Ecuador: President verjaagd door arbeiders

Op 20 april werd Lucio Gutierrez de derde Ecuadoriaanse president die moest aftreden onder druk van massale protesten en stakingen. De ongelijkheid in het land is enorm, 20% van de bevolking consumeert meer dan de helft van het BBP terwijl 60% onder de armoedegrens leeft en 45% geen toegang heeft tot lopend water.

Tony Saunois

Gutierrez won de presidentsverkiezingen in 2002 met 55,5% van de stemmen. Hij werd bekend tijdens de nationale opstand van januari 2000, geleid door de inheemse onderdrukte bevolking, waarbij hij als kolonel weigerde op de betogingen te schieten.

Gutierrez verliet het leger en bereidde zich voor op de verkiezingen van 2002. Zijn politieke lijn verschoof echter snel van links-populisme naar een rechts neo-liberaal beleid. Reeds in 1996 kwam er een populist aan de macht in Equador, Abdala Bucaram of "El loco". Binnen de kortste keren plooide die voor het IMF en voerde een verhoging van de electriciteitsprijzen door met 500%. Hij werd verdreven door een massale algemene staking.

De opstand van 2000

De beweging van begin 2000 ging verder in het betwisten van de macht van de heersende klasse dan de recente beweging tegen Gutierrez. Het begon als een opstand van de inheemse bevolking. Die kreeg echter snel de steun van de arbeidersklasse in de steden. De massa’s bestormden het parlement, het leger splitste in twee en aanzienlijke delen van dat leger weigerden op de betogingen te schieten.

Een Volksparlement werd opgericht, dat de heersende staatsorganen niet meer erkende. Er was echter geen duidelijk idee over de noodzaak om via eigen democratische organen de macht over te nemen en een socialistisch systeem te vestigen dat de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle kon brengen.

Er was ook geen massale arbeiderspartij met een revolutionair programma om deze kwesties naar voor te brengen. Dit maakte dat de macht terug in de handen kon glijden van de heersende klasse en haar vertegenwoordigers.

Gutierrez werd door het op de massa’s steunende Volksparlement van 2000 verkozen in een Regering van Nationale Redding. Die omvatte zelfs een generaal, die uiteindelijk zijn plaats afstond aan Gustavo Noboa, de voormalige vice-president, die zo president werd. Op deze manier drongen leden van de heersende klasse de opstandige beweging binnen op een populistische manier, om ze vervolgens onschadelijk te maken.

Directe capitulatie voor IMF

Gutierrez werd in 2002 verkozen. Hij legde zich onmiddellijk neer bij de dictaten van het IMF. In 2003 werd een loonbevriezing opgelegd aan de arbeiders en werd het recht op staken afgeschaft bij de openbare diensten. Elektriciteit, olie, water en telecommunicatie werden geprivatiseerd. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2004 was zijn steun teruggevallen tot 5% van de stemmen. Hij zocht daarop steun bij de traditionele kapitalistische partijen PRIAN en PRE.

De PRE eiste een verandering in de samenstelling van het Hooggerechtshof. In december 2004 werden 27 van de 31 rechters vervangen. Bedoeling van deze herschikking was om de gehate vroegere presidenten Bucaram en Noboa terug het land in te laten.

Massale protesten

In januari en februari kwamen als reactie 100.000 mensen de straat op in Quito en Guayaquil. De protesten werden geleid door de burgemeesters van deze steden. De burgemeester van Quito stelde dat de stakingen zouden worden stilgelegd als het parlement een oplossing kon vinden. De massa’s riepen echter in hun slogans: "Ze moeten allemaal weg" (over de burgerlijke politici). In deze beweging was er duidelijk een grote nood aan onafhankelijke strijdorganen voor de arbeiders en armen.

Op 13 april vond er een staking plaats van het openbaar vervoer, het onderwijs en de gemeentelijke arbeiders. De protesten verspreidden zich over tientallen steden. Tienduizenden eisten het aftreden van Gutierrez. De noodtoestand werd wel afgekondigd, maar opnieuw leek het staatsapparaat te verdeeld om die af te dwingen op straat. Uiteindelijk besliste het parlement om Gutierrez af te zetten en te vervangen door de vice-president Palacio. Gutierrez vertrok met de staart tussen de benen richting Brazilië.

In Latijns Amerika is er ruimte voor het verwerven van bredere steun voor de ideeën van het socialisme. De ontwikkeling van een revolutionaire socialistische partij stelt zich als een prangende noodzaak voor de massa’s op het hele continent.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie