“Weg met de WHO”, “Stop de Doha-ronde”, waren enkele van de slogans die in tal van talen en dialecten weerklonken tijdens de protestacties in Hong Kong op 11 december. Daar is er een week van protestacties tegen de top van de Wereldhandelsorganisatie.
Laurence Coates en het CWI-campagneteam in Hong Kong
Er waren zowat 5.000 betogers op de actie van de Hong Kong People’s Alliance Against the WTO (Volksalliantie van Hong Kong tegen de WHO), waaronder vooral veel vrouwelijke migrante arbeiders uit Indonesië en de Fillippijnen. In het organiserend comité speelde de vakbondsfederatie HKCTU een centrale rol. De actie was gericht tegen de bijeenkomst van de wereldhandelsorganisatie vanaf 13 december. (Over de WHO-top zelf, lees dit Engelstalig artikel).
Migranten sterk aanwezig op betoging
De onverkozen regering van Hong Kong probeerde op voorhand de betogers af te schilderen als gewelddadige relschoppers. De media moest echter toegeven dat dit niet het geval was. Het blad South China Morning Post had het over een betoging die op een carnavalsoptocht leek. Er waren kleurrijke borden en atrributen. Zo werd de WHO afgebeeld als een grote octopus die de arme wereldbevolking in haar greep houdt. Er was heel wat muziek en betogers die verkleed waren. Een betoger had zichzelf verkleed als een kip met daarbij de slogan “De WHO is gevaarlijker dan de vogelgriep”.
De best georganiseerde groep was ongetwijfeld de delegatie van meer dan 2.000 Indonesische en Fillipijnse vrouwen die met hun kleurrijke outfit en hun slogans de betoging domineerden. Er zijn momenteel 80.000 migrante arbeiders in Hong Kong, voornamelijk thuisarbeiders die op de kinderen en de bejaarden moeten passen. Ze hebben één dag per week vrij, op zondag. Deze week maakten ze van die dag gebruik om te betogen voor een hoger loon en meer werkzekerheid. “Maak van migranten geen handelswaar – stop de GATS”, was één van de slogans op de rode T-shirts van de betogers. Dat was gericht tegen het General Agreement on Trade in Services dat bij een goedkeuring de uitbuiting van migrante arbeiders zou versterken.
“Boeren, vissers en arbeiders moeten elders gaan werken omdat ze geen werk vinden in Indonesië”, stelde Panny Sri die reeds twee jaar in Hong Kong werkt. “Ze zijn werkloos omwille van de steun van onze regering aan de WHO.” Om de radicalisatie onder migrante arbeiders in Azië te schetsen, is het belangrijk om ook te wijzen op een betoging van honderden migrante arbeiders in de Taiwanese hoofdstad Taipei op hetzelfde moment. De betogers droegen er protestborden met het woord “slaaf” erop geschreven in het Chinees. Eerder dit jaar waren er rellen van Vietnamese en Indonesische bouwarbeiders in het zuiden van Taiwan toen deze protesteerden tegen de lage lonen en de arrogantie van de directie.
Internationale
Voor de CWI-leden die Hong Kong bezochten, was het – ondanks een jetlag – een indrukwekkende gebeurtenis om samen te betogen met een delegatie van jonge marxisten uit Hong Kong en Taiwan. Deze delegatie zong onder meer de Internationale in het Chinees en enkele andere talen. Deze marxisten mogen uiteraard niet verward worden met de pro-kapitalistische (en voorstander van de WHO) Chinese “Communistische” Partij die het land uitverkoopt aan buitenlandse kapitalisten en die protesterende boeren laat neerschieten.
De marxistische delegatie op de betoging werd gevormd door leden van groepen zoals Pioneer (Hong Kong) of de groep Arbeidersdemocratie (Taiwan). Die komen op voor een verzet tegen het kapitalisme en voor een echt socialisme op basis van arbeiderscontrole over de economie en de staat. Veel betogers waren geen socialisten, maar socialistische ideeën vormden het enige duidelijk uitgewerkte alternatief op de kapitalistische globalisering. De steun voor socialistische opvattingen neemt toe in de regio.
De Taiwanese socialisten hadden een groep van zo’n 30 mensen mee. Ze mobiliseerden in de universiteiten en scholen, onder meer met een reportage over de WHO en met een politiek argumentarium over het anti-arbeiderskarakter van de WHO. De deelname aan de acties vanuit Hong Kong zelf was beperkt, onder meer door het effect van de propaganda van de regering voor de WHO. Ook is het bewustzijn over de rol van de WHO groter in landen die reeds geraakt werden door WHO-akkoorden.
Afschrikkingsmethoden
Er waren hysterische voorspellingen van geweld in de regeringspropaganda. Er werd een muur van één meter dik gebouwd voor een gebied waar zou geprotesteerd worden. Dit leidde tot protest bij het organiserend comité dat stelde dat de boodschap van de betogers hierdoor niet tot bij de hoogwaardigheidsbekleders op de WHO-top zou raken.
Kwok Gil-seong, een vertegenwoordiger van de Koreaanse Boerenliga (een organisatie met 2.000 leden) in Hong Kong protesteerde eveneens tegen de opstelling van de politie. “Dit is niet het gewelddadig protest waarvoor werd gevreesd. We zullen ons neerleggen bij de legale protestmogelijkheden.” De boeren komen op tegen de WHO-regels waardoor hun regeringen prijsdalingen opleggen voor landbouwproducten zoals rijst. Tienduizenden boeren gaan failliet door dat beleid. Ook de Zuid-Koreaanse regering verstopt zich achter de WHO om de arbeiders en boeren aan te pakken en de economie te “herstructureren” in het belang van de grote bedrijven.
Vorige maand pleegden drie Koreaanse boeren zelfmoord uit protest tegen de hervormingen. In Hong Kong werd een fakkelwade gehouden om de overleden boeren te herdenken. De lokale media probeert de Zuid-Koreaanse actievoerders af te schilderen als de ‘slechterikken’ van de anti-WHO acties. Dat vormt de aanleiding voor een aantal racistische vernederingen en discriminaties tegen de Koreanen. Minstens één hotel annuleerde de boeking van een Koreaanse groep betogers.
Discussies over een alternatief
De actieweek gaat verder met een nieuwe betoging op dinsdag als de WHO begint. Er zijn ook meetings en bijeenkomsten gepland over “Handel een oorlog: een tweekoppig monster”, naast een reeks meetings over arbeidsrechten in China, hoe bouwen aan een onafhankelijke vakbond in China,…
De betogingen en bijeenkomsten bieden heel wat kansen om te discussiëren en te leren uit de rijke voorbeelden van strijd in Azië. Daarbij brengen we de noodzaak naar voor van nieuwe socialistische arbeiderspartijen die werken aan de uitbouw van strijdbare en massale vakbonden en andere campagne-organisaties voor de arbeiders en onderdrukten.
CWI-leden verspreidden een duizendtal pamfletten in het Engels en het Chinees onder de title “Weg met de WHO – Stop armoede en oorlog – Vecht voor een socialistische wereld”. We verkochten 24 exemplaren van het tijdschrift Socialism Today en 150 anti-WHO badges. Er werden CWI-leden geïnterviewd door de krant Ming Pao (in het Chinees) en een lokaal televisiestation.