Minilonen voor ons, miljoenenlonen voor hen

Eerder dit jaar besliste de regering dat er in de sectoren geen overeenkomsten met loonsverhogingen mogen komen. De hoge ‘loonkosten’ zouden de concurrentiepositie van ons land ondermijnen. Vandaag wordt een ander loondebat gevoerd, we mogen topmanagers toch niet wegjagen door aan hun loon te knabbelen. Als Alexander De Croo zich tegen een inperking van lonen verzet, dan weten we dat het niet over onze lonen gaat. De voorstander van minilonen voor ons is tegelijk voorstander van miljoenenlonen voor hen.

Het nieuwe loondebat barstte los naar aanleiding van het voorstel om de lonen van topmanagers van overheidsbedrijven te beperken tot 290.000 euro per jaar. Een bruto maandloon van 24.000 euro is wat premier Di Rupo verdient. Voor Johnny Thijs van Bpost is het echter een onaanvaardbaar laag bedrag. Voor minder dan 23 keer zoveel als een gemiddelde werknemer van Bpost wil Thijs niet werken. Niet dat hij in staat is om 23 postrondes op een dag af te werken.

Als gewone werkenden nog maar een procent opslag vragen, worden ze door de gevestigde politici en de al even gevestigde media afgedaan als onverantwoordelijke egoïsten die niet beseffen dat het crisis is en die door hogere lonen te eisen de concurrentiepositie en dus de toekomst van de jongeren ondermijnen. Deze argumenten worden nooit gehanteerd als het om toplui gaat. Dan heet het plots dat we ‘loon naar werken’ moeten toekennen en dat de toplui toch hard werken. Alsof wij niet hard werken.

Thijs werd meteen bijgetreden door Alexander De Croo (Open Vld), een politicus van een partij die minijobs met bijhorende minilonen wil stimuleren. Voor bevriende managers is een ‘miniloon’ natuurlijk niet aanvaardbaar. De Croo: “We moeten enige flexibiliteit behouden om goede mensen aan te werven om uitzonderlijke zaken te doen. Bpost naar de moderniteit loodsen, dat is geen alledaagse opdracht. (…) Hij heeft dat bedrijf gemoderniseerd zonder veel sociale conflicten. Ik begrijp dat hij niet van plan is die taak te blijven doen voor een kwart van het loon. Als je topmanagers wil aantrekken, moet je ze ook goed verlonen.”

Voor het aantrekken van gewone werkenden, is een goed loon blijkbaar niet noodzakelijk. De postbodes die dagelijks door weer en wind hun door computerprogramma’s uitgewerkte routes moeten rondkrijgen, verrichten uiteraard geen ‘uitzonderlijke zaken’. Neen, dat is de alledaagse opdracht die ook met een miniloon kan verricht worden. ‘Concurrentieel’ heeft een verschillende betekenis voor gewone werkenden en voor topmanagers. Voor ons betekent het inleveren en twee, drie jobs combineren om rond te komen. Voor hen betekent het steeds hogere lonen.

De verwezenlijkingen van Thijs worden geroemd: het feit dat hij de helft van de postkantoren liet sluiten en het voorbereiden van De Post op de liberalisering. Het jaarlijks aanrichten van een sociaal bloedbad (10.000 jobs weg op tien jaar!) zonder veel georganiseerde syndicale tegenstand – een verdienste waar de postbonden niet bepaald trots op horen te zijn – is volgens liberale politici (waaronder de postbaas zelf) een jaarloon van 1,1 miljoen euro waard.

Nu verdient Thijs naar verluidt 23 keer zoveel als een gemiddelde werknemer bij Bpost, het verschil met het loon van een gewone postbode is groter dan dat. De afgelopen decennia is de kloof tussen de verloning van topmanagers en gewone werkenden scherp toegenomen. In de VS verdienden de CEO’s van de grootste bedrijven in 1980 42 keer meer dan de gemiddelde werknemer, in 2012 was dat opgelopen tot 380. In Rusland in 1917 werd een ander stelsel ingevoerd. Daar werd de maximale loonspanning – de verhouding tussen het hoogste en het laagste loon – beperkt tot een op vier. Als een gewone werkende met een normaal loon kan rondkomen, dan moet vier keer dat loon toch volstaan om een riant leven te leiden?

In de strijd voor een verbetering van onze arbeids- en loonsvoorwaarden moeten we de excessen aan de top aangrijpen om hun hypocrisie aan te tonen. Dat aanklagen, zal echter niet volstaan. We moeten er gebruik van maken om een krachtsverhouding uit te bouwen om verbetering af te dwingen. Daarnaast moeten we de discussie aangaan over hoe het ‘management’ van overheidsbedrijven dient te gebeuren, door vetbetaalde managers of door democratisch verkozen vertegenwoordigers van personeel en gebruikers?

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie