Brandweer in actie. Traangas en matrakken kunnen strijdbaarheid niet blussen

Van de zowat 17.000 brandweerlieden in ons land, kwamen er afgelopen vrijdag 1.000 tot 1.500 naar Brussel om te protesteren. Ter vergelijking: het zou overeenkomen met ongeveer 50.000 betogende personeelsleden uit het onderwijs. De aanleiding voor dit protest is de hervorming van het statuut van de brandweerlieden en het gebrekkige antwoord van de regering op de problemen waar al langer op wordt gewezen. De poging om het protest aan banden te leggen met traangas en matrakken was tevergeefs. De ‘neutrale zone’ werd al gauw ingenomen door de brandweerlieden die een onderhoud met de regering eisten.

Verslag door een Brusselse militant van LSP (foto: Collectif Krasnyi)

Geen algemene steun voor beroepsfederatie

De woede is groot onder de brandweerlieden. Ze keren zich ook tegen de eigen beroepsfederatie. Die wordt door sommigen gezien als een “vriendengroepje van officiers die hun eigen belangen verdedigen” terwijl de zachtere opmerkingen in de richting gaan van “verwijderd van de realiteit”. De kritiek komt er op neer dat de verantwoordelijken aan de top wat extra zullen krijgen terwijl de gewone brandweerlieden 10% van hun loon moeten inleveren. De commentaren van brandweerlieden op de site van de krant Le Soir zijn scherp: “De federatie is een vriendenclub, geen vakbond, en dus moet ze niet over het statuut onderhandelen. De federatie steunt ons niet, waarom zouden wij haar dan wel steunen? De officiers krijgen inderdaad een extra graad en een loonsverhoging en zij zullen dus wel tevreden zijn.” In La Libre verscheen een opiniestuk door brandweerlieden: “We hebben de indruk dat de onderhandelingen […] zich boven de hoofden van het personeel aan de basis afspelen en dat sommige ‘officiële’ gesprekspartners van het ministerie van Binnenlandse Zaken vooral opkomen voor een klein groepje mensen en niet voor de volledige beroepsgroep.”

De federatie betreurde dat de ‘compromissen’ niet werden gerespecteerd. Het is natuurlijk gemakkelijk om dat van bovenaf te verklaren. De brandweerlieden toonden op overtuigende wijze dat zij een andere mening zijn toegedaan.

Regering krijgt geen vrijspel

De betogende brandweerlieden waren evenmin zacht voor de regering. De beruchte ‘onderhandelingen’ vonden in een gespannen sfeer plaats. Er werden geen documenten op voorhand verspreid, de vakbondsverantwoordelijken konden niet met de basis communiceren en er waren geen ernstige voorstellen om over te onderhandelen. Een dergelijk gebrek aan respect is beledigend.

De voorstellen van de regering bestonden uit het opleggen van fysieke proeven voor de brandweerlieden (wat door velen al langer werd gevraagd) terwijl er de afgelopen 30 jaar niets op dat vlak werd gevraagd van de brandweerlieden (wat ze zelf vreemd vinden). Maar van de ene dag op de andere worden nu enorme niveaus voor de tests vereist, terwijl het nodig is om zoiets geleidelijk te doen door het terrein voor te bereiden.

Er wordt voorgesteld om de hervorming voor de helft te laten betalen door de federale regering en voor de helft door de gemeenten (of de regio waar de kazerne zich bevindt). Iedereen weet echter dat de gemeentelijke financiën er niet goed voor staan, onder meer door het faillissement van de Gemeentelijke Holding die met Dexia ten onder ging. Het resultaat is dat gemeenten mogelijk extra belastingen zullen opgelegd worden of dat er onvoldoende middelen voor de brandweer zullen zijn, of een combinatie van beide. Het besparingsbeleid wordt op alle beleidsniveaus gevoerd en alle beroepsgroepen liggen onder vuur.

De kwestie van het statuut blijft tenslotte een grote stap achteruit voor de brandweerlieden die vrezen dat een harmonisatie van alle statuten, maar dan naar beneden, niet overeenstemt met de reële noden van de brandweerlieden, zowel bij de professionele als de vrijwillige brandweer. Brandweerdiensten zijn nochtans essentieel voor de veiligheid van de bevolking.

Beloften en compromissen

Na afloop van de acties titelde de krant La Libre dat de “brandweerlieden gerustgesteld werden door Joëlle Milquet”. De reacties onder de betogers waren duidelijker, daar bleek dat de brandweerlieden zich niet zullen laten doen en dat de minister er niet aan moet denken om hen iets te lappen.

Het feit dat de betogers werden onthaald met traangas en matrakken is evenmin een element dat het vertrouwen versterkt. Minister Milquet beloofde om een “overgangsfase” voor de hervorming in te voeren en dit via een “commissie” waarin de vakbonden vertegenwoordigd zijn en waarin de teksten van de hervormingen zullen besproken worden. Het gaat om een klassieke tactiek van de elite: de vertegenwoordigers van de betogers in commissies onderdompelen om de strijd tegen de sociale afbraak af te remmen. Maar dat er sociale afbraak komt, staat vast. Alle machtsinstanties dringen aan op besparingen. Onderwijzend personeel, brandweerlieden, gemeentepersoneel,… allemaal worden ze aan dezelfde logica onderworpen, ook al zijn er verschillen qua ritme.

De vakbondsleiders stelden dat ze tevreden zijn dat er onderhandelingen komen, maar ze moesten meteen aankondigen dat er bij onvoldoende inhoud van de voorstellen meteen opnieuw zal betoogd worden. De basis van de brandweerlieden is waakzaam en staat klaar om terug op straat te komen wanneer nodig.

Repressie faalt

De regering kan er zich maar beter van bewust zijn dat het ongenoegen van de brandweerlieden hier niet zal stoppen. De brandweerlieden weten bovendien ook dat ze de beperkte resultaten van afgelopen vrijdag enkel afdwongen omdat ze zich niet lieten doen door de politie.

De woede neemt toe en de regering zal zich voorbereiden op nieuwe acties. Ze verklaarden al in de media dat de brandweerlieden publieke voertuigen gebruikten voor hun eigen belangen. De repressieve mogelijkheden worden uitgebreid om tegen nieuwe acties te kunnen optreden. De beroepsfederatie bracht overigens gelijkaardige kritieken op de actievoerders.

Nood aan veralgemeende strijd

Deze situatie stelt de kwestie van een actieplan. De brandweerlieden mogen niet aan hun lot overgelaten worden. Ze voeren doeltreffende en strijdbare acties, maar dit mag niet geïsoleerd van de rest van de samenleving gebeuren.

Er is nood aan een strijdbaar actieplan dat alle slachtoffers van het besparingsbeleid verenigt om de aanvallen af te wenden en de asociale maatregelen te stoppen. Om blijvende verworvenheden af te dwingen, moeten we ons verenigen achter een duidelijk programma dat gericht is op de behoeften van de bevolking en niet op de dictaten van de markten en de kapitalistische economie. Om zo’n programma te verdedigen, is er meer nodig dan wandelingen tussen Brussel-Noord en Brussel-Zuid.

De alliantie D19-20, een nooit geziene samenwerking tussen melkproducenten en syndicalisten die samen ingaan tegen de besparingen van de EU, zal donderdag een blokkade voeren tegen de Europese Top. Wij steunen dit initiatief en nemen er actief aan deel. Dergelijke acties verdienen navolging, ze vormen een uitdrukking van een radicalisering en een bereidheid om de strijd aan te gaan.

De ideeën van meer strijdbare acties en een offensieve opstelling komen boven drijven en zoeken naar een uitdrukking. Om het besparingsbeleid volledig te blokkeren, moeten we collectief werken aan een oplopend actieplan waarbij ook het wapen van de algemene staking(en) wordt ingezet, zowel in België als op Europees niveau.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie