Vijf jaar crisis: nog steeds gegijzeld door de banken en een kapitalisme in verval

Vijf jaar geleden, op 15 september 2008, ging de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers failliet. Wat toen volgde, hadden de burgerlijke politici, de meest gerespecteerde opiniemakers, de hele karavaan van geleerde koppen en specialisten niet zien aankomen: een crisis die het wereldkapitalisme tot in de kern bedreigde. Hoe was zoiets mogelijk?

Artikel door Peter Delsing uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

Los van de problemen waar de elite mee werd geconfronteerd, waren er de rampzalige gevolgen voor grote delen van de wereldbevolking. De economische crisis van 2008 was mee de aanzet voor een golf van opstanden en revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In Amerika leidde het tot miljoenen mensen die hun huis of job, of allebei, verloren, maar ook tot een complete verandering in de politieke discussie. De Occupy-beweging kloeg de heerschappij van de ‘rijkste 1%’ aan en kon op brede sympathie bij de werkende bevolking rekenen. In Europa zorgde de crisis – naast een resem besparingspakketten – voor een dramatische stijging van de werkloosheid, vooral ook onder jongeren. In Zuid-Europa resulteerde dit in pleinbezettingen en algemene stakingen. Griekenland wordt vandaag in de leefomstandigheden van een neokoloniaal land teruggeworpen. Het zag de opkomst van een openlijk fascistische partij als Gouden Dageraad, die door delen van de burgerij mee in de regering wil worden geplaatst.

Bailout van de banken redt het systeem tijdelijk

Volgens het zakenblad Business Week mobiliseerde Bernanke, voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de leiders van het Congres met de woorden: “Als we niet onmiddellijk handelen, hebben we tegen maandag geen economie meer”.

Zijn collega Hank Paulson, de minister van financiën onder president Bush, stelde over deze bijeenkomst: “Ben en ik schetsten een beeld waarbij het financiële systeem aan het vastlopen was. De banken leenden niet meer aan mekaar. Het krediet vloeide niet meer op een normale manier. Ik zag een werkloosheid van 25%, wat we hadden tijdens de Grote Depressie. Er zou een ramp plaatsvinden als we niet onmiddellijk handelden.”

In die termen beschreven de beheerders van het systeem, die er met hun neus opzaten, de betekenis van de crisis. Binnen de kortste keren werden de grote banken, verzekeraars, autoproducenten als General Motors,… op een bailout van 800 miljard dollar getrakteerd. Honderden kleinere banken gingen echter failliet. In België bedroeg de steun aan de banken 25 miljard euro, die wij nu mogen betalen met besparingen. Maar ook in China werd er een massief programma van stimulering van de economie in de steigers gezet, wat de wereldeconomie – en vooral groeilanden als Brazilië, Rusland, India, Turkije,… – een markt voor hun producten opleverde.

Het zijn die ongeziene stimulansplannen, in combinatie met nog een zekere groei van de internationale handel, die het wereldkapitalisme voor een ineenstorting hebben behoed. In de VS heeft de Federal Reserve voor ongeveer 3600 miljard dollar in overheidsobligaties en in de banken gestoken (door aandelenpakketten van hen op te kopen, vooral gebaseerd op dubieuze hypotheekleningen). Dat is meer dan 20% van wat er in de VS op een jaar wordt geproduceerd, een immense som. Eind 2011 en begin 2012 schreef de Europese Centrale Bank (ECB) meer dan 1000 miljard euro aan goedkope 3-jarige leningen uit. Die moesten verhinderen dat een reeks zombiebanken overkop ging en dat er een nieuwe financiële crisis zou losbarsten. Honderden Europese financiële instellingen maakten hiervan gebruik. Vandaag wordt er gesteld dat een nieuwe ronde van leningen nodig zou zijn, om vooral de Zuid-Europese banken van een bankroet te redden.

Kapitalisme eeuwig aan de baxter van goedkoop krediet?

Het systeem lijkt wel gedrogeerd door leningen en goedkoop krediet. Telkens wanneer de Federal Reserve in de VS suggereert om haar steun aan de banken en lage rentepolitiek af te bouwen, begint het te rommelen op de beurzen. Hoe komt dit?

De realiteit is dat grote banken al lang niet meer hoofdzakelijk winst maken door het geld dat ze krijgen op spaarboekjes uit te lenen aan bedrijven of gezinnen. Het kapitalisme kampt sinds een aantal decennia, vooral sinds de jaren ‘70, met een neiging naar overaccumulatie van kapitaal en een dalende winstgevendheid in de reële economie. Dit waren zaken waar Marx reeds op had gewezen en waar zijn arbeidstheorie van de waarde – waarbij arbeidstijd de essentiële factor achter prijzen is – als enige een verklaring voor bood. Uitbuiting – toeëigening van onbetaalde arbeid – en neoliberale aanvallen op lonen en uitkeringen verscherpten de kloof tussen de rijken en de meerderheid van bevolking. Deze ontwikkeling droeg bij tot een tragere economische groei. Het stijgende aandeel van machines en technologie in de productie, tegenover arbeidskrachten die werden weggesaneerd of minder snel groeiden, zorgde voor minder ‘onbetaalde arbeid’ – en dus winst – per product en een zich wenden naar de financiële sector, waar op grotere winstmarges kon worden gegokt.

De banken waren cruciaal om, in een periode van dalende koopkracht en structurele werkloosheid sinds de jaren ‘80, een meer fundamentele crisis uit te stellen. Ze gingen steeds meer teren op extra geleend geld – en niet het uitlenen van spaargelden die bij hen waren gedeponeerd – om de economische groei gaande te houden. Op basis van fictief kapitaal – waarden die niet voortkwamen uit de productie, maar werden tevoorschijn getoverd op computerschermen – werden bedrijven, regeringen en gezinnen in stijgende lijn voorzien van kredieten. Het ging om een massale, kunstmatige creatie van geld, kunstmatig aangedreven groei en de vorming van een zeepbeleconomie. Een economie waarin trager werd geïnvesteerd in reële productie, en zeker in jobs, maar steeds meer werd gegokt met steeds exotischere beursproducten.

De grootste Amerikaanse bank, JP Morgan Chase, had op 30 juni 2.400 miljard dollar eigen vermogen (niet-geleend geld, gebouwen, materiaal,…). Daartegenover had de bank 2.200 miljard dollar schulden of betalingsverplichtingen: 1.200 miljard in deposito’s of spaargeld, 1.000 miljard aan andere schulden. Bij veel banken is het routine om meer dan 90% schulden te hebben tegenover het eigen vermogen, wat bij andere kapitalistische bedrijven uitzonderlijk zou zijn. Gezien het systeembelang wordt er zowel door de bank-CEO’s als hun kredietverstrekkers van uitgegaan dat de regeringen wel telkens zullen bijspringen. Bij een volgende crisis zou dat wel eens anders kunnen uitdraaien: de regeringen kunnen met hun schulden geen nieuwe massale bailout meer aan. In Cyprus kregen we een voorsmaakje van de ‘bailin’, waarbij aandeelhouders en zelfs rekeninghouders inleveren.

Zeventig jaar geleden hadden banken ongeveer 20 à 30% aan eigen kapitaal op hun totale schulden. Tegen 2008 was dat gezakt tot amper 3%! Vandaag zet Wall Street een gevecht op tegen pogingen om dat op te trekken tot 5% eigen kapitaal voor individuele banken. Volgens de laatste Europese normen, vervat in Basel III, blijft het mogelijk om tot 97% van de eigen assets met geleend geld, in de plaats van eigen kapitaal, te financieren. De banken mogen dan al deels hun schulden wat hebben afgebouwd, met zulke waanzinnige normen blijven ze een albatros rond de nek van het kapitalisme in crisis. Daarbij komt nog dat hun boekhoudingen dikwijls ondoordringbaar blijven en dat, wat de VS betreft, de investeringen in risicovolle ‘afgeleide producten’ (waarbij, bijvoorbeeld, simpelweg wordt gegokt op de toekomstige prijs van aandelen of grondstoffen) zelfs niet onder het officiële vermogen zijn opgenomen.

Voor JP Morgan Chase draait deze handel in financiële derivaten om 70.000 miljard dollar, meer dan vier keer de volledige Amerikaanse economie! Volgens de financiële analist Steve Denning bestaat ongeveer tweederde van de winst van de grote banken vandaag uit handel in aandelen en financiële derivaten, gekocht overwegend met geleend geld. Het is niet moeilijk om te zien hoe een volgende economische crisis die de aandelen- en derivatenmarkten naar beneden doet duikelen gemakkelijk de nog steeds zwakke kapitaalbasis van de banken kan wegvegen.

De wereldwijde handel in afgeleide beleggingsproducten is goed voor 700.000 miljard dollar – 10 keer de wereldeconomie! En van de CEO van Dexia weten we, uit een interview in De Tijd, dat zijn bank “om zeep” is bij een crisis die de regeringen in Italië of Spanje zwaar zou raken. De 54 miljard euro waar de Belgische regering zich voor heeft garant gesteld zou de Belgische staat snel tot de bedelstaf kunnen veroordelen. En daarmee nieuwe, staalharde aanvallen van het kapitaal op onze sociale zekerheid uitlokken.

Kortom, vijf jaar na de crisis is er niets fundamenteel opgelost. De speculanten zijn nog rijker geworden, terwijl ze ons de rekening doorschoven. De grote banken kunnen nu hele landen in het bankroet meesleuren en grote delen van de wereldeconomie destabiliseren, met niet een maar helaas vele Spanjes en Griekenlanden tot gevolg. Om ons te beschermen tegen deze ‘financiële massavernietigingswapens’ zal het niet lukken om wat meer regeltjes of transparantie op te leggen. De volledige bankensector moet worden genationaliseerd onder controle van de bevolking, in het kader van een democratische nationalisatie – door verkozen en afzetbare comités van werkenden en jongeren – van de rest van de industrie en de economie, waar de kapitalistische crisis uiteindelijk is begonnen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie