35 jaar geleden. De moord op Guiseppe ‘Peppino’ Impastato

Begin november worden traditioneel overledenen herdacht. Een goede gelegenheid om de lezers kennis te laten maken met ‘Peppino’, een voortrekker van het verzet tegen de Italiaanse maffia die er zelf slachtoffer van werd. Naar aanleiding van de film ‘I cento passi’ schreef Alex, een lid uit Antwerpen met Italiaanse roots, een stuk over Peppino.

Artikel door Alex, Antwerpen

Het leven van Peppino

Giuseppe Peppino Impastato werd geboren in Cinisi, in de provincie Palermo, in een Siciliaanse maffiafamilie. Zijn vader, Luigi Impastato, was in interne ballingschap gestuurd tijdens het fascistische tijdperk van Mussolini. Hij was een goede vriend van maffiabaas Gaetano Badalamenti. De schoonbroer van Luigi, Cesare Manzella, was een belangrijke maffiabaas die in 1963 met een autobom werd gedood. Peppino was toen 15 jaar en besefte dat er iets moest gebeuren tegen de macht van de maffia in Sicilië. "Is dit echt maffia? Als dit de maffia is, zal ik de rest van mijn leven tegen hen vechten”, zou hij gezegd hebben.

Als puber verbrak Peppino de betrekkingen met zijn vader die hem uit huis had geschopt voor zijn activisme tegen de maffia. Hij werd lid van de van de linkse PSIUP partij (Italiaanse Socialistische Partij van Proletarische Eenheid) en snel begon hij een nieuwsbrief “l’idea socialista” te maken. In 1968 leidde hij een strijd van boeren rond Cinisi wiens land werd onteigend om er een derde landingsbaan te bouwen voor de luchthaven van Palermo. Peppino betrok de bouwarbeiders en werklozen bij de strijd tegen de controversiële landingsbaan. Er waren debatavonden, film- en theatervoorstellingen en caféavonden om jongeren bij de strijd te betrekken.

In 1976 richtte hij het zelf gefinancierde radiostation “radio Aut” op om de strijd tegen de maffia in de ether aan te gaan. Hij stelde: “Ze kunnen ons alles afnemen behalve de zendfrequentie want die is vrij”. Peppino gebruikte humor en satire als wapen tegen de maffia. In zijn populaire dagelijkse radioprogramma “Onda pazza” (Gekke Golf) bespotte hij politici en maffiosi op alle vlakken. Ook ging hij dagelijks in tegen de misdaden en de activiteiten van de maffiosi in ‘Mafiopoli’ (Cinisi) en Tano Seduto in het bijzonder, een nauwelijks verhuld pseudoniem voor Don Tano Badalamenti, de leider van de maffia in Cinisi. De autoriteiten zagen Peppino en zijn vrienden als ‘ongewenste elementen’ en alleszins niet zo gerespecteerd als de maffiamannen.

Peppino‘s broer Giovanni zei op de Italiaanse Antimaffia Commissie na zijn dood: "Het leek erop dat Badalamenti geliefd was bij de carabinieri [militair korps van de gendarmerie in Italië]. Hij was kalm, betrouwbaar, en maakte graag met iedereen een praatje. Het voelde bijna alsof hij ze een gunst deed en er hoogst persoonlijk voor zorgde dat Cinisi een rustig stadje was. Als er iets was, waren wij het die van overlast beschuldigd werden omdat we gezagsondermijnend waren. Dit was dat de carabinieri dachten. Als ik de kans had om met een van hen te spreken – wat niet vaak gebeurde, want ik vertrouwde ze ook niet – stelde ik vast ze steeds dachten dat Tano Badalementi een gentleman was terwijl ze ons als onruststokers zagen. Je kunt geen vertrouwen hebben in instellingen die arm in arm met de maffiosi gaan.”

Peppino en zijn vrienden waren een doorn in het oog van de maffia. Blijkbaar had zijn vader geprobeerd om hem te beschermen, maar toen die in 1977 zelf omkwam bij een auto-ongeluk stond niets nog een politieke moord in de weg.

Dood en verkiezingen

In 1978 kwam Peppino Impastato op als kandidaat voor Democrazia Proletaria (Proletarische Democratie) bij de gemeenteraadsverkiezingen in Cinisi. Hij werd tijdens de campagne vermoord. Dat gebeurde in de nacht van 8 op 9 mei 1978 toen een autobom ontplofte. De maffia wilde hem als linkse terrorist voorstellen, op dezelfde dag werd het lijk van oud-premier Aldo Moro ontdekt in Rome en de maffia wilde het voorstellen alsof Peppino daar iets mee te maken had.

Twee dagen na de moord werd Peppino postuum verkozen in de gemeenteraad. Zijn begrafenis werd een politieke betoging om de “ideeën en de moed van Peppino” te herdenken en de strijd verder te zetten.

De link naar vandaag

Spijtig genoeg was Peppino niet de laatste linkse militant die vermoord werd omwille van zijn ideeën. Dit jaar alleen volgden in Europa Pavlos Fyssas en Clément Méric, twee slachtoffers van fascistisch geweld. Ze werden op verschillende manieren vermoord, maar werden elk gekenmerkt door een strijd voor een betere maatschappij zonder corruptie, haat, racisme en discriminatie.

De noodzaak van actief verzet en massamobilisatie blijft op de agenda staan. Ook hier in België zien we dat de repressie van activisten, betogers en individuen die zich tegen het huidige besparingsbeleid verzetten, niet zomaar kan passeren. Laat ons bouwen aan een actief verzet van de basis om zo een verschil te maken. We herdenken alle activisten die onnodig gestorven zijn omdat ze de strijd voor een andere samenleving aangingen. Als wij, zoals hen, niet overgaan tot mobilisatie en verzet, zal niemand het in onze plaats doen.


Bron

  • http://en.wikipedia.org/wiki/Giuseppe_Impastato
  • ”I cento passi”, film over leven van Peppino
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie