Non profit voert actie

Een LBC-militant

Vorige donderdag werd door de non-profitsector actie gevoerd aan het kabinet van minister Byttebier omdat de voorschotten van de subsidies in december blijkbaar maar voor de helft uitbetaald kunnen worden. Voor de normale subsidiëring is er niet genoeg geld. Wat wil zeggen dat er een tekort is van 24 miljoen euro. Instellingen moeten maar hun plan trekken met leningen of dure kaskredieten. Bovendien moeten de subsidiedosiers van de voorbije jaren nog steeds afgerekend worden.

Momenteel wil de regering met 60% van de voorschotten over de brug komen en in januari de overige 40% uitbetalen + de rente die de instellingen hebben moeten betalen voor hun leningen bij de bank. Het is dus duidelijk dat de regering liever de banken financiert dan de sociale sector. De sector gehandicaptenzorg weigert dit te aanvaarden. De problemen overdragen naar 2004 zorgt er enkel voor dat de achterstand volgend jaar niet meer te overzien gaat zijn. De Vlaamse Regering moet zijn normale verplichtingen naar de sector nakomen. De arbeiders moeten hun rekeningen betalen en dit geldt dus ook voor de regering. De problemen verschuiven naar volgend jaar brengt de instellingen in moeilijkheden en het zijn uiteindelijk de werknemers die met de gevolgen opgezadeld worden. Bij de instellingen ligt het probleem niet enkel bij het niet kunnen uitbetalen van de personeelsleden. De inkomsten van de instellingen zijn al jarenlang hetzelfde. De subsidies zijn nooit aangepast aan de index, maar de werkingskosten worden wel ieder jaar groter.

De actie van donderdag was op verschillende vlakken een vrij uitzonderlijke actie. Ten eerste kan het gezond verstand het niet begrijpen dat er actie gevoerd moet worden om de normale lonen, waarvoor al gewerkt is, ook uitbetaald te krijgen. Ten tweede omdat de werknemers samen met de directies het werk neerlegden om actie te voeren. Zij werden ondersteund door vertegenwoordigers van de gebruikersorganisaties en personen met een handicap. Verder is dit één van de zeldzame keren geweest dat de bevoegde ministers weigerden om aan de onderhandelingstafel te komen zitten. Niet dat ze er een onoverbruggelijke afstand voor moesten afleggen, want minister Byttebier zat een verdiep hoger op haar kantoor en minister-president Bart Somer bevond zicht in het gebouw ernaast. Bart Somers vond het zelfs nodig om tegen het einde van de actie met zijn auto langs de betoging te rijden. Maar dit is natuurlijk niet verwonderlijk voor iemand die zich liever bezig houdt met de vraag waar de olympische spelen zullen doorgaan dan met de zorg voor personen met een handicap, de welzijnssector en de werknemers die iedere dag weer klaarstaan om deze zorg te bieden.

Spijtig genoeg is dit geen alleenstaand geval in de sociale sector. Ook de kinderopvang kampt met grote problemen en in Oost-Vlaanderen staan er drie instellingen van de Bijzondere Jeugdzorg op de rand van het bankroet. Zij worden zelfs gedwongen om onderandere bedeltochten te doen in hun gemeente om eten op tafel te krijgen voor de jongeren, waardoor er steeds minder tijd overblijft voor degelijke begeleding.

De mening van de gehandicaptensector is duidelijk: 60% subsidies = 60% werken en 40% actie voeren!