Portugal. Gebrek aan politiek links alternatief op crisis

Door Jonas, onze correspondent in Portugal

Portugese premier op verkiezingscampagne

In de aanloop naar de Europese verkiezingen probeert de Portugese regering de boodschap te verkopen dat het land op de goede weg is. Naar aanleiding van de 12e evaluatie van de Trojka begin deze maand roemde de minister van financiën het succes van het ‘hervormingsprogramma’ – hervorming staat in het neoliberale lexicon voor besparingen. Volgens diezelfde minister zou er tijdens de laatste regering meer “hervormd” zijn, lees: afbouw van de sociale rechten, dan tijdens eender welke andere regering in 40 jaar democratie. De voorzitter van de parlementaire fractie van de conservatief-liberale regeringspartij PSD, Luis Montenegro, stelde letterlijk: “het leven van de mensen is dan wellicht niet veel verbeterd, het land staat er alleszins veel beter voor.” Voor de regering lijkt daar duidelijk geen tegenstelling tussen te bestaan; logisch want het belang van het land staat voor de regeringspartijen gelijk met haar “competitiviteit”, de houdbaarheid van de staatsschuld en de groei van de export.

Volgens schattingen van Morgan Stanley – die overigens positiever zijn dan die van de Europese commissie – zou de Portugees economie dit jaar 1,4 en volgend jaar 1,5% groeien. Deze groei is een gevolg van de exportindustrie gebaseerd op verslechterende arbeidscondities, terwijl de interne economie verder aan het dalen is. Terwijl deze groei volgens de regering tot de sterkste van Europa behoort, na Duitsland en België, kan men uiteraard niet spreken van een gezonde situatie, laat staan dat ze de afgelopen recessie zou compenseren of de staatsschuld draagbaar zou maken. Maar de besparingen zorgden wel voor een stijgend vertrouwen van de ratingkantoren en financiële markten, waardoor de regering zich op de borst is gaan kloppen dat ze in de aanloop van de verkiezingen een “saida limpa” – propere uitweg – van de trojka konden aankondigen. De “propere uitweg” is het codewoord voor de datum van de laatste trimestriële onderhandelingsronde met de trojka op 7 mei  – zonder dat daarbij een nieuwe bailout noodzakelijk is. De regeringspartijen CDS en PSD gingen zelfs zover dat ze de “recuperatie van de nationale soevereiniteit” vergelijken met de herwonnen onafhankelijkheid ten opzichte van Spanje in 1640. Aangezien Portugal verbonden blijft aan het Europese begrotingsverdrag, de geplande besparingen moet blijven nakomen en tot 2038 controles van de trojka blijft krijgen, zijn deze beweringen natuurlijk belachelijk.

De stelling dat de balans allesbehalve rooskleurig is, is dan ook een gigantisch understatement. De torenhoge werkloosheid, vooral onder jongeren, de sterke stijging van de armoede en de enorme emigratie versterken een aantal van de historische problemen van Portugal als een afhankelijke perifere economie in het Europese kapitalisme. De jongere bevolking, de eerste generatie die echt degelijke universitaire kwalificaties heeft – wordt geconfronteerd met een economie die hen geen enkel perspectief kan bieden. De perspectieven op werk zijn zo beperkt dat burgerlijk ingenieurs, mét ervaring, tegenwoordig aan de slag moeten tegen een minimumloon van 485 euro per maand, als ze al geluk hebben. Zo wordt een hele generatie – in wiens opleiding het land ettelijke miljarden heeft gepompt – verplicht te emigreren naar Noord-Europa, Noord-Amerika en de ex-kolonies; met alle gevolgen van dien. Niet alleen worden families uit elkaar gerukt, diegenen die achterblijven zijn vaak diegenen die het laagst opgeleid zijn, het minste talen spreken en het oudste zijn. Het gevolg is een land dat stelselmatig veroudert en ontvolkt, met permanent lage lonen en lage kwalificaties, en een land dat zijn productieve en reproductieve generaties blijft exporteren.

De regering heeft ondertussen alle legitimiteit onder brede lagen van de bevolking verloren. Alle voorzitters van de oppositie hebben in de peilingen een hogere populariteit dan premier Pedro Passos Coelho, president Anibal Cavaco Solva en de CDS-voorzitter Paulo Portas. Zelf historische figuren ter rechterzijde, zoals CDS-stichter Freitas Do Amaral, hebben hun vertrouwen in de regering opgezegd omdat ze deze te liberaal vinden. In de afgelopen jaren hebben de georganiseerde Portugese werkende klasse, de jongeren en bevolking in het algemeen duidelijk hun woede laten blijken tegen de regering, de besparingsprogramma’s, de koloniale praktijken van de trojka en de burgerlijke parlementaire democratie. Dat gebeurde via traditionele algemene stakingen, massale betogingen, de pleinbezettingen van de indignados, etc. Een tekort aan eenheid en leiderschap van politiek links in de articulatie van dit verzet heeft echter geleid tot een stijgend cynisme onder de bevolking en een toegenomen verdeeldheid binnen links.

Bij deze verkiezingen komt links sterk verdeeld op. Naast de Communistische Partij (PCP) en het Links Blok, komen ook twee afsplitsingen van het Links Blok, MAS en LIVRE, op bij deze verkiezingen. Binnen de linkerzijde zal de Communistische Partij het sterkste uit de volgende verkiezingen komen. Met hun consequente houding ten opzichte van de besparingspolitiek en tegenover de sociaaldemocratische, neoliberale PS, én hun diepe én georganiseerde inplanting in de arbeidersklasse vormen zij een sterke steunpilaar van het verzet tegen de aanvallen van trojka en regering. Toch heeft de PCP haar beperkingen. Ten eerste is er haar overwegend parlementaristische houding – waarbij de syndicale en politieke strijd eerder gericht is op de versterking van de parlementaire positie van de partij in plaats van andersom. Ten tweede is er nationalistische houding – onder de leuze “voor een patriottische en linkse regering” en concentratie op nationale onafhankelijkheid en nationale industrie. Dit is gebaseerd op de oude stalinistische stadia-logica, die zich vertaald in het idee dat men eerst “de democratie van April dient te herstellen” en waarbij een echt socialistisch programma eerder als toekomstige utopie geprojecteerd wordt in plaats van een dringende en concrete noodzakelijkheid voor de crisis van het Europese kapitalisme vandaag.

Het Links Blok op haar beurt is de laatste jaren sterk verdeeld geraakt op basis van interne – vaak gedepolitiseerde – strubbelingen tussen de verschillende ideologische stromingen (vooral de ex-eurocommunisten, maoïsten en ‘trotskisten’), wat vaak tot onduidelijke, wisselende standpunten leidde en waar vaak de grootste gemene – en dus minst linkse – deler domineerde. Het gevolg was een campagne die eerder pro-Europees maar tegen de besparingen was, illusies in eurobonds en concentratie op heronderhandeling van de publieke schuld, een proces dat overigens versterkt werd door de afscheuring van Ruptura-MAS, de Morenistische “linkerzijde”. De huidige campagne, die geleid wordt door Europees Parlementslid Marisa Matias, probeert opnieuw wat consistentie te brengen onder de slogan: “De pé!, Não somos a divida”. Toch lijkt Matias – ondanks haar populariteit in de media – niet in staat om meer te bekomen dan het redden van haar eigen zetel.

Het Links Blok verliest ook aan twee afsplitsingen die zelf opkomen bij deze verkiezingen. Er is een rechtse afsplitsing, geleid door Rui Tavares, onder de naam LIVRE. Die formatie wil zich tussen de PS en het Links Blok wringen. LIVRE wil samenwerken met de PS en heeft een duidelijk pro-EU programma, ook al verzet het zich tegen te harde besparingen. Een ‘linkse’ afsplitsing onder naam MAS probeert de stemmen ter linkerzijde te recupereren met een radicale populistische campagne die vooral uitblinkt in inconsistentie. Deze organisatie van Morenistische oorsprong (een stroming binnen het trotskisme) roept op tot de vereniging van links, maar gaat toch zonder schijn van kans de electorale competitie aan met het Links Blok en de PCP. Daarnaast voert ze vooral campagne met antipolitieke en populistische slogans, zoals “Gevangenis voor al diegenen die het land beroofden” en “Stop de privileges van de politici”, en dit  – ondanks de naam – zonder een socialistisch alternatief te populariseren.

Deze campagne wordt gedomineerd door de zwakte van links, het gebrek aan samenwerking, het tekort aan de vorming van een politiek alternatief op de crisis en een tekort aan perspectief in de strijd om een alternatief op de besparingen te bereiken. Het gevolg van dit alles is dat cynisme en non-participatie overheersen, waarbij de PS electoraal het sterkste uit de bus zal komen – en een grote coalitie van PS en PSD richting de volgende parlementaire verkiezingen op de agenda komt te staan. Het betekent dat een vervolg van dit rampbeleid waarschijnlijker wordt.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie