Libanon. Bomaanslagen, sectair conflict en vluchtelingencrisis

Op 15 augustus was het weer zo ver. Een auto met 80 kilogram explosieven ontplofte in de spits in een zuidelijke voorstad van Beiroet in een dicht bevolkte buurt. Er vielen naar schatting 25 doden en meer dan 300 gewonden. Heel wat politieke partijen waren er snel bij om Israël verantwoordelijk te stellen, om niet te moeten toegeven dat dit een anti-sjiitische aanslag door soennieten was. De sectaire spanningen nemen met de dag toe.

Artikel door Tamer Mahdi

De verschrikkelijke aanslag en het aanvallen van burgers op een populaire markt zijn onderdeel van een reeks gewelddaden in de zuidelijke wijken van Beiroet. Dat is een gebied waar de sjiitische Hezbollah erg sterk staat. Drie maanden geleden werden drie raketbommen afgevuurd op een wijk waar de sjiitische meerderheid een aantal kantoren en instellingen van Hezbollah herbergt. Dat was een duidelijke boodschap aan Hezbollah, de aanvallen kwamen er immers na de aankondiging van de algemeen-secretaris van Hezbollah, Hassan Nasrallah, dat in Syrië aan de kant van het regime van Assad wordt gevochten. Op 9 juli was er een bomauto die ontplofte en 50 gewonden maakte. Veel lokale bewoners zijn bang en vrezen dat er onvermijdelijk meer terroristische aanslagen zullen volgen.

Op 16 augustus hield Nasrallah een toespraak om de zevende verjaardag van het einde van de laatste oorlog met Israël te vieren. Daarbij kondigde hij aan dat de aanslagen komen van Takfiri groepen (groepen die elkaar van godslastering beschuldigen) die dezelfde technieken toepassen als in Irak, Syrië en Afghanistan. Hij voegde eraan toe dat deze aanslagen “ons enkel sterken in onze vastberadenheid voor de strijd in Syrië.” Nasrallah riep de oorlog uit tegen de Takfiri-groepen, “Zoals we tegen Israël wonnen, zullen we ook tegen de Takfiri’s winnen.”

De terreuraanslagen komen op een bijzonder moeilijk en complex ogenblik in Libanon, zowel op economisch als politiek vlak. De gevolgen van het bloedbad in Syrië worden algemeen gevoeld. Er is verdeeldheid onder de heersende klassen die sectaire tegenstellingen uitspelen om hun invloed en macht te behouden. Beide partijen in het Libanese conflict zijn betrokken bij de oorlog in Syrië omwille van hun banden met regionale en internationale machten. Gezien de aandacht voor de regionale problemen met de oorlog in Syrië en de snelle ontwikkelingen in Egypte, is het onwaarschijnlijk dat er in de nabije toekomst een akkoord zal gevonden worden onder de heersende klasse in Libanon. Alles lijkt erop te wijzen dat de gewone bevolking de komende dagen en weken een zware tol zal betalen voor het sectaire geweld.

Zes maanden zonder regering

Libanon zit al zes maanden zonder regering. Door de heersende klasse wordt gesteld dat dit komt door de slechter wordende veiligheidssituatie (alsof ze daar zelf niets mee te maken hebben). De politieke crisis wordt aangegrepen om het parlement twee jaar langer te laten zetelen.

Er is een alarmerende toename van de werkloosheid, zeker onder jongeren waar de werkloosheidsgraad is opgelopen tot meer dan 40%. Het toenemende aantal Syrische vluchtelingen loopt intussen volgens bepaalde verslagen op tot een miljoen mensen. Dat is evenveel als een kwart van de Libanese bevolking. Er is een totaal gebrek aan een plan om zoveel Syrische vluchtelingen op te vangen en daarnaast zijn er ook nog eens anderhalf miljoen Palestijnse vluchtelingen in het land. De Libanese politieke partijen maken van de Syrische vluchtelingen een zondebok om hun eigen falen in het creëren van jobs weg te moffelen. Daarmee versterken ze racisme tegen de vluchtelingen en sectarisme tussen alle bevolkingsgroepen.

In een aantal dorpen en kleine steden waar er meer vluchtelingen dan lokale inwoners zijn, versterken de lokale overheden het racisme onder het mom van ‘veiligheidsmaatregelen’. Ze baseren zich op verslagen die aangeven dat de misdaadcijfers drastisch de hoogte ingaan, onder meer door een toename van diefstallen, overvallen, moorden en seksueel geweld. De hoge misdaadcijfers hebben echter een sociale en economische voedingsbodem. Heel wat misdaden worden ook door Libanezen gepleegd als gevolg van de uitzichtloze situatie van werkloosheid, armoede, corruptie, chaos, onderdrukking en uitbuiting van vrouwen. De verantwoordelijken voor deze toenemende misdaad bevinden zich bij de heersende kapitalistische klasse. En het zijn de werkenden, armen en vluchtelingen die de zwaarste prijs hiervoor betalen.

Recessie

Libanon werd geraakt door een recessie op alle vlakken. Het toerisme is in elkaar gestort als gevolg van het gebrek aan veiligheid en de politieke onstabiliteit. Hierdoor zijn heel wat personeelsleden uit toeristische bedrijven zoals hotels en restaurants afgedankt. De industrie en de landbouw doen het evenmin goed. Ze waren al verzwakt door het neoliberale beleid van de vermoorde premier Rafik Hariri (1992-2004). Naast privatiseringen zorgde Hariri er ook voor dat de Libanese economie sterk onder invloed van zijn eigen vastgoedbedrijven kwam te staan. In de media is er eveneens een crisis, de meeste mediabedrijven zijn afhankelijk van financiële middelen uit andere landen. Maar die hechten vandaag niet langer hetzelfde belang aan het land en verminderen de steun waardoor er ook daar massale afdankingen zijn.

De huidige regering ‘van lopende zaken’, een regering in afwachting van een echte regering, weigert om nieuwe loonschalen voor de publieke sector in te voeren. Deze moeten eerst naar het parlement. De ministers stellen dat er onvoldoende middelen zijn, ook al brachten de onafhankelijke vakbonden een volledig plan van hoe de loonsverhogingen kunnen betaald worden met een progressieve belasting op vastgoedbedrijven, banken en havens. De regering verdedigt echter de belangen van de grote kapitalisten die heel veel invloed hebben.

Een groot deel van de arbeiders, jongeren en armen keken afgelopen lente uit naar een staking in de publieke sector, dat was de belangrijkste escalatie van arbeidersstrijd sinds het einde van de burgeroorlog in 1990. Deze staking had tot een overwinning kunnen leiden en de regering tot toegevingen dwingen, maar dan hadden de bonden wel een politieke leiding moeten geven. Ze hadden moeten oproepen tot een verenigde arbeidersbeweging tegen corruptie en sectarisme. In plaats daarvan beperkten de vakbondsleiders zich tot de eis van loonsverhoging in de publieke sector en voor de leraars, een eis die niet dezelfde verenigde impact had, zeker niet onder werklozen.

Gemiste kansen

Afgelopen lente was er een kans om jongeren weg te halen van de sectaire partijen en om een beweging op klassenbasis uit te bouwen. Dit was een gemiste kans. Het feit dat de mogelijkheden niet benut werden, zorgde ervoor dat heel wat jongeren en werkenden zich van de vakbonden afkeerden. De bonden verzamelen nu een miljoen handtekeningen voor hun eisen, ze dreigen ermee om dit om te zetten in een betoging met een miljoen aanwezigen. De petitie wordt jammer genoeg niet gebruikt om de campagne op straat te brengen en actief te mobiliseren. Er is heel wat pessimisme over de mogelijkheid dat de bonden effectief een stakingsactie zouden ondernemen. De onafhankelijke bonden kunnen nog steeds een belangrijke rol spelen indien ze de eisen uitbreiden en gaan voor de opbouw van een onafhankelijk politiek alternatief voor de arbeidersklasse tegenover het sectarisme en het corrupte kapitalisme.

Er is geen andere weg dan deze van de opbouw van een verenigde arbeidersbeweging die ingaat tegen de heersende klasse. Er is dringend nood aan een beweging geleid door onafhankelijke vakbonden en jongeren – zowel Libanezen, Syriërs als Palestijnen – met een democratisch socialistisch programma. Dat is de enige optie voor de Libanese arbeidersklasse en voor de regio, het is het enige antwoord op de groei van sectaire en nationale conflicten. Zo’n beweging zou het enige alternatief zijn om het rotte en barbaarse kapitalistische systeem. Het zou een impact hebben op arbeiders doorheen de hele regio en het begin vormen van een algemene strijd tegen armoede, bezetting en oorlog.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie