Oekraïne. Spanningen tussen grootmachten nemen toe

door Niall Mulholland

Het referendum van 16 maart op de Krim toonde een overweldigende meerderheid die voor aansluiting bij Rusland stemde. De officiële resultaten hebben het over 96,77% die voor aansluiting bij Rusland stemde bij een opkomst van 83,1%. Tienduizenden vierden dit resultaat in Simferopol, de hoofdstad van de Krim. Op 17 maart riep het regionale parlement de republiek Krim uit. De Russische president Poetin en de leiders van de Krim tekenden op 18 maart een akkoord waardoor de regio formeel tot Rusland behoort.

De leider die het in de praktijk voor het zeggen heeft op de Krim, Sergei  Aksjonov, verklaarde eerder dat de Russische Roebel als tweede officiële munt naast de Oekraïense Hryvna wordt ingevoerd. Het parlement stelde dat de Oekraïense staatseigendommen genationaliseerd worden en dat Oekraïense militaire eenheden op grondgebied van de Krim ‘ontbonden’ worden.

Het referendum werd door Westerse leiders afgedaan als “niet legitiem en niet legaal”. Ze veroordeelden Poetin omdat die etnische tegenstellingen zou uitspelen. De EU en de VS gingen over tot erg voorzichtige sancties zoals inreisverboden en het bevriezen van tegoeden van vertegenwoordigers van Rusland en de Krim. Er werd met andere sancties gedreigd. De Westerse machten zijn echter verdeeld over hoe ver ze willen gaan in de straffen voor Rusland. Veel EU-staten vrezen dat sancties de al erg zwakke Europese economie schade zullen opleveren.

Ondanks hun woede tegenover de Russische interventie op de Krim hebben zowel de Europese landen als de VS in het verleden gelijkaardige acties ondernomen, soms op grotere schaal en met meer bloedvergieten. Tegen hun eigen internationale wetten in gingen de Westerse imperialistische machten over tot invasies en bezettingen van Irak en Afghanistan, waar ze zelf ‘verkiezingen’ organiseerden. De maandenlange bommencampagne van de NAVO tegen het Servische regime in 1999 was een voorbode van het door het Westen ondersteunde onafhankelijkheidsreferendum in Kosovo.

Het referendum op de Krim werd niet in omstandigheden gehouden waarin een vrije democratische discussie en keuze mogelijk was. Nadat de Oekraïense premier Victor Janoekovitsj met Westerse steun van de macht verdreven was, werden op de Krim ‘zelfverdedigingsmilities’ opgezet. Het gaat zowel om lokale activisten als om mensen waarvan algemeen wordt aangenomen dat het eigenlijk Russische soldaten zijn. Deze milities namen de controle over militaire basissen en andere strategische punten op de Krim over.

Het parlement van de Krim, een regio waar de meerderheid van de bevolking Russisch spreekt, stemde ervoor om zich van Oekraïne af te scheuren en Rusland te vervoegen. Het referendum diende enkel om de al genomen beslissing te onderschrijven. De bevolking kreeg twee keuzes: deel worden van Rusland of een verregaande autonomie.

Alle Oekraïensgezinde media werd afgesloten en de staatsmedia overspoelde het schiereiland wekenlang met pro-Russische nationalistische propaganda. De minderheidsgroepen van de Tataren en de Oekraïenssprekende bevolking – samen goed voor 40 procent van de bevolking – klaagden over intimidatie. De meesten van hen hebben het referendum geboycot.

Maar anderzijds is het wel zo dat een meerderheid van de inwoners van de Krim aansluiting bij Rusland ondersteunt. Dat komt in grote mate door het reactionaire karakter van het nieuwe regime in Kiev en door de manier waarop het aan de macht kwam.

Het protest tegen Janoekovitsj werd aangewakkerd door jaren van economische stagnatie en toenemende armoede, bovenop een grote woede tegenover het corrupte, autoritaire regime en de oligarchen die het voor het zeggen hebben. De revolte had elementen van een revolutie en toonde het gebrek aan steun voor het rotte regime van Janoekovitsj. Het geweld van de oproerpolitie op het Maidanplein zorgde voor een schok en het regime viel uiteen.

Het feit dat er geen grote arbeidersorganisaties met een onafhankelijk klassenstandpunt tussenkwamen, liet ruimte aan de reactionaire politici van de oppositie waaronder ook ultranationalisten en extreemrechts. Zij konden de protestbeweging domineren. Leden van de antisemitische partij Svoboda en de fascistische militie Rechtse Sector dienden als stoottroepen in Kiev en elders. Ze gingen fysiek in tegen vakbondsmilitanten en linkse activisten die probeerden om het protest te vervoegen.

De anti-Russische retoriek van het nieuwe regime in Kiev en de betrokkenheid van extreemrechts, dat belangrijke ministerposten in handen heeft, leidde tot angst onder de etnisch Russische minderheid die vooral in het oosten en het zuiden van het land woont. Eén van de eerste beslissingen van de Rada, het Oekraïense parlement, was om de officiële positie van het Russisch als taal aan banden te leggen. Een andere beslissing was om de ‘Communistische’ Partij te verbieden.

De Krim was al een van de armste delen van Oekraïne. Veel inwoners vrezen dat het nieuwe regime zal instemmen met financiële hulp vanuit de EU en het IMF waarbij dit gekoppeld wordt aan harde besparingen waardoor hun levensstandaard nog verder de dieperik in gaat.

Het resultaat van het referendum zal niet leiden tot vrede, stabiliteit en welvaart voor de bevolking van de Krim. De integratie in een zwakker wordende Russische economie zal de levensstandaard op de Krim niet verbeteren.

Het autoritaire regime van Poetin en de oligarchen die dat regime steunen komen enkel in de Krim tussen om hun geostrategische belangen te verdedigen. In dat proces versterken ze het Russische nationalisme. Het schiereiland is het focuspunt van de groeiende spanningen tussen Rusland en Kiev met zijn Westerse steungevers die hun imperialistische macht en invloed willen uitbreiden tot aan de grenzen van Rusland.

Dit heeft geleid tot een gevaarlijk militair opbod. Een week voor het referendum gaf Washington bevel tot militaire oefeningen in Polen, Litouwen en de Zwarte Zee. Na het referendum stemde het parlement van Oekraïne in met een gedeeltelijke mobilisatie van 40.000 reservisten. Beide kanten zeggen dat ze geen oorlog over de Krim willen, maar een verscherping van de spanningen kan leiden tot lokale confrontaties.

De werkende bevolking doorheen Oekraïne zal de prijs voor de escalatie van de crisis betalen. Er vielen al verschillende doden bij confrontaties tussen pro-Oekraïense en pro-Russische betogers en milities in de oostelijke steden Donetsk en Kharkiv. Als die confrontaties aangroeien, kan het leiden tot meer oproepen tot referenda in gebieden waar de Russischsprekende bevolking een meerderheid vormt. Dat kan leiden tot de verschrikkelijke mogelijkheid van een bloedig opbreken van het land.

Enkel de georganiseerde en verenigde arbeidersklasse kan met een onafhankelijk en internationalistisch programma op beslissende wijze ingaan tegen het reactionaire nationalisme en de inmengingen van de grote kapitalistische machten.

De demagogische nationalistische politici in Kiev, Simferopol en Moskou genieten nu misschien brede steun door in te spelen op angsten, maar hun pro-kapitalistisch en nationalistisch beleid zal de levensstandaard niet verbeteren en geen einde maken aan corruptie en onderdrukking. Velen die actief ingingen tegen het bewind van Janoekovitsj keren zich nu al tegen de nieuwe gangsterbende die de macht heeft genomen en bevriende oligarchen als regionale gouverneurs aanstelde.

De recente revolte van werkenden en jongeren in Bosnië en Herzegovina toont aan dat nieuwe opstanden tegen de harde economische en sociale voorwaarden en tegen corrupte politici onvermijdelijk zijn. Ze vereisen een georganiseerde politieke uitdrukking op basis van de werkende bevolking en met een socialistisch programma.

 

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie