Interview met Mamadou Bah. Slachtoffer Grieks neonazigeweld eist asiel in ons land

Mamadou Bah is een jonge migrant uit Guinea. Omwille van zijn afkomst en zijn engagement was zijn leven in Griekenland bedreigd. Hij werd vervolgd door de neonazi’s van Gouden Dageraad. Hij werd bijzonder gewelddadig aangepakt door extreemrechtse milities. De politie liet gewoon begaan en keerde zich tegen Mamadou. Na een aanval door acht neonazi’s die hem voor dood achterlieten, sloeg hij op de vlucht. In ons land vraagt hij nu asiel aan. Er is een campagne om die vraag te ondersteunen. We spraken met Mamadou en steunen zijn campagne.

Interview en foto door Collectif Krasnyi

“Mijn naam is Mamadou. Ik kwam in 2006 als asielzoeker in Griekenland aan. Aanvankelijk was dat erg moeilijk. Ik kende de taal niet, maar kon me toch verhelpen in het Engels. Ik heb zo toch werk gezocht en kon aan de slag. Ik werkte minstens 10 tot 12 uur per dag en kreeg daar 5 euro per dag voor.

“De eerste plaats waar ik met racisme geconfronteerd werd, was op mijn werk. De mensen met wie ik werkte, mijn collega’s dus, zagen niet het loon dat ik kreeg. Ze zagen enkel dat ik zes of zeven dagen per week aan de slag was terwijl ze zelf minder konden werken. Hun arbeidstijd werd beperkt als gevolg van de crisis. Ze vroegen me dan: ‘hoe kan het dat wij Grieken minder werk hebben, terwijl jij hier iedere dag kan werken?’

“De Grieken konden er zelf niet meer aan uit. En dan was er een propagandacampagne van extreemrechts, van Gouden Dageraad, waarin werd gezegd dat het de toevloed van migranten was die ervoor zorgde dat mensen hun job verloren en dat migranten de job van Grieken afnamen.

“De eerste keer dat ik door extreemrechts werd aangevallen was toen ik van mijn werk terugkwam. Ik wachtte op de bus en er kwamen acht mensen van Gouden Dageraad aan op een scooter. Het waren gespierde mannen en ze sloegen me op het hoofd. Ze lieten me voor dood achter. Die groepen waren in de wijk aanwezig van negen uur ’s avonds tot vijf uur ’s ochtends. Ze waren altijd met een scooter en waren herkenbaar als militanten van Gouden Dageraad met hun tenue en hun nazilogo’s.

“Soms waren ze met 10 tot 15 scooters met allemaal gewapende neonazi’s. Ze kwamen jagen op migranten. Het volstond dat ze een Afrikaanse man op straat zagen om die aan te vallen. Het werd echt onhoudbaar. Het klimaat werd zo erg dat veel migranten die ik ken hun job moesten laten staan en zich thuis opsloten omwille van de terreur die op straat aanwezig was door Gouden Dageraad. De migranten wisten dat ze op geen bescherming konden rekenen, ook niet van de politie.

“Ik was hard geschrokken toen ik bij een routinecontrole mijn papieren moest tonen. De agent bekeek mijn papieren en zei: ‘Zo, jij bent Mamadou Bah’. Ik kreeg direct handboeien om en werd naar het politiekantoor gebracht. Ik vroeg me af wat er aan de hand was en wat ik gedaan had. Ik stelde me veel vragen. Maar eens in het commissariaat was het duidelijk. Ik werd totaal vernederd. Ik moest alle kleren uitdoen. Ik was erg moe want ik kwam van mijn werk. Ik stond daar volledig naakt en dan kwam hun vraag: ‘zal je blijven met de kranten spreken?’

“Het is belangrijk dat we allemaal samen strijden. We voeren dezelfde strijd. Zelfs indien ik op een dag bescherming zou genieten in België zal ik het daar niet bij laten, ik zal blijven strijden. Al was het maar om mijn kameraden in Griekenland bij te staan.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie