Rector Rik Torfs heeft zelf geen bindend toelatingsexamen moeten afleggen om een mediafiguur te worden die te pas en te onpas zijn mening over diverse thema’s meent te moeten brengen. Deze keer had de ballon die hij opliep wel te maken met zijn functie van rector. Torfs pleitte voor een bindend toelatingsexamen voor jongeren die uit het beroepsonderwijs komen.
Torfs verklaarde: “’Het voorstel komt een beetje choquerend over en druist in tegen een lange traditie, waarvan we ons echter kunnen afvragen of het de goede was. We willen niemand uitsluiten om universitaire studies te volgen en schakelprogramma’s blijven bestaan, maar wie beroepsonderwijs volgde, heeft in de praktijk weinig kans op slagen aan de universiteit en moet daarom volgens ons eerst slagen in een toegangsproef.”
Niet alleen jongeren uit het beroepsonderwijs hebben het moeilijk aan de universiteit, de algemene slaagcijfers zijn er niet bepaald positief. Om de slaagcijfers te verbeteren, zijn er veel betere methoden dan een toelatingsexamen. Investeren in meer individuele begeleiding van jongeren, bijvoorbeeld. Door bindend toelatingsexamen te beperken tot enkel jongeren die uit het beroepsonderwijs komen, voegt Torfs bovendien een discriminerend element aan het voorstel toe. Zelfs Mieke Van Hecke van het katholieke onderwijs en niet bepaald een linkse socialiste, heeft het er moeilijk mee. “Het is stigmatiserend. Leerlingen uit het beroeps worden nog maar eens met de vinger gewezen”, stelde ze terecht in Het Nieuwsblad.
Is Torfs zich al aan het voorbereiden op de komende centrumrechtse Vlaamse regering waar hij zelf ook voorstander van is? Hij kreeg veel tegenwind met zijn voorstel, maar ook steun. Meer bepaald is N-VA er wel voor te vinden. De elitaire visie waar het voorstel een uitdrukking van is, wordt immers expliciet gedeeld door de partij van De Wever.
Dalende slaagcijfers zullen niet opgelost worden door de toegang tot hoger onderwijs te beperken. Er zijn integendeel meer publieke middelen voor onderwijs nodig om de begeleiding van alle jongeren te verbeteren. Dat is evenwel niet de optie die zowel de partij van de volgende onderwijsminister als de Leuvense rector voor ogen hebben.
