VS. Een levendig beeld van de neergang

“Niemand kan zeggen wanneer de neergang begon, wanneer de spoel die de Amerikanen samen hield in een veilige en soms beklemmende greep begon te lossen. Zoals alle grote veranderingen, begon het afwikkelen ervan ontelbare keren op talloze manieren – en op een bepaald ogenblik overschreed het land, nog steeds hetzelfde land, een historische grens en werd het onherroepelijk anders.” Zo begint George Packer zijn boek ‘The Unwinding’ waarin hij een vernietigend beeld brengt van het VS-kapitalisme in neergang.

Dossier door Peter Taaffe uit het magazine Socialism Today

Eerder omschreef Karl Marx de val van het Spaanse Rijk als een “traag en weinig glorieus verval”. Het verschil is dat de Spaanse neergang eeuwen aansleepte, terwijl de ineenstorting van de VS – dat nog steeds de sterkste kapitalistische macht op de planeet is – op amper 50 tot 60 jaar plaats vindt.

De auteur gebruikt dezelfde methode als John Dos Passos in zijn boek ‘USA’. Hij wisselt verhalen van individuen – van de rotte top van het kapitalisme tot diegenen die neergedrukt worden door dit system – af met nieuws uit de kranten en de media om de economische, sociale en politieke ineenstorting van de VS te beschrijven. Het verschil is het tijdperk waarin beide boeken verschenen. Dos Passos schreef ten tijde van de Russische revolutie en de enorme impact ervan op de VS, een impact die in het hoofdstuk onder de titel 1919 heel sterk aan bod kwam. Het boek van George Packer beschrijft zowel in de individuele voorbeelden als de algemene analyse de effecten van de sociale, economische en tot op zekere hoogte ook culturele contrarevolutie doorheen het neoliberalisme met een openlijke aanval op de levensstandaard van de Amerikaanse werkende bevolking.

Packer betreurt het einde van wat hij “de Roosevelt-republiek” noemt, een system dat na bijna een halve eeuw ten einde kwam. Hij stelt: “Het vacuüm werd gevuld door de sterkste kracht in het Amerikaanse leven, het georganiseerde geld.” Maar de koningen van het geld – de kapitalistische klasse – hadden altijd de controle, ook onder Roosevelt. Een van de verschilpunten was dat Roosevelt bij gelegenheden moest ingaan tegen zijn eigen klasse en daarbij soms de haat van de kapitalisten opwekte met maatregelen waar die kapitalisten tegen waren, ook al waren ze op langere termijn nuttig voor hen.

De afgelopen 50 jaar waren de meeste presidenten – zeker sinds de moord op Kennedy – en de parlementen directe vertegenwoordigers van het grote kapitaal. De verliezers vinden we onder de overgrote meerderheid van de werkende klasse, die soms als ‘middenklasse’ wordt omschreven. De Amerikaanse burgerij gebruikt die term van middenklasse erg bewust en Packer neemt het over. De burgerij doet dit om de onvermijdelijke opkomst van een klassenbewustzijn onder de arbeiders af te remmen. Dat zal evenwel niet lukken, de bewegingen en zelfs revolte van de laag betaalde werkenden in de VS maakt dit duidelijk.

Illusie van vrijheid

‘Amerikaanse vrijheid’, het steeds terugkerende refrein van de burgerij, haar partijen en media, wordt door de auteur ontmaskerd als een achterhaald idee, zelfs indien er nog miljoenen Amerikanen in geloven. “Winnen en verliezen zijn onderdeel van Amerikaanse spelen. Bij het afwikkelen van het systeem winnen de winnaars meer dan ooit, ze drijven weg als opgeblazen luchtschepen, terwijl de verliezers steeds dieper vallen vooraleer ze de bodem bereiken, iets wat ze nooit doen. Zoveel vrijheid laat je aan je lot over. Er leven meer Amerikanen dan ooit tevoren alleen, maar zelfs een gezin kan geïsoleerd leven en net overleven in de schaduw van een enorme militaire basis waar geen levende ziel een handje toesteekt.” In het ‘Communistisch Manifest’ maakte Marx hetzelfde punt over wat in feite vervreemding onder het kapitalisme is: “Al het vaststaande vervluchtigt.”

Packer verwijst naar elementen die hij verder in het boek dieper uitwerkt als hij wijst op de enorme tegenstelling tussen de grote militaire macht van de VS en het geld dat hieraan besteed wordt, terwijl er enorme armoede in het land heerst. “Helemaal onderaan Tampa, waar het schiereiland in de zee eindigt, bevindt zich MacDill Air Force Base, de thuisbasis van het centrale commando van de VS. Wereldbekende viersterrengeneraals als Tommy Franks of David Petraeus, maakten hier oorlogsplannen voor Afghanistan en Irak, stuurden honderdduizenden soldaten naar de oorlog, namen hier hun persoonlijke vliegtuigen om de troepen te bezoeken, begingen enorme strategische fouten en probeerden ze te laat recht te zetten. Van Egypte tot Pakistan hebben ze de autoriteit van Romeinse proconsuls. Na het Witte Huis en het Pentagon had geen enkel stukje Amerika meer macht in de Oorlog tegen het Terrorisme dan MacDill. En vier blokken verder woonden de Hartzells.”

De Hartzells staan symbool voor de miljoenen armen die in een bijna permanente onzekerheid leven. Ze zijn uit hun huis gezet omdat ze de hypotheek niet konden afbetalen, ze strompelen van de ene laag betaalde job naar de andere. Ze vinden geen werk omdat ze “de juiste look en uitstraling” missen. Toen een van de Hartzells toch een job had, toonden de bazen hem een “video over het gevaar van de vakbonden” en werd hem gezegd dat hij “onmiddellijk bij de directie moest rapporteren als hij benaderd werd door iemand van de vakbonden.”

Na een reportage op History Channel over de “strijd bij Blair Mountain, een steenkoolstaking in de jaren 1920”, begint hij vragen te stellen over wat sindsdien veranderd is. Toen was er een enorme solidariteit van de mijnwerkers doorheen West Virginia. “Mensen zijn nu te bang om bij een vakbond te gaan. In de wereld van vandaag is het elk voor zichzelf.”

Het is maar een indicatie van hoe Amerikaanse arbeiders onder de druk van de gebeurtenissen beginnen na te denken over de groeiende ongelijkheid rond hen. De recente stakingsacties van laag betaalde arbeiders en het enorme vakbondsprotest en bijna-revolte in Wisconsin in 2011 toont aan wat de VS te wachten staat. Het is geen toeval dat de Amerikaanse sympathisanten van het CWI, Socialist Alternative, recent opvallende electorale scores haalde in Seattle. Het brutaal beleid van een systeem in neergang leert de Amerikaanse arbeiders de realiteit van het kapitalisme inzien.

Het leven aan de top

Packer brengt de tegenstelling tussen wat onderaan de sociale ladder gebeurt en de luxe aan de top van de kapitalistische piramide. Hij brengt een beeld van de inhaligheid, tomeloze ambities en het steviger ellebogenwerk om mogelijke concurrenten uit de weg te ruimen. Dit wordt versterkt door een straf gastoptreden van de rechtse republikein Newt Gringich die de openlijke hypocrisie op zowel persoonlijk als politiek vlak aantoont. Er wordt ook ingegaan op het leven van een lobbyist bij het parlement en zijn wanhopige poging om tot de absolute top te behoren. “42% van de parlementsleden en de helft van de senatoren die het parlement verlaten, worden lobbyist om hun vroegere collega’s te beïnvloeden.”

Colin Powell moest als minister de leugens van het bestuur van George W Bush voor de oorlog in Irak toedekken. Ook hij wordt onder handen genomen in het boek. Packer schrijft: “Toen de oorlog begon, stelde de president dat hij sliep als een baby. ‘Ik sliep ook als een baby’, stelde [Powell]. ‘Om de twee uur werd ik al roepen wakker’.” Robert Rubin, minister van begroting onder Clinton is een ander voorbeeld in het boek. “Na een half leven bij Goldman Sachs was hij meer dan 100 miljoen dollar waard en leefde hij in een riant penthouse aan Park Avenue.” Als economische voorman in de regering van Clinton weigerde hij iedere poging tor regulering van het uit de hand gelopen financiële systeem. Wat Wall Street vroeg, kreeg het van Rubin. Packer stelt hem daarom samen met de banken voor als verantwoordelijk voor de crash van 2007-08. Het magazine Time stelde voor de financiële ineenstorting nog een ‘comité om de wereld te redden’ voor waarbij het Rubin opnam. De wereld werd niet gered. Rubin kon veilig van het centrum van de financiële macht vertrekken en nam nooit enige verantwoordelijkheid op voor de rampzalige gevolgen van zijn beleid voor de gewone bevolking. Toch duikt hij nog regelmatig in de media op om zijn standpunten uitgebreid te brengen.

Obama’s vice-president Joe Biden wordt neergezet als een erg weerzinwekkende en arrogante persoon die enkel uit is op het versterken van zijn eigen positie. Er is ook een straffe beschrijving van Sam Walton, de oprichter van Wal Mart. Het grootste Amerikaanse bedrijf is groot geworden op de kap van het personeel dat zich niet in vakbonden mag organiseren en met een eindeloze aanvoer van “Chinese goederen van slechte of zelfs gevaarlijke kwaliteit”. Wal Mart is een metafoor voor het Amerikaanse kapitalisme vandaag: “Door de jaren heen is de VS meer als Wal Mart geworden. Het werd goedkoop. De prijzen daalden en de lonen namen af. Er waren minder vakbondsrechten en meer deeltijdse jobs.”

Het succes van Wall Mart was niet in het minst toe te schrijven aan de dictatoriale omstandigheden in de winkels, zo moesten personeelsleden toelating van de lokale manager krijgen om met elkaar te mogen daten. De familie Walton is 23 miljard dollar waard en “uiteindelijk zullen de zes overlevende Waltons evenveel bezitten als de 30% armste Amerikanen.” In de beste antisyndicale tradities wordt iedereen die het aandurft om te protesteren zonder aarzelen afgedankt.

Uithuiszettingen

Langs de andere kant van de sociale kloof duikt Tammy Thomas op, een zwarte arbeidster die tegen het lot strijdt. Als moeder brengt ze een gezin groot, ze werkt in een fabriek en is actief in de vakbond. Ze vat de minachting samen die veel arbeiders voelen tegenover diegenen die hen afdoen als ‘werkschuw’. Over de rechtse republikein Mitt Romney zegt ze: “Iedereen die denkt dat werken aan de band in een fabriek een gemakkelijke job is, moet het zelf eens doen. De meesten zouden het niet overleven. Mitt Romney zijn het nog geen week volhouden.”

Maar uiteindelijk verliest Tammy haar job bij een herstructurering waarbij het staalbedrijf de deuren sluit, net zoals vele andere fabrieken in de VS tijdens de enorme desindustrialisering waarbij hele delen van het land verlaten achter blijven. Het land is nog niet hersteld van dit proces en zal dat wellicht nooit doen. Het heeft alleszins tal van gevolgen voor het leven van de gewone bevolking.

Dit wordt gedetailleerd beschreven in een vernietigend verslag van de huizencrisis in slechts een deel van de VS, met name Tampa. Er werden in Tampa alleen duizenden drama’s aangericht, velen verliezen hun huis met een uithuiszetting. Eerst werden ze verleid om een huis te ‘kopen’ met een gemakkelijke lening die beschermd is met beveiligingen, die inhouden dat de leningen werden opgedeeld in tientallen of zelfs duizenden kleine deeltjes waardoor het quasi onmogelijk is om te bepalen aan wie uiteindelijk wordt terug betaald.

Vandaag eisen financiële instellingen als HSBC Bank USA, BAC Home Loans Servicing,… dat de armen betalen, vaak worden de allerarmsten het eerste aangepakt. De industrie van de uithuiszettingen werkt bijna als een assemblagelijn, er wordt aan de lopende band gewerkt aan de hand van een geautomatiseerd computerprogramma. Een robot bepaalt dus of je uit je huis wordt gezet of niet. Soms was er niemand in de rechtszaal, enkel “een stem met een rechtendiploma aan de telefoon om 14 zaken af te handelen in een gesprek van een half uur waarbij de rechter op het einde van iedere zaak vroeg: ‘Is er iets ongewoon aan dit dossier? Ontbreekt er iets?’ waarop vervolgens twee verdiepingen lager in hetzelfde gebouw een datum voor een uithuiszetting werd bepaald. Soms was de rechtszaal volledig leeg en waren er enkel de rechter, een assistent en iemand die volle dozen met dossiers aanbracht. Om tijd te winnen en misschien ook wel om alles uit het publieke gezicht te houden, werden veel hoorzittingen niet in een rechtszaal gehouden maar in de beschermde omgeving van de private vertrekken van de rechter.”

In het land van de vrijheid, eigenlijk een kapitalistische hel, kan je dus dakloos gemaakt worden door een gezichtsloze machine die weinig moeite doet om de willekeur te verbergen. Een arbeider die met dakloosheid werd bedreigd, verklaarde gefrustreerd: “Het enige dat misschien nog mogelijk is, is een wereldwijde schuldkwijtschelding”. Er is ondertussen wel een groeiend verzet tegen de uithuiszettingen en deze onmenselijke machine.

Geen technologische oplossing

Een van de meest interessante delen van het boek is dat over de rol van Silicon Valley. De heersers van deze regio in de VS werden de afgelopen decennia verbonden met het perspectief van een ‘technologische revolutie’ die het kapitalisme zou redden. Die belofte ligt in diggelen door de grootste crisis uit de geschiedenis van het kapitalisme. Maar intussen werden wel nieuwe miljonairs en miljardairs gecreëerd in de hi-tech industrie.

Packer behandelt de opkomst van deze sector aan de hand van individuen zoals Peter Thiel, een succesvolle IT-ondernemer – de oprichter van PayPal – en overtuigde voorstander van het neoliberalisme, anticommunisme en de verwachtingen in technologische veranderingen die met deze filosofie gepaard gaan. De arrogantie en het grenzeloos optimisme hebben nu echter plaats gemaakt voor twijfel. Thiel gelooft niet langer dat technologie alleen het kapitalisme kan overeind houden.

Er is een groeiend besef van de economische malaise en de sociale en politieke problemen die het VS-kapitalisme in hun greep houden. Dat wordt samengevat in het verrassende feit dat “in 1980 slechts 50% van de Amerikaanse bevolking dacht dat hun kinderen het slechter zouden hebben dan zijzelf, terwijl dit in 2011 eerder richting 80% ging.” Er wordt niet langer geloofd in het tijdperk van de informatie en de grote technologische vooruitgang. Voorheen zorgden grote uitvindingen zoals de stoomkracht, spoorwegen en elektriciteit voor enorme sprongen vooruit. Thiel dacht dat het internet nog meer effect zou hebben. Twitter zou 500 mensen gedurende tien jaar werkzekerheid bieden, maar “hoeveel waarde creëert het voor de volledige economie? Facebook maakte van Thiel een miljardair en maakte winst, maar alle bedrijven waar Thiel in investeerde, hadden samen in totaal minder dan 15.000 werknemers.” Thiel moest zelf erkennen: “Er is duizelingwekkende verandering zonder enige vooruitgang.”

Deze thema’s kwamen ook aan bod bij andere schrijvers en commentatoren, zeker op economisch vlak. Het is een weerspiegeling van het weinig positieve voorgevoel van de strategen van het kapitaal omtrent de toekomst van hun systeem. Als ze dit boek lezen, zullende zorgen enkel sterker onderbouwd worden.

Het klopt dat er recent wat hoop werd gecreëerd door kapitalistische commentatoren die stelden dat de VS in zijn eigen energie zou kunnen voorzien, deels door de enorme ontginning van schaliegas en -olie. De Britse premier Cameron hoopt eveneens dat dit van Groot-Brittannië een nieuw El Dorado kan maken. Het feit dat de olie en het gas in de Noordzee de afgelopen decennia voor weinig economisch vuurwerk zorgden, ondermijnt de hoop niet in een nieuwe levenslijn voor hun systeem.

Maar zelfs indien het zo ver komt en goedkope energie voor een zekere economische groei zorgt, blijft de situatie die in dit boek beschreven word teen enorm probleem. Het is immers het verhaal van een gebroken ruggengraat voor het VS-kapitalisme en een enorme sociale ontmanteling.

Marxisten schrijven de mogelijkheid van een beperkte economische groei in de VS en elders niet af. Voor de massa’s die vandaag onder een economische holocaust gebukt gaan doorheen de kapitalistische wereld, zou dat enige verzachting van het leed kunnen vormen. Maar zelfs het gedeeltelijke ‘valse herstel’ in de Amerikaanse economie – waarbij de fundamentele problemen verre van werden opgelost – leidde meteen tot een beperkte stakingsgolf waarbij arbeiders meer zelfvertrouwen hebben om voor hogere lonen en een groter deel van de koek op te komen. Het beperkte herstel biedt geen oplossingen voor de fundamentele problemen waar Obama geen antwoord op heeft. Hij lijkt zich te hebben neergelegd bij een rol van het ‘beheer van de neergang’ van het VS-kapitalisme.

Dit belangrijke boek verdient het om breed gelezen te worden in de VS en daarbuiten. Het toont aan welke verschrikkelijke prijs de werkende bevolking moet betalen voor het behoud van dit systeem, zelfs in het centrum van het systeem en het meest succesvolle land van de kapitalistische wereld. Hopelijk zal er doorheen de toenemende klassenconflicten een duidelijk klassenbewustzijn ontwikkelen in de VS, wat zou leiden tot de creatie van een massale arbeiderspartij die de basis zou vormen voor een socialistisch Amerika.

“The Unwinding: An inner history of the new America, George Packer”, Faber & Faber, 2013

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie