50.000 schoolverlaters verliezen uitkering

Controle en uitsluiting voor ‘profiteurs’ van uitkering onder armoedegrens.
Minnelijke schikking voor ‘respectabele burgers’ met miljoenen in fiscale paradijzen

“Wie echt werk wil, vindt wel iets.”
“Er zitten veel rotte appels tussen.”
”De profiteurs moeten eruit.”

Neen, die uitspraken slaan niet op de rijkelui voor wie werken bestaat uit reizen, restaurantbezoek en ‘wellness’. Dat deze doorgaans zongebruinde ‘workaholics’ zich tot hun tachtigste vastklampen aan hun bestuurszitjes zegt niets over hun werklust, maar alles over hun ‘werk’. Die uitspraken slaan evenmin op de talloze rotte appels die lustig de middenvinger opsteken als het erom gaat het eerlijke deel aan de gemeenschap bij te dragen, maar wel van diezelfde gemeenschap aangepaste infrastructuur eisen en goed geschoolde, maar spotgoedkope arbeidskrachten. Neen, het gaat over ons en onze kinderen. Over die 22,8% van de min-25-jarigen in ons land die zonder werk zitten en hun nog veel talrijker leeftijdsgenoten die het moeten stellen met een paar uurtjes interim, een tijdelijk of een deeltijds contract of in een van de talloze banenplannen aanbeland zijn. Je zou van minder moedeloos worden.

Er wordt in ons land nochtans meer rijkdom geproduceerd dan ooit tevoren. Machines zijn performanter en pieken en dalen in de productie worden door flexibiliteit bijna kosteloos opgevangen. De momenten waarop we vroeger konden verpozen, bestaan niet meer. Tot 1973 werd die productiviteitsverhoging deels opgevangen door een vermindering van de arbeidsduur zonder dat we daarvoor loon moesten inleveren. Tussen ’53 en ’73 nam de arbeidsduur af met 20%, werkloosheid was er nauwelijks. Vandaag wordt gemiddeld nog 31 uur per week gewerkt. Voortaan zijn het de werknemers zelf die de productiviteitsgroei betalen door deeltijds en tijdelijk werk. De patroons zijn met de winst gaan lopen.

Die diagnose van het probleem wordt echter niet gedeeld door de traditionele partijen. Zij leggen de schuld niet bij de winsthonger van de patroons. De werknemers zouden geen goesting hebben om te werken, te duur zijn en onvoldoende of slecht geschoold. De rechterzijde wil die goesting er liefst in kloppen. Door het recht op een werkloosheidsuitkering te beperken tot maximaal 2 jaar bijvoorbeeld. Daarna zou men elke job aan om het even welk loon moeten aanvaarden. De natte droom van de patroons van Voka.

Het antwoord van officieel ‘links’ is een opeenstapeling van banenplannen. Minister van Werk Monica De Coninck wil werkcheques aan 10 euro/uur. PS-voorzitter Magnette wil schoolverlaters die na 18 maanden nog geen werk hebben een voltijds contract aan een minimumloon aanbieden. Daarmee zou het aantal jongerenbanenplannen oplopen tot meer dan twintig! Een jungle waarin kleine bedrijven verloren lopen en de grote handig misbruik van maken. Het resultaat is echter geen daling van de jongerenwerkloosheid, hooguit een verdringing van gewone werknemers door gesubsidieerde en vooral een besparing op de loonkosten.

Hoe groter de vraag naar een job, hoe minder loon de patroons moeten betalen. Dat is de redenering achter alle aanvallen op de werklozen, achter de versnelde afname van de uitkeringen, de controles op werkwilligheid en nu ook de beperking, tot maximaal 3 jaar, van de wachtuitkering voor schoolverlaters, intussen herdoopt tot inschakelingsuitkering. Volgens de vakbonden is dat laatste een sociale tijdbom. Het ABVV berekende dat 50.000 werklozen daardoor hun uitkering zullen verliezen op 1 januari volgend jaar, waarvan 32.000 in Walllonië, 5.500 in Brussel en 12.500 in Vlaanderen. Het Waalse ABVV is ook nagegaan wie die 32.000 zijn, 64% zijn vrouwen, dikwijls alleenstaande moeders! Het gaat voor 80% om inwoners van de oude industriële bekkens van Luik en Henegouwen. Zowat 17.500 gezinnen zullen maandelijks 425 euro verliezen en in 13.000 gevallen gaat het om alleenstaanden en gezinshoofden. Als die laatsten zich allemaal tot het OCMW wenden, betekent dat een toename aan leefloners met 30% en een meerkost voor de OCMW’s van 203 miljoen euro, voor 120 miljoen euro ten laste van de federale overheid. Een inschakelingsuitkering bedraagt minimaal 267 euro voor een samenwonende ouder dan 18 jaar tot maximaal 1.106 euro voor een gezinshoofd.

Op 10 maart plannen de vakbonden in heel het land acties rond de problematiek van de inschakelingsuitkeringen.

Artikel door Eric Byl

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie