Sri Lanka. Geen uitweg op basis van extremistisch en chauvinistisch boeddhisme

Bijna vijf jaar na het einde van de burgeroorlog in Sri Lanka gaat de klassenoorlog onverminderd verder. Gelijkaardige brutale methoden worden toegepast tegen alle werkenden en arme boeren om het asociale beleid opgelegd te krijgen. Om dit verkocht te krijgen, heeft het regime van president Rajapakse steeds meer nood aan Singalees chauvinisme en wordt het dictatoriale karakter van het regime versterkt. Een verslag van de discussie over Sri Lanka op het IEC, de internationale leiding van het CWI, begin december.

Regime voert strijd tegen alle onderdrukten

De verwachtingen in economische groei na het einde van de burgeroorlog worden steeds meer doorprikt. De regering hoopte op een jaarlijkse groei van 8% maar kwam vorig jaar niet verder dan 6,2%. Voor dit jaar kan het wel eens tot 5,5% afnemen. Bovendien is die groei dan nog in grote mate toe te schrijven aan grote projecten op basis van buitenlandse leningen of direct door buitenlandse krachten uitgevoerd. Er worden grote bouwwerven opgetrokken voor wegen, havens en luchthavens, maar die vormen vooral een zeepbel.

De regering doet er alles aan om buitenlandse investeringen en toeristen aan te trekken, maar slaagt daar amper in. De devaluatie van de munt met ongeveer 30% op twee jaar tijd moest de export stimuleren, maar creëerde vooral een grotere schuldencrisis. Het regime kreeg steeds opnieuw leningen van het IMF en de Wereldbank, maar ook vanuit India en China. Maar de last van die leningen wordt stilaan ondraaglijk. De pogingen om van Sri Lanka een economisch rolmodel te maken, slaan stilaan over in een wegglijden van het land in een schuldenmoeras.

De inhaligheid van de kleine heersende kliek, in feite vooral de familie van de president, gaat gepaard met corruptie en verspilling. De prestigeprojecten, zoals de haven van Hambantota of het grote casino dat in Colombo werd opgezet, leveren niet de verwachte economische opleving op. Er wordt gebouwd en wegen aangelegd, maar dat is enkel voor het imago. Er zijn grote ziekenhuizen, met mooie wegen en er zijn scholen. Maar het zijn ziekenhuizen zonder dokters en scholen zonder leraars en andere middelen. Tegelijk staat de theesector onder druk, onder meer door de concurrentie vanuit Kenya. De textielsector kent druk van landen met nog lagere lonen zoals Bangladesh. De ramp waarbij honderden textielarbeiders in Bangladesh omkwamen toen hun fabriek instortte, geeft aan welk soort arbeidsomstandigheden de textielbazen voor ogen hebben. Ook in Sri Lanka staan de levensstandaard en de arbeidsomstandigheden onder druk, onder meer door de snel stijgende prijzen voor basisproducten, de groei van de informele sector en de opkomst van ‘vrijhandelszones’ met slechte arbeidsvoorwaarden en beperkte lonen.

Veel gewone gezinnen zijn steeds meer afhankelijk van bijdragen die ze krijgen van familieleden die werkzaam zijn als soldaat, huispersoneel in het Midden-Oosten of als arbeider in de zogenaamde ‘vrijhandelszones’. De kloof tussen stad en platteland is toegenomen, op het platteland was er geen ontwikkeling. Tegen de achtergrond van een wereldwijde crisis die ook steeds meer gevolgen heeft in India en China, ziet het er niet naar uit dat de economische problemen in Sri Lanka beperkter zullen worden.

Welke verzoening?

Bijna vijf jaar geleden werd het officiële einde van de burgeroorlog met de Tamil Tijgers aangekondigd. De humanitaire ramp van de grootschalige genocide onder de volledige Tamilminderheid in het noorden en het oosten van het land, werd nadien toegedekt in een doofpot. Van verzoening is geen sprake en ondertussen wordt ook het leger verder versterkt. Waar defensie tijdens de oorlog goed was voor een budget van 1,1 miljard euro is dat voor 2013 opgelopen tot 1,7 miljard euro! Dat cijfer maakt meteen duidelijk waar de prioriteiten van deze regering liggen.

In het kader van de recente top van het Britse Gemenebest, de Commonwealth Heads of Government Meeting (CHOGM), in Colombo was er opnieuw aandacht voor de oorlogsmisdaden. Afgelopen zomer was er een bezoek door Navi Pillay, de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN, waarbij kritiek werd gegeven op de regering. Met minstens 40.000 doden op enkele weken tijd bij het einde van de oorlog, blijft de kwestie van mensenrechten en oorlogsmisdaden een moeilijk thema voor de regering. Mogelijk komt er in maart een resolutie van de VN Mensenrechtenraad waarin de rol van de president, de minister van defensie (en tevens broer van de president) en toplui van het leger wordt aangeklaagd.

Alle pogingen van de regering om de oorlogsmisdaden toe te dekken, waren onhandige en weinig verdoken pogingen om de kritiek in de kiem te smoren. De Lessons Learnt and Reconciliation Commission (LLRC) was een maat voor niets, de nieuwe commissie om verdwenen personen op te sporen kreeg zes maanden om tegen maart een rapport op te maken maar staat nog nergens. Er zijn duizenden mensen verdwenen, regelmatig duiken nieuwe massagraven op. Zo werd recent een massagraf met 150 lijken gevonden, doden die vielen onder een offensief door het leger toen de commandant in dat gebied Godabaya Rajapakse was, de broer van de president die nadien minister van defensie werd.

Het vestigen van kolonies van Singalezen in het noorden van Sri Lanka zal de nationale spanningen niet doen afnemen. Onder de Tamilbevolking is de afkeer tegenover het establishment erg groot, dat bleek nog bij de recente provinciale verkiezingen waar de Tamil National Alliance een sterke score haalde. Die burgerlijke nationalistische kracht werd meteen afgedreigd. De legerverantwoordelijke in het noordelijke Jaffna verklaarde dat “wie de verkiezingen wint, best geen problemen creëert” met de weinig subtiele opmerking dat wie wel problemen zoekt, het lot van Prabacharan zal vinden (Prabacharan was de leider van de LTTE die door het Sri Lankese leger werd vermoord). In het noorden blijven de onderdrukking en repressie overeind.

Tegelijk doet Rajapakse beroep op extremistische boeddhistische krachten om zijn bewind goed te praten en als intimidatie tegen al wie het niet met hem eens is. Dit is ook gericht tegen eventuele oppositie in het zuiden van het land. De repressie en militarisering in het noorden zijn een voorbode van wat ook het zuiden van het land te wachten staat. De boeddhistische extremisten, onder meer van de BBS (Boeddhistische brigade), gaan fel tekeer tegen moslims, moskeeën en zakencentra van moslims. Ze verklaren zelf dat ze de onofficiële politie van het land vormen. Vandaag pakken ze vooral moslims aan in het kader van een verdeel-en-heerspolitiek die uiteindelijk tegen de volledige arbeidersbeweging is gericht.

Politieke en syndicale oppositie nodig

Sinds het neerslaan van de algemene staking van 1980 is de positie van de vakbonden steeds verder ondermijnd. Het aantal werkenden dat deel uitmaakt van een vakbond is sindsdien van 25% afgenomen tot 13%. Vandaag zijn de meeste vakbonden verbonden aan politieke partijen en ontbreekt het aan een strijdbare positie en actie. Het falen van links heeft ruimte gelaten aan reactionaire krachten, ook op syndicaal vlak. Dat is onder meer het geval onder de plantagewerkers, de Indische Tamils die destijds naar Sri Lanka werden overgebracht.

Eerder dit jaar was er voor het eerst een poging om een algemene staking te organiseren. Het was geen overweldigend succes, maar wel belangrijk als stap in de heropbouw van de traditie van syndicale strijd. Wij pleiten voor vakbondscomités in alle bedrijven over de vakbondsgrenzen en politieke affiliaties heen en onder democratische controle van de basis. Met een regering die stelselmatig de kant van de werkgevers kiest en de deur openzet om de erkenning van vakbonden moeilijker te maken, wordt een verderzetting van het huidige offensief op de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking voorbereid.

Op politiek vlak kent Sri Lanka een lange geschiedenis van een sterke linkerzijde. Het verraad door verschillende arbeiderspartijen heeft ruimte gecreëerd voor nationalistische krachten. Zo ontstond de JVP, een zogenaamd linkse partij die marxistische retoriek combineert met een virulent Singalees chauvinisme. Recent kende de JVP een afsplitsing in de vorm van de Frontline Socialist Party (FSP). Dat was een linkse afsplitsing met vooral jongeren. Ondanks de problemen met de JVP in het verleden, met inbegrip van fysieke bedreigingen tegen onze leden, hebben wij een discussie opgestart met de FSP. Maar er is verdeeldheid binnen die formatie, veel jongeren beseffen dat het nationalisme van de JVP een doodlopend straatje vormt, maar ze weten niet waar ze dan wel naar toe willen. Door de verwarring in de JVP zijn wellicht al zo’n 2.000 militanten van de partij opgestapt.

In de hele regio staan krachten die uit de maoïstische traditie voortkomen onder druk. De Nepalese maoïsten zijn opnieuw gesplitst en ook in India is dat het geval met een deel dat zich naar de steden wil richten. Ook bij andere linkse krachten is er verwarring, sommigen richten zich vooral op het establishment en kennen interne verdeeldheid (dat is bijvoorbeeld het geval met de NSSP). De discussie over hoe we links echt kunnen versterken en uitbouwen, is belangrijk. Daarbij is de kwestie van programma essentieel. Een consequent programma rond een klassenstandpunt en met een socialistisch perspectief is het enige antwoord op de politieke, economische en sociale crisis.

De officiële oppositiepartij UNP (United National Party) staat onder druk. De afbrokkeling van traditionele partijen is een proces dat in de volledige regio merkbaar is. In Pakistan werd de Pakistani People’s Party totaal van de kaart geveegd in de grootste provincie Punjab. In India zijn zowel Congress als de hindoenationalistische BJP afhankelijk van lokale partijen waarmee ze samenwerken, zelf vormen ze amper nog nationale partijen. De UNP slaagt er amper in om een ernstige oppositie tegen het beleid op te werpen. Maar ook in de heersende SLFP (Sri Lanka Freedom Party) is er groeiend ongenoegen en zijn er tegenstellingen, met onder meer oppositie rond de voormalige president Chandrika Kamaratunga.

Wij staan voor de uitdaging om de enorme traditie van de Sri Lankese linkerzijde opnieuw op te bouwen. Dat is niet evident tegen de achtergrond van een elite die de macht probeert te consolideren op basis van repressie en chauvinisme. De strijd voor democratische rechten staat centraal, maar kan niet succesvol worden besloten indien het niet gekoppeld wordt aan een strijd voor een socialistisch alternatief. De United Socialist Party is nog steeds een kleine kracht, maar ons publiek profiel is sterk. Onze centrale uitdaging vandaag is om stand te houden en nieuwe generaties activisten politiek te vormen doorheen deelname aan strijdbewegingen.


Engelstalige brochure

De perspectieventekst van het recente congres van de United Socialist Party werd in het Engels vertaald en is als brochure verkrijgbaar. De brochure telt 38 pagina’s en wordt aan een solidariteitsprijs van 3 euro verkocht. Contacteer ons via redactie@socialisme.be als je een exemplaar wil.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie