Oekraïne. Enkel verenigde arbeidersactie kan catastrofe stoppen

Analyse door Rob Jones vanuit Moskou (dit artikel verscheen op 9 mei in het Engels op socialistworld.net)

A pro-Russian activist aims a pistol at supporters of the Kiev government during clashes in OdessaDe gebeurtenissen in Oekraïne hebben een tragische wending genomen met een escalatie van geweld. Het Oekraïense leger komt met steun van de westerse machten tussen om de voornamelijk pro-Russische betogers die belangrijke gebouwen in het oosten van de Oekraïne bezetten op gewelddadige wijze te ontwapenen. Dat is vooral in de regio rond Donetsk het geval en de dodentol neemt er snel toe. Zo kwamen op 8 mei vijf mensen om het leven in de zuidelijke stad Mariupol. In Odessa, een stad aan de Zwarte Zee met een smeltkroes van bevolkingsgroepen, vielen meer dan 40 doden toen een vakbondsgebouw in brand werd gestoken. President Poetin kwam tussen met de vraag om de referenda in Donetsk en Kharkov niet te laten doorgaan, maar die vraag werd afgewezen door lokale activisten.

Eerste slachtoffer bij oorlog: de waarheid

Er is een aanhoudende propaganda-oorlog over wat in Odessa en Oekraïne gebeurt, zowel door de regering in Kiev en zijn steungevers uit de EU en de VS enerzijds als door de betogers in het oosten van Oekraïne en de Russische regeringsmedia anderzijds. Iedere kant lijkt de andere te willen overtreffen in cynisme.

Het eerste onderzoek van de Oekraïense politie naar de tragedie in Odessa stelde dat “anti-Maidan betogers het vakbondsgebouw binnendrongen en zichzelf daar barricadeerden. Ze begonnen van het dak Molotov-cocktails te gooien. Een aantal van de brandbare objecten raakten het gebouw en hebben mogelijk de brand veroorzaakt die uiteindelijk meer dan 40 levens kostte.” Het Engelstalige blad Kyiv Post bracht op 3 mei verslag van dit onderzoek waarbij “anti-Maidan betogers” werd vervangen door “pro-Russische separatisten.” Er werd aan toegevoegd dat ze “met wapens op onschuldige burgers” hadden geschoten en ook het ‘voorzichtige’ “mogelijk” over de brand werd weg gelaten.

De Russische televisie daarentegen bracht verslag van een bloedbad bij de strijd tussen fascisten en ‘Banderaïsten’ (nazicollaborateurs in Oekraïne tijdens de Tweede Wereldoorlog). De tragedie in Odessa werd omschreven als een “nieuw Chatyn”, een verwijzing naar een Wit-Russisch  dorp dat werd uitgemoord door een bataljon van de nazi’s die vooral uit Oekraïense nationalisten bestond.

Tragedie in Odessa

Lokale ooggetuigen gaven een beter beeld van wat er gebeurde. Volgens een journalist in Odessa, Sergiy Dibrov, begon het conflict na een mars door voetbalfans die door de stad trokken om de wedstrijd tussen Chernomoretz uit Odessa en Metallist uit Kharkov in het oosten van Oekraïne te volgen. Ze trokken door de stad om de Oekraïense eenheid te verdedigen en zongen het nationale volkslied. Daarbij werden slogans tegen Poetin geroepen. Onder de betogers was er een groot aantal activisten van de zelfverdedigingscomités van de Euromaidan-beweging. Zij waren gewapend met stokken, schilden en helmen.

Alle verslagen stellen dat de betogers in de stad op verzet van ‘anti-maidan betogers’ botsten. Het ging om een combinatie van diegenen die zich verzetten tegen wat ze de ‘fascistische junta’ in Kiev noemen, aanhangers van een federatie met Rusland of zelfs van aansluiting. Het begon als een gevecht waarbij met stenen werd gegooid en Molotov-cocktails werden gegooid. Sommigen zeggen dat de eerste schoten werden gelost door de anti-Maidan betogers, anderen hadden het over provocateurs. Een video toont aan dat er van achter de politielinies werd geschoten door iemand die een automatisch geweer gebruikte. Ooggetuigen stellen dat de gewone voetbalfans, vooral uit Odessa, de pro-Oekraïense betoging hierop verlieten.

De straatgevechten hielden vier uur aan. Daarbij vielen vier doden en waren er meer dan honderd gewonden. Woedend door het neerschieten van hun aanhangers, trokken zowat 2.000 leden van de zogenaamde zelfverdedigingsgroepen van Euromaidan, naar verluidt ondersteund door activisten van de fascistische ‘Rechtse Sector’, naar een protestkamp in de stad. In dat kamp waren er ongeveer 200 aanwezigen. Alles werd vernield, alle tenten werden in brand gestoken. De mensen uit het kamp vluchtten naar een naburig vakbondsgebouw om voor het geweld te schuilen.

Daarop werden molotov-cocktails naar de ingang van het gebouw gegooid en begon het gebouw vuur te vatten. Veel mensen zaten vast. Er was geen andere uitweg dan de centrale ingang. Alle andere uitgangen waren geblokkeerd door extreemrechtse militanten. Uit wanhoop klommen sommigen uit de ramen en sprongen ze naar beneden. Daar werden ze vaak nog in elkaar geklopt. De Russische televisie toonde beelden van een extreemrechtse militant die probeerde te schieten op mensen die in raamopeningen stonden om te springen.

Een van de gewonden bij deze brutale aanval was Aleksei Albu, een leider van de linkse groep Borotba. Hij vertelde wat er gebeurde: “Toen we het brandende gebouw verlieten, werden we aangevallen door een groep nationalisten. Ik denk dat er ongeveer honderd mensen het slachtoffer werden. Mensen sprongen uit de ramen, er was overal rook. Ze schopten wie op de grond lag. Ik werd samen met een andere activist tegen het hoofd geschopt. De Rechtse Sector had het vakbondsgebouw aangevallen en was volledig bewapend met munitie, ze waren goed voorbereid. Deze neonazi’s gingen brutaal in tegen de verdedigers van Odessa.”

Tegelijk waren er op het plein enkele anderen die op de oorspronkelijke betoging waren en die de horror rond het vakbondsgebouw zagen. Zij vormden een kleine groep en probeerden een aantal van de activisten in het gebouw te ontzetten.

Antiterreur operatie van Kiev

Elders in het oosten van Oekraïne was er een ernstige ontaarding van de situatie, zeker in de regio rond Donetsk, het industriële centrum van het land. Oekraïense troepen probeerden de bezette overheidsgebouwen terug in te nemen. Dat gebeurde tegelijk in tien steden waar aanhangers van de zelfverklaarde ‘Volksrepubliek Donetsk’ regeringsgebouwen bezet hielden.

De verbale propaganda-oorlog is gedegenereerd tot schietpartijen en de dodentol neemt toe. Volgens berichten zouden minstens drie Oekraïense legerhelikopters neergehaald zijn. De Russische televisie stelt dat het Oekraïense leger vaak aarzelt om te vechten en er wordt beweerd dat er bij acties tegen burgers vrijspel wordt gegeven aan de nieuwe ‘Nationale garde’. Die bestaat vooral uit activisten die deel uitmaakten van de rechtse milities tijdens het Maidan-protest. Er verschijnen nu verslagen dat de aanhangers van het verzet tegen het Oekraïense leger in Slavyansk binnenkort versterking zullen krijgen uit andere steden, waaronder ook vanuit de inmiddels Russische Krim.

Een opiniepeiling in Donetsk eind maart gaf aan dat 50% van de bevolking van de stad voorstander is van het behoud van een verenigd Oekraïne, maar meer dan de helft van de inwoners denkt dat de regio meer zeggenschap moet krijgen inzake economische thema’s en inzake de belastingen. Slechts 16% denkt dat de regio een federale status met Oekraïne moet krijgen. De rest is verdeeld tussen aanhangers van aansluiting bij Rusland en diegenen die een statuut willen zoals de vroegere Sovjetunie. Uiteraard moeten alle peilingen wel met de nodige voorzichtigheid behandeld worden, zeker als de gebeurtenissen zo snel veranderen.

Het bevestigt wel de problemen voor de Oekraïense elite. Het is absoluut niet duidelijk of de Oekraïense staat de krachten heeft om de orde in het oosten te herstellen op een ogenblik dat de bevolking steeds meer gebukt gaat onder de gevolgen van de economische crisis. Op dit ogenblik kijkt slechts een minderheid naar Rusland als oplossing voor de problemen, de meeste mensen zijn bang dat een militaire interventie enkel tot burgeroorlog zal leiden. Maar als de wanorde en chaos blijven toenemen en er nog tragedies zijn zoals in Odessa, kan de sfeer snel omslaan en kan de eis voor afscheiding van Kiev steun winnen alsook de roep naar een “harde hand” om orde op zaken te stellen. Dat kan leiden tot meer steun voor een Russische interventie.

Acties van mijnwerkers

Donetsk is het centrum van de steenkoolindustrie in het land. Er zijn nog steeds 500.000 mensen in die sector werkzaam. Het gaat om een machtig deel van de arbeidersklasse die de tradities van strijd uit de tweede helft van de jaren tachtig en de vroege jaren negentig in stand houdt.

Duizenden mijnwerkers uit de regio Lugansk in de buurt van Donetsk gingen de voorbije periode in staking rond looneisen. Ze verdienen minder dan 400 euro per maand en waren woedend dat de regering van Kiev dreigde om een nieuwe aanslag op hun lonen op te leggen. Kiev wil dat de mijnwerkers mee betalen voor het herstel van de buurt rond Maidan. De Russische media en pro-Russische activisten beweren dat de mijnwerkers aan hun kant staan, maar er waren zowel mijnwerkers die de separatisten steunden als anderen die aan Maidan deelnamen, ook al gebeurde dat niet massaal en niet georganiseerd.

De mijnwerkers zijn bezorgd om de situatie. Velen willen een verenigd Oekraïne, maar denken dat er een referendum nodig is om meer rechten en een zekere autonomie van de centrale regering te bekomen. Anderen willen een federale staat. Er wordt vaak op gewezen dat de grootste bekommernis deze is van het gevaar van toenemende onstabiliteit in de regio.

De aankondiging van Poetin

Het lijkt alsof de situatie in het oosten van Oekraïne totaal uit de hand kan lopen met een volledig conflict tussen rebellen en gewapende krachten van de regering van Kiev aan de ene kant en pro-Russische strijders langs de andere kant. De pro-Russen hoopten op een overweldigende ja-stem in het ‘referendum’ over de Volksrepubliek Donetsk om de weg te openen voor een oproep tot ‘steun’ van het naburige Rusland.

Poetin kondigde evenwel aan dat hij vond dat het referendum moest uitgesteld worden. Hij stelde dat de Russische troepen van de grens zouden weg gehaald worden en dat hij onder voorwaarden de presidentsverkiezingen van mei in Oekraïne zou aanvaarden als stap naar een oplossing voor de crisis.

Het ziet er naar uit dat Poetin de westerse machten opnieuw heeft verrast. Die zullen wantrouwig staan tegenover zijn motieven, maar het maakt het wel moeilijker om direct over te gaan tot de derde ronde van sancties en het is ook moeilijker om Rusland buiten ieder voorstel van onderhandelingen en oplossing te houden.

De Russische economie voelt de gevolgen van de sancties bovenop de reeds bestaande recessie. De economische en sociale kosten van een breder conflict in Oekraïne en het perspectief van een openlijk militair conflict, zorgen zelfs bij de grootste Russische oorlogsgezinden tot twijfel.

Veel mensen in Rusland en Oekraïne zien in de aankondiging van Poetin een louter tactisch maneuver. Hij riep op om het referendum uit te stellen, maar de pro-Russische activisten in Donetsk stelden meteen dat het referendum wel zou doorgaan. De geest van chaos en etnisch conflict is uit de fles en het zal moeilijk zijn om dat onder controle te houden.

Een links alternatief

De linkerzijde in Oekraïne is spijtig genoeg niet sterk. De belangrijkste ‘linkse’ partij is de Communistische Partij. Die steunde de regering van Janoekovitsj toen een pro-Russisch buitenlands beleid werd gevoerd, maar ook op binnenlands vlak werd het beleid van de ‘Partij van de regio’s van Janoekovitsj gesteund.

De buitenparlementaire linkerzijde is klein en gebruikt radicale slogans over de strijd tegen het fascisme, maar deze linkerzijde was al gauw verdeeld in twee kampen. Leiders van de groep ‘Linkse Oppositie’ stellen openlijk dat de regering van Kiev als legitiem moet erkend worden en het resultaat is van een “echte revolutie die de oligarchen aanviel”. Ze steunen ook het ondertekenen van een ‘Associatieverdrag’ met de EU, maar dan wel met een “rechtvaardiger besparingsbeleid”. Het belang van extreemrechts en de Rechtse Sector wordt volledig genegeerd.

De groep Borotba maakt deel uit van het anti-Maidan kamp en stelt wel dat ze tegen een Russische interventie is waarbij linkse eisen en slogans worden gebruikt. Maar alle woede wordt gericht tegen wat ze de ‘Junta van Kiev’ noemen. Bovendien wordt nauw samengewerkt met pro-Russische groepen. Ze leggen uit dat ze tegen de interventies door Rusland zijn, maar publiceren kritiekloze verslagen van pro-Russische acties op hun site. Zo was er op 5 mei een video op de site van Borotba onder de titel: “Twee bataljons verdedigers uit de Krim komen Slavyansk helpen”. De leider van deze getrainde militaire formatie beweert in de video: “Onze taak is om geen gevangenen te nemen. Niemand. We komen hier om te vernielen. We trekken naar daar [Slavyansk] en zullen al wat in onze weg staat opruimen.”

De arbeidersklasse moet handelen

De enige manier om de dreigende catastrofe af te wenden bestaat uit een eenmaking van de arbeidersklasse doorheen Oekraïne om de nationale verdeeldheid te doorbreken en eengemaakt tussen te komen met verdedigingscomités en anti-oorlogscomités over etnische grenzen heen. Deze comités moeten massaal mobiliseren tegen de extreemrechtse organisaties en oorlogszuchtige krachten langs alle zijden. Er wordt geprobeerd om de werkende bevolking te verdelen en het land dreigt af te glijden tot oorlog. Door de strijd aan te gaan tegen de besparingen, bedrijfssluitingen en voor een degelijke levensstandaard voor iedereen is het mogelijk om daartegen in te gaan. Er is vastberaden verzet nodig tegen de harde besparingsmaatregelen die door de EU en het IMF geëist worden, maar ook tegen de pogingen van het Russische kapitaal om de industrie voor haar eigen belangen over te nemen. Dat zou enkel leiden tot nieuwe ‘optimaliseringen’ en sluitingen. De mijnwerkers kunnen een centrale rol in het protest spelen.

Een eengemaakte strijd kan de basis leggen voor een massale arbeiderspartij op basis van democratische vakbonden die opkomen voor de rechten van alle werkenden in het land, los van hun etnische achtergrond. Zo’n partij zou nadruk leggen op de garanties voor democratische en nationale rechten voor alle etnische groepen in Oekraïne, waaronder het recht om regionale vertegenwoordigers te verkiezen, het Russisch en andere talen te gebruiken en een grotere economische en politieke macht te geven aan die regio’s die dat willen. In plaats van de huidige situatie te aanvaarden met verkiezingen zonder kandidaten die de belangen van de werkende bevolking vertegenwoordigen, zou gestreden worden voor een grondwetgevende vergadering waarin de werkende bevolking vertegenwoordigd is via haar vakbonden, politieke partijen en vertegenwoordigers die verkozen werden op algemene vergaderingen op de werkvloer en in de wijken. Die grondwetgevende vergadering zou democratisch kunnen beslissen hoe moet geregeerd worden.

De overweldigende meerderheid van de werkende bevolking in Oekraïne wil niet meegesleept worden in een gewapend conflict. Een arbeiderspartij zou ingaan tegen de pogingen van de verschillende imperialistische krachten en hun bevriende oligarchen die Oekraïne willen verdelen. De rijkdom van het land en de natuurlijke grondstoffen zouden in publiek bezit en onder democratische controle en beheer van de maatschappij geplaatst worden zodat alle werkenden in Oekraïne een degelijke levensstandaard en pensioenen zouden kennen, naast degelijke gezondheidszorg en onderwijs als onderdeel van een democratisch beheerde socialistische planeconomie.

Op internationaal vlak heeft de kapitalistische klasse zich nog niet hersteld van de ergste crisis sinds de jaren 1930. De verschillende imperialistische machten, zowel de VS, EU als Rusland, bestrijden elkaar voor de controle op grondstoffen. Oekraïne bevindt zich nu in het centrum van die strijd. De enige uitweg bestaat uit de eenheid van de arbeidersklasse rond een socialistisch alternatief op de pro-kapitalistische krachten en de oligarchen die vandaag de Oekraïense politiek domineren. We moeten opkomen voor een democratisch socialistische regering die een socialistisch Oekraïne vestigt met rechten voor alle minderheden en als onderdeel van een bredere alliantie van democratische socialistische staten.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie