Verdienen wij te weinig?

In de vergelijking van het jaarloon van premier Di Rupo en postbaas Thijs, moeten we ons volgens Karel Vinck (ex-spoorbaas) niet de vraag stellen of Thijs teveel verdient maar wel of Di Rupo te weinig verdient. Het is een interessante piste om in het debat over de toplonen de vraag te stellen of diegenen die geen toploon hebben niet meer moeten verdienen. Waarom zouden we de vraag van Vinck immers beperken tot het loon van de premier?

Een jaarloon van 1,1 miljoen euro voor Johnny Thijs is volgens specialisten niet overdreven. Het ligt immers “in de lijn van wat de markt betaalt”, aldus een professor aan de Vlerick Business School in De Tijd van dit weekend. Professor Baeten: “Het gemiddelde bij de Bel20-bedrijven ligt op 1 à 1,5 miljoen euro. 290.000 euro ligt daar toch een heel stuk onder.” Het blijf toch opvallend dat ‘de lijn van de markt’ voor toplui betekent dat naar boven wordt gekeken – wie verdient meer? – terwijl er voor gewone werkenden naar beneden wordt gekeken, zoniet zouden we niet concurrentieel zijn.

Het ligt effectief in “de lijn van de markt” om toplui steeds meer te betalen en gouden parachutes aan te bieden. Midden jaren 1970 verdiende een CEO van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven gemiddeld 25 keer zoveel als een gewone werkende, tegen 1990 was dat 100 keer zoveel en tegen 1996 al 210 keer zoveel. Het neoliberale offensief van de jaren 1990 heeft geleid tot een explosie van de lonen van topmanagers. Een CEO van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven verdiende in 1993 gemiddeld 3,7 miljoen dollar, in 2006 was dat al 9,1 miljoen dollar. De managers zijn een instrument van de aandeelhouders die nauwlettend toezien op hun winsten. Er is hierdoor een markt om de meest bloeddorstige manager te vinden die bereid is om sociale bloedbaden aan te richten zonder een krimp te geven. (Lees ook dit artikel: ‘De nieuwe kapitalistische elite’).

Ook in de publieke sector is er een explosie van lonen voor topmanagers. Waar de openbare bedrijven in de VS begin jaren 1990 minder dan 5% van hun netto-inkomsten aan hun top vijf van CEO’s besteedden, was dat op het begin van deze eeuw opgelopen tot meer dan 10%. Het ligt dus inderdaad in de lijn van de markt om toplui meer te betalen. Net zoals het in de lijn van de markt ligt dat er langs onze kant een dalende tendens is. Maar moeten we de ‘lijn van de markt’ dan zomaar aanvaarden? Het lag ook in deze lijn dat de zeepbel van de bankenspeculatie werd doorprikt en de gemeenschap een loodzware schuldenlast werd opgedrongen.

Voor oud-spoorbaas Karel Vinck verdient Thijs niet teveel. De voormalige overheidsmanager die zelf ook een riant loon kreeg stelde: “Goede overheidsmanagers moet je goed betalen. Al de rest is zuiver populisme. Wat Thijs verdient, is niet overdreven. Hij heeft dat uitstekend gedaan in een moeilijke politieke en syndicale context. Vergeet niet dat hij Bpost door een zeer grote herstructurering heeft geloodst. Als dat mislukt was, had dat de overheid zeer veel kunnen kosten.” Thijs heeft dus met succes een sociaal bloedbad aangericht en mag daar goed voor betaald worden, aldus onze neoliberale orakels. De sociale prijs voor de gemeenschap, onder meer op het vlak van werkgelegenheid, is niet hun probleem. Neen, dat komt op het conto van de falende overheid (je weet wel, diezelfde overheid die hen dik betaalt om sociale bloedbaden aan te richten).

Terwijl de regering voor ons een uiterst strikte loonnorm heeft opgelegd, pleit Karel Vinck onomwonden voor loonsverhogingen. Hij beperkt het dan wel tot bevriende toppolitici zoals de premier, maar het is een interessante piste om de ijstijd voor de lonen achterwege te laten. Vinck stelde: “De vraag is niet of Thijs te veel verdient. De vraag is eerder: verdient de premier wel genoeg. 290.000 euro is belachelijk voor alle verantwoordelijkheden die Di Rupo draagt om zo’n complex land te besturen. Betaal hem drie keer meer. Dan zit hij op het niveau van Thijs.”

Een postbode die door weer en wind de verantwoordelijkheid heeft om bij iedereen de post bezorgen en daar straks misschien nog andere verantwoordelijkheden bijkrijgt (zoals het noteren van de stand op energiemeters), verdient belachelijk weinig. Moesten we hen nu eens drie keer zoveel betalen? Dan zitten ze nog ver onder het niveau van Thijs en zelfs een pak onder het niveau van Di Rupo.

Wij stelden eerder voor om de maximale loonspanning – het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen – te beperken (Lees: ‘Minilonen voor ons, miljoenenlonen voor hen’). Dat is een oude eis van de arbeidersbeweging die overigens ook in de vakbonden wordt toegepast. Bij het ACV is er een maximale loonspanning van één op drie, met de voorzitter die netto aan ongeveer 4.000 euro per maand komt. Bij het ABVV verdient de top iets meer en komt De Leeuw aan ongeveer 4.700 euro netto per maand met een interne maximale loonspanning van één op vier.

Nu reageren de vakbondsvoorzitters terecht op de toplonen van de managers. De Leeuw: “Politici vragen enorm zware inspanningen van de bevolking. Een postbode rijdt voor 1.300 à 1.400 euro per maand door weer en wind. En dat terwijl topmanagers hun neus ophalen voor een salaris dat hoger is dan dat van Di Rupo.” Als de grens van 290.000 euro wordt overschreden, “moet men ons niet komen spreken van loonmatiging”. ACV-topman Leemans brengt geen absolute grens, maar pleit voor een loonspanning van 1 op 7, dat is “voor het ACV het absolute maximum, ook bij overheidsbedrijven.”

De syndicale reacties zijn terecht. Hopelijk wordt er ook iets mee gedaan en blijft het niet beperkt tot mooie woorden die geen vervolg krijgen. Het gemak waarmee de regering een loonnorm heeft opgelegd, was opvallend. Bij alle syndicale acties was er een grote aanwezigheid, vaak ondanks de desorganisatie en het gebrek aan ernstig actieplan. Hoeveel patronale provocaties en aanvallen zijn er nog nodig om een ernstig actieplan uit te werken?

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie