Drie jaar na de ramp in Fukushima

Artikel door Dikang, Chinaworker.info

fukushima-workers-130311-310x203De kernramp in de Daiichi site in Fukushima in maart 2011 was de tweede ergste kernramp ooit na de ramp in Tsjernobyl in 1986 in Oekraïne. Een aantal wetenschappers waarschuwt dat de vernietigende gevolgen van Fukushima wel eens erger kunnen zijn dan in Tsjernobyl. In Tsjernobyl was er een meltdown in één reactor, in Fukushima waren in drie van de zes ofwel een meltdown ofwel explosies. Dit volgde op de krachtige aardbeving Tohoku en tsunami op 11 maart 2011. Die tsunami schakelde de elektriciteitstoevoer en het afkoelingssysteem uit.

De site van Fukushima bevatte veel meer nucleair materiaal (meer dan 1700 ton) dan wat in Tsjernobyl het geval was (180 ton). Zowel Tsjernobyl als Fukushima werden op ‘niveau 7’ van nucleaire incidenten geplaatst. De Japanse regering probeerde aanvankelijk om de impact van de ramp te minimaliseren, de regering sprak van ‘niveau 4’. Buitenlandse experts betwistten dat van meet af aan.

In de eerste drie jaar sinds de ramp kwam er veel kritiek op het beperkte antwoord van de regering en de eigenaar van de vestiging, het bedrijf Tepco dat het grootste private energiebedrijf ter wereld is. Er werd geklaagd over het gebrek aan veiligheidsmaatregelen, ontkenningen en pogingen tot doofpotoperaties. In 2012 was er een onafhankelijk onderzoek onder leiding van Dr Kiyoshi Kurokawa die vaststelde dat de ramp in Fukushima er kwam als gevolg van daden door mensen. Sinds 2006 waren de nucleaire regulator van Japan en Tepco op de hoogte van het risico op een totale uitval van de elektriciteit bij een grote tsunami. Tepco ondernam geen enkele actie en de regulator was daarvan op de hoogte maar deed evenmin iets. Het vernietigende rapport van het comité van Kurokawa beschuldigt de regering en de regulator van “belangenvermenging” met de nucleaire industrie. Die vormde volgens Kurokawa “een lobby die zo machtig is dat het doorgaans niet onderhevig is aan de regels van het land.” (South China Morning Post, 8 maart 2014). Het rapport halt ook uit naar de beslissing van de regering om Tepco de ‘opruimoperatie’ toe te vertrouwen. Het bedrijf heeft dat erg slecht aangepakt waarna de regering in 2013 deze operatie alsnog moest overnemen.

Meer dan 160.000 mensen werden uit de regio rond Fukushima geëvacueerd. Wellicht zullen ze nooit terug kunnen. De manager van de site, Takeshi Takahashi, gaf toe dat het ontmantelen van Fukushima 30 tot 40 jaar kan duren en minstens 100 miljard dollar zal kosten. Dat is ongeveer 15 keer zoveel als de kost voor de bouw van een moderne kernreactor. De kost omvat uiteraard niet de dreigingen op langere termijn als gevolg van het lekken van radioactief materiaal in het leefmilieu.

Regionale besmetting

“Fukushima betekent Tsjernobyl op zee”, stelde een Japanse blogger. Tepco had het moeilijk met de grote hoeveelheid water die nodig is om de getroffen reactoren af te koelen.  Dit water is sterk radioactief en moet in gigantische containers worden opgeslagen. De opvangtanks werden in sommige gevallen illegaal gebouwd door vaak laag betaalde onderaannemers waarbij de veiligheidsvoorschriften niet zo nauw werden genomen. Er waren verschillende radioactieve lekken waaronder een ernstig incident van ‘niveau 3’ in augustus 2013 toen 300 ton sterk aangetast water in de oceaan terecht kwam. Het zette velen, waaronder het management van Tepco, ertoe aan om ‘internationale hulp’ te vragen. Bij een ander lek kwam zowat 100 ton besmet water vrij. Dat was in februari 2014 toen een opvangtank door een fout open bleef staan.

Bovenop de incidenten met de opvangtanks is er ook lichter besmet water dan van de heuvels achter Fukushima via de ondergrond in de zee terecht komt. Dit heeft gevolgen voor het leven in de zee en het ecosysteem. Bij onderzoek van vis die voor de kust van Fukushima werd gevangen in februari 2014 bleek deze de hoogste niveaus van radioactiviteit te hebben sinds de visserij in 2012 werd heropgestart. Radioactieve vervuiling van Fukushima heeft zelfs Hawai bereikt en kan de westelijke kust van de VS in de loop van het komende jaar bereiken.

Arbeidersrechten met de voeten getreden

Een belangrijk onderdeel van het verhaal rond de ramp in Fukushima is amper bekend: de verschrikkelijke tol die de werknemers betalen die bij de opruimoperatie betrokken zijn. Na de ramp in 2011 besloot Tepco om het loon van haar personeel met 20% te verminderen en er werd financiële steun van de regering gevraagd. Er zijn ongeveer 12.000 arbeiders betrokken bij de strijd om de site van Fukushima onder controle te krijgen. Doorgaans gaat het om arbeiders met tijdelijke contracten, vaak aangeworven door allerhande onderaannemers. In de grotere geëvacueerde zone zijn er tienduizenden mensen aangeworven met tijdelijke en slecht betaalde contracten om het puin van de ramp te ruimen. Onder hen ook heel wat daklozen die door de Yakuza, de Japanse maffia, werden ‘aangeworven’. De maffia heeft vaak banden met onderaannemers. De bendes worden ingezet om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen. Volgens de Japanse politie zijn er ongeveer 50 Yakuza bendes actief in de regio rond Fukushima.

“Tepco zit op een piramide van onderaannemers, er zijn soms zeven of meer lagen in de piramide,” aldus een verslag van Reuters op basis van interviews met personeel in Fukushima. Nochtans zijn dergelijke akkoorden met buitenstaanders illegaal in Japan. Het verslag van Reuters stelde vast dat de lonen van deze arbeiders soms een derde lager waren dan het gemiddelde in de bouwsector.

“Japan moet de verantwoordelijkheid dragen, maar dit was geen Japanse kernramp. Het was een kernramp die toevallig in Japan plaatsvond.” Dat is de conclusie van het boek ‘Fukushima: the story of a nuclear disaster’ door drie wetenschappers, Lochbaum, Lyman en Stranahan. “De problemen die leidden tot de ramp in Fukushima bestaan overal waar er reactoren actief zijn”, stellen de auteurs. Ondanks de verschrikkelijke en onmeetbare kost van Fukushima, blijven de nucleaire industrie en tal van regeringen aandringen op nieuwe uitbreidingen van de kernsector. Dat is zeker het geval in Azië waar momenteel 49 nieuwe nucleaire sites worden gebouwd en er nog eens 100 extra gepland zijn. De landen die de grootste toename kennen zijn China, Zuid-Korea en India.

Giftig beleid

In september vierde de rechtse regering van Shinzo Abe feest omdat het de Olympische Spelen van 2020 binnen haalde. “Het is immoreel om de Olympische Spelen in Japan te houden op een ogenblik dat de gezondheidssituatie niet veilig is”, verklaarde de voormalige Japanse ambassadeur in Zwitserland, Mitsuhei Murata, destijds.

Abe wil de 50 Japanse reactoren allemaal heropstarten. Na de ramp van 2011 werden ze stil gelegd. Het thema verdeelt het enige land ter wereld dat ooit met atoomwapens werd aangevallen. In 2013 waren er meer dan 200.000 betogers in Tokio om een kernvrij Japan te eisen. Een peiling in februari 2014 gaf aan dat 53% van de bevolking gekant is tegen het heropstarten van de kernreactoren in het land. En dat ondanks de propagandacampagne van de regering en de stijging van de particuliere elektriciteitsprijzen met 20% sinds de ramp.

De discussie over kernenergie was belangrijk in de verkiezingen voor de gouverneur van Tokio in februari. Abe’s kandidaat Yoichi Masuzoe is voorstander van kernenergie. Hij haalde het van twee kandidaten die fors tegen kernenergie gekant zijn, de advocaat Kenji Utsunomiya (die gesteund werd door de Japanse Communistische Partij en de Sociaaldemocratische Partij) en voormalig premier Morihiro Hosokawa (gesteund door de oppositiepartij DPJ). In een verkiezing waarbij de economie overschaduwd wordt door het debat over kernenergie was het opvallend dat de twee tegenstanders van kernenergie samen 40% haalden.

Voormalig premier Naota Kan van de Democratische Partij van Japan (DPJ), de partij die aan de macht was ten tijde van de ramp, verklaarde dat hij zijn standpunt over deze kwestie grondig heeft bijgestuurd.

Hij stelde: “Voor 11 maart was ik van mening dat kernenergie mogelijk en nodig was zolang de veiligheid gegarandeerd wordt. Na de ervaring met de ramp van 11 maart heb ik mijn standpunt 180 graden omgekeerd. Er zijn ongevallen en soms sterven honderden mensen bij een ongeval. Er is echter geen enkel ander ongeval waarbij 50 miljoen mensen getroffen worden – tenzij misschien een oorlog. Geen enkel ongeval is zo tragisch.”

We kunnen de kapitalistische politici niet vertrouwen om een ernstige strijd tegen kernenergie te voeren. Die sector wordt gesteund door belangrijke en machtige bedrijven (zoals Toshiba en Mitsubishi) en er zijn ook militaire belangen. Voor een kernvrije toekomst is er nood aan een massaal investeringsplan in veilige en hernieuwbare energie. Pro-kapitalistische politici buigen uiteindelijk steeds voor de dictaten van de grote bedrijven en hun zoektocht naar winsten op korte termijn. De regering van Kan brak haar beloften van 2010 en ging niet over tot de beloofde sociale hervormingen. Dat bereidde de weg voor de Liberaal Democratische Partij (LDP) van Abe voor zodat deze in 2012 terug aan de macht kon komen. De LDP wordt mee gefinancierd door energiebedrijven.

Wij verwelkomen de beweging tegen kernenergie die doorheen Japan en andere delen van Azië actief is. We benadrukken dat deze bewegingen ook een programma tegen het kapitalisme naar voor moeten schuiven. Enkel door de anarchistische ‘markt’ te vervangen door een systeem van democratisch socialistische planning te vervangen, is het mogelijk om het enorme potentieel van hernieuwbare energie (zoals wind- en zonne-energie) effectief te benutten en het energiebeleid op een veiliger pad te zetten.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie