegaan tot een algemeen militair offensief in Noord-Waziristan, het bastion van de Taliban en van militanten die met Al Qaeda verbonden zijn. Dit is een belangrijke ontwikkeling, zelfs indien er weinig internationale mediabelangstelling voor was aangezien alle aandacht naar Irak ging. De VS en de NAVO dringen al lang op zo’n offensief aan. De VS beschouwde dit gebied als de belangrijkste schuilplaats van de Taliban en als uitvalbasis om de troepen van de NAVO en de VS in Afghanistan aan te vallen.

Het ruwe berggebied in Noord-Waziristan wordt algemeen beschouwd als een van de moeilijkste terreinen om te vechten doorheen de hele wereld. Sommige valleien in het stammengebied zijn niet toegankelijk via wegen en sommige gebieden zijn volledig ontoegankelijk. De militaire autoriteiten hebben een avondklok afgekondigd in het gebied. De Pakistaanse luchtmacht voert luchtaanvallen op het gebied uit. Volgens bronnen van het ministerie van defensie werden al meer dan 400 militanten van verschillende groepen omgebracht. Veel militanten trokken de Afghaanse grens over voor deze operatie begon. Er wordt aangenomen dat de leiding van deze groepen al volledig in Afghanistan zat om het militaire offensief te vermijden.

Een half miljoen mensen zijn het gebied ontvlucht en trekken naar relatief veiliger gebieden in de provincie KPK, de vroegere Noord-Westelijke Grensprovincie. De regering heeft kampen opgericht buiten de stad Bannu. De regering verwacht nog 200.000 extra vluchtelingen in deze kampen. Maar de erg conservatieve en religieuze mensen van Noord-Waziristan zijn niet zomaar bereid om naar deze kampen te gaan. Ze staan op het privacy en isolement, bovendien wordt voor de veiligheid gevreesd. Deze kampen bevinden zich vlakbij Noord-Waziristan en er is angst voor aanslagen. Het ontbreekt in de kampen ook aan basisvoorzieningen zoals water, tenten, toiletten, medische voorzieningen en voldoende voedsel. De meesten die al in de vluchtelingenkampen aankwamen, zijn vrouwen en kinderen. Bovenop alle reeds genoemde problemen hebben veel mensen in de kampen moeite met het warme weer, ze zijn de eerder gematigde temperaturen uit de bergen gewoon. Als de regering er niet in slaagt om de situatie in de kampen onmiddellijk te verbeteren, dan dreigt er een humanitaire ramp.

Er is een scherp klassenverschil. De rijken gaan naar de steden waar ze huizen huren aangezien ze dat kunnen betalen. Ze hebben ook voldoende geld en middelen voor voedsel en andere producten. Maar de armen zijn quasi volledig afhankelijk van regeringssteun. Ze hebben geen geld om een huis te huren of om eten te kopen. Zij hebben het bijzonder moeilijk om te overleven.

Lang geplande actie

Er wordt ondertussen al ongeveer vier jaar gesproken over een militaire operatie tegen de lokale en buitenlandse militanten in Noord-Waziristan. Maar het offensief werd steeds uitgesteld. Een offensief werd als onvermijdelijk gezien omwille van de vele provocatieve terroristische aanslagen die opgeëist worden door de verboden Tehreek-e-Taliban Pakistan (TTP) en zijn buitenlandse bondgenoten.

Er was in het verleden al een beperkte militaire actie in Noord-Waziristan. Maar in september 2006 kwam er een vredesakkoord tussen de regering en de stammen van Utmanzai, waaronder zowel de Wazirs als de Dawars en de militanten onder leiding van Haviz Gul Bahadur. Nadien werd dit vredesakkoord verlengd. Zolang dit akkoord van toepassing was, kwam er geen grote militaire operatie.

Begin dit jaar hield de regering op met het publiek verdedigen van het vredesakkoord. Er werd gesteld dat het vanuit een zwaktepositie was getekend en teveel toegevingen deed aan de militanten. De militanten van hun kant verweten de regering regelmatig dat het akkoord geschonden werd. Ze dreigden meermaals om het akkoord op te zeggen toen er sporadische luchtaanvallen door het leger waren.

Maar het bleef bij dreigementen die vooral dienden om de druk op de regering op te voeren. Als ze het akkoord hadden opgezegd, was het onvermijdelijk tot militaire actie gekomen. Zoals we nu zien, gaat dat gepaard met een enorme menselijke tol.

De afgelopen jaren verloor het vredesakkoord iedere betekenis aangezien buitenlandse militanten van erg diverse afkomst van Noord-Waziristan hun uitvalbasis maakten. Ze gebruikten het gebied om gewelddadige aanslagen uit te voeren in Pakistan maar ook in buurland Afghanistan.

Hafiz Gul Bahadur, die niet bij de Tehreek-e-Taliban Pakistan aansloot ook al werd hij in 2007-2008 de functie van de nummer twee van deze groep aangeboden, komt vaak hulpeloos over en was niet bereid om iets te ondernemen tegen de militanten die van buitenaf kwamen om van Noord-Waziristan hun uitvalbasis te maken.

Amerikaanse druk

De afgelopen jaren was er grote Amerikaanse druk om een militaire operatie in Noord-Waziristan te ondernemen. De VS hebben het vredesakkoord van september 2006 publiekelijk afgekeurd. De voormalige president Pervez Musharraf moest de architect van het akkoord, de luitenant-generaal op rust Ali Mohammad Jan Aurakzai die toen gouverneur was van de provincie NWFP (nadien omgedoopt tot Khyber Pakhtoonkwa, KPK), naar de VS meenemen om aan president George W Bush de details van het akkoord en de mogelijke voordelen ervan uit te leggen.

De VS werden niet overtuigd. Verschillende woordvoerders van de Amerikaanse regering stelden de vredesakkoorden met de militanten openlijk in vraag en gaven er kritiek op. Uiteraard vergelijken ze dit zelf niet met de onderhandelingen die de VS voerden met de Afghaanse Taliban. Recent was er een akkoord om vijf gevangen Taliban-militanten na meer dan 12 jaar gevangenschap op Guantanamo Bay vrij te laten in ruil voor de Amerikaanse soldaat Bowe Bergdahl.

In 2012 stond het Pakistaanse leger dicht bij een inval in Noord-Waziristan om er de militanten aan te pakken. Een premature verklaring van de Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates, die zei dat er spoedig een actie zou komen, zorgde ervoor dat de legerleiding de operatie afblies. Pakistan wilde vermijden dat het overkwam alsof de militaire operatie in opdracht van de VS gebeurde. Er is immers een sterk anti-VS-gevoelen onder de bevolking van het land. Als het offensief was gestart na de aankondiging van de Amerikaanse defensieminister zou het bovendien kracht bijzetten aan het verhaal van de Taliban dat Islamabad meevocht in de Amerikaanse ‘oorlog tegen het terrorisme’.

De plannen voor de militaire operatie in Noord-Waziristan lijken dus al lang te bestaan en ze werden doorheen de jaren geactualiseerd. De terroristische aanslag op de luchthaven van Karachi enkele weken geleden en de afzonderlijke opeisingen door de TTP en de Islamitische Beweging van Oezbekistan (IMU) dwongen de regering om actie te ondernemen. Het geduld van premier Nawaz Sharif raakte op en hij stapte af van zijn beleid om vrede in het land te bekomen doorheen onderhandelingen met de TTP.

Regering heeft haast

De regering was zo gehaast om de operatie ‘Zarb-e-Azb’ (naar de naam van een zwaard van de profeet Mohammed – ‘mag vrede met hem zijn’) te starten dat zelfs niet werd gewacht op het einde van de deadline van 15 dagen die werd gegeven door de gouverneur van KPK, Sardar Mehtab Ahmad Khan en de commandant van Peshawar, luitenant-generaal Khalid Rabbani, aan een 64 leden tellende stammenbijeenkomst (Jirga) in Noord-Waziristan. De Jirga werd gevraagd om de buitenlandse militanten uit Noord-Waziristan te verdrijven en om oude vredesakkoord na te komen.

De leden van de Jirga vroegen de mensen om hun huizen en dorpen niet te verlaten, ze dachten dat er een doorbraak was in de onderhandelingen met de regering en de militanten en dat een militaire operatie kon afgewend worden. Dit heeft de evacuatie naar veiliger plaatsen buiten Noord-Waziristan vertraagd. Vervolgens werd een avondklok ingesteld, werden de wegblokkades opgevoerd, stokte de voedselbevoorrading en kwamen er meer luchtaanvallen.

De federale regering riep de andere partijen of het parlement niet bijeen om in te stemmen met het offensief. Zowat alle partijen, met uitzondering van de islamistische partijen Jamaat-e-Islami, JUI-F en JUI-S, steunen de beslissing. De PTI van Imran Khan sloot zich bij de regeringsbeslissing aan nadat werd geklaagd over het feit dat de partij niet op voorhand was geraadpleegd. De doelwitten van Zarb-e-Azb zijn de TTP, IMU en Al Qaeda omdat die een oorlog tegen Pakistan voeren.

Militanten aangepakt

De luchtaanvallen in de eerste fase van de operatie waren gericht tegen de posities van militanten van de drie groepen en het leger beweert dat meer dan 400 terroristen omkwamen. Zoals steeds kan dat niet geverifieerd worden. Er werd slechts één naam van een IMU-commandant genoemd, Abu Abdur Rahman al-Mani, maar die was niet bepaald een bekende figuur. De IMU wordt geleid door Usman Ghani die Usman Adil verving nadat die door een Amerikaanse drone was vermoord. Usman Adil verving Tahir Yuldashev, de bekendste IMU-leider die eveneens door een drone omkwam.

Verslagen uit Noord-Waziristan geven aan dat de manschappen van Hafiz Gul Bahadur nog niet aangevallen werden en dat die troepen zich verzamelen nabij de Afghaanse grens. Het Haqqani-netwerk werd eveneens gespaard. Dit was de reden waarom de VS terug overging tot aanvallen met drones na een onderbreking van bijna zes maanden. Er werden recent drie aanvallen met drones uitgevoerd tegen vermoedelijke leden van het Haqqani-netwerk.

De VS en Pakistan hebben verschillende prioriteiten in Noord-Waziristan. Het lijkt er op dat de aanvallen met drones niet zo gecoördineerd waren als Islamabad zou willen. De Pakistaanse regering wil immers dat de drones tegen de TTP en de IMU ingezet worden. Ten slotte is ook de Khan Said Sajna groep, een recente afsplitsing van de TTP die schijnbaar niet betrokken is bij de golf van terreuraanslagen, voorlopig nog geen doel bij deze operatie. De strijders van de groep lijken Noord-Waziristan verlaten te hebben.

De Sajna-groep kan in de toekomst vredesonderhandelingen starten met de regering indien die daar opnieuw tot wil overgaan. Het is niet duidelijk of het leger afstand heeft genomen van de aloude politiek om een onderscheid te maken tussen goede Taliban en slechte Taliban. De belangrijkste vraag is of het leger het Haqqani-netwerk zal toelaten om in de toekomst opnieuw van dit gebied gebruik te maken om aanvallen in Afghanistan uit te voeren. De situatie is vandaag nog niet duidelijk en niet te voorspellen.

Gevaar van wraakacties

Bijna niemand betwijfelt of het leger in staat zal zijn om de militanten uit Noord-Waziristan te verdrijven. De echte vraag is echter of ze in staat zullen zijn om de wraakacties in de grote steden van Pakistan naar aanleiding van deze operatie te vermijden. Het antwoord daarop is ongetwijfeld negatief.

De burgerlijke leiding van het land is bezorgd om de vraag hoe ze het leven en de eigendommen van mensen kunnen beschermen met de beschikbare middelen, kennis en mogelijkheden om de orde te bewaren met de veiligheidsdiensten.

De beperkingen van het antwoord op terroristen bleek meermaals de afgelopen jaren, de recente grootschalige aanval op de luchthaven van Karachi was er het meest recente voorbeeld van. Er wordt nu gezegd dat indien incidenten als de aanval op de luchthaven van Karachi niet konden vermeden worden, ondanks alle waarschuwingen en herhaaldelijke berichten van de veiligheidsdiensten, een grootschalige wraakoperatie na de militaire operatie in Noord-Waziristan helemaal niet kan vermeden worden.

Het gevaar van extremisme bevindt zich overal. Zelfs indien de militaire operatie in Noord-Waziristan volledig succesvol is, betekent dit niet dat terrorisme uit het land verdwenen is. De afgelopen jaren werden verschillende militaire operaties opgezet in gebieden als Swat en in de meeste stammengebieden. Telkens werden de militante extremistische activiteiten in deze gebieden sterk aan banden gelegd. Maar de terroristische activiteiten stopten nooit. Het aantal aanslagen werd integendeel opgedreven na iedere militaire interventie.

Volgens documenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn er 60 verboden organisaties, waaronder terroristische groeperingen die in het land actief zijn. Vaak zijn ze met elkaar verbonden en verspreid doorheen het land. Wie denkt dat alle leden van deze groepen zich enkel in Noord-Waziristan ophouden, is wel erg naïef.

Politiek antwoord nodig

De religieuze extremistische krachten voeren niet alleen een gewapend offensief maar ook een ideologische oorlog. Het leger kan hen militair de kop in drukken, maar het heeft geen antwoord op de ideologische propagandaoorlog. De heersende klassen, waaronder het leger, hebben aangetoond dat ze niet in staat zijn om de militanten op ideologisch en politiek vlak een nederlaag toe te brengen. Bovendien vertegenwoordigen deze krachten reactionaire standpunten en keren ze zich tegen progressieve en seculiere ideeën. De arbeidersklasse is de enige kracht in het land die met de steun van de radicale lagen van de middenklasse de reactionaire ideologie van de religieuze extremistische krachten van antwoord kan dienen. Jammer genoeg is de arbeidersklasse nog niet tot politieke actie overgegaan en ook de radicale lagen van de middenklasse gaan niet over tot actieve strijd.

Er is een brede steun onder de bevolking voor dit militaire offensief. De werkende bevolking en de armen zijn het geweld, de bomaanslagen, zelfmoordaanslagen en dreigementen beu. De steun voor de militante organisaties staat op een dieptepunt. Enkel de drie religieuze politieke partijen verzetten zich tegen het militaire offensief. De rest van het politieke establishment steunt de militaire acties. De steun voor het leger is toegenomen na het opstarten van dit militair offensief.

Het leger zal versterkt en populairder uit deze operatie komen. Het leger was steeds de meest gerespecteerde en populaire staatsinstelling onder de bevolking. Onder het militaire bewind van generaal Musharraf verloor het leger veel van het respect en de steun onder de bevolking. Het leger moest zich terugtrekken en een deel van de macht afstaan aan de burgerlijke instellingen van de staat. De hoogste kringen van het gerechtelijk apparaat maakte van de situatie gebruik om autoriteit en macht naar zich toe te trekken. Het leger was en is nog steeds de machtigste factor in het land. De afgelopen jaren heeft het de verloren steun terug gewonnen. De opkomst van de militaire macht versterkt de dominantie van het leger op alle vlakken en verzwakt de burgerlijke regering. Het leger lijkt niet geïnteresseerd te zijn in het omverwerpen van de regering om zelf de directe controle over te nemen. Maar het leger wil wel bepalen wat de huidige regering doet en het probeert de eigen positie te consolideren.

De Pakistaanse arbeiders en armen zijn niet alleen het slachtoffer van het religieuze extremisme en het geweld, maar ook van het kapitalisme en de restanten van feodalisme. De werkende bevolking wordt uitgebuit door de heersende klassen die zichzelf verrijken en de bevolking onderwerpen aan omstandigheden die aan slavernij doen denken. Het komt er op aan om dringend te bouwen aan een brede steun voor een socialistisch alternatief onder de werkende bevolking en de radicale delen van de middenklasse.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie