Tunesië. Weg met Ennahda, weg met de ‘Trojka’!

De UGTT en het Front Populaire moeten een strategie naar voor brengen om het kapitalisme te stoppen. Er mag geen akkoord gesloten worden met de krachten van het oude regime. Er is nood aan een revolutionaire socialistische regering van de arbeiders, jongeren, werklozen en arme massa’s.

Dossier door Serge Jordan (CWI)

Twee en een half jaar na de val van Ben Ali is de situatie van de gewone bevolking in Tunesië niet bepaald verbeterd. De woede is sterker dan ooit aanwezig en verspreid door het hele land. De bekende slogan van de revolutie – “brood, vrijheid, nationale waardigheid” – stond wellicht nooit zo sterk in contrast met de realiteit waarin miljoenen Tunesiërs leven. Zij ondergaan een ondraaglijke explosie van prijzen, een enorm tekort aan werk en toekomstmogelijkheden voor jongeren, een toename van onveiligheid en terreurgeweld, een versnelde verarming van de middenklassen, een dreigende ‘kolonisatie’ van de staat door de islamistische Ennahda-partij en nieuwe aanvallen op de overigens erg beperkte democratische verworvenheden.

In deze context is de politiek gemotiveerde moord van de linkse oppositieleider Mohamed Brahmi een nieuwe katalysator voor de woede van de werkende bevolking, de jongeren en de revolutionaire massa’s die af willen van het regime van de ‘trojka’ (de coalitie van drie partijen onder leiding van Ennahda). Sinds de moord kent het land een nooit geziene politieke crisis en ondanks de enorme hitte en het vasten van de ramadan zijn er dagelijks betogingen, sit-ins en stakingen. Er is een quasi-opstandig klimaat in heel wat arme en meer militante gebieden in het binnenland.

Macht van Ennahda bedreigd

Het overleven van het islamistische regime in Tunesië is onzeker. Doorheen het land vragen de massa’s de val van het regime. De vakbondsfederatie UGTT heeft de regering een ultimatum gesteld: als ze niet binnen de week aftreedt, worden de acties opgevoerd. In de hoofdstad Tunis zijn er dagelijks tienduizenden betogers voor het gebouw van de Grondwetgevende Vergadering op het Bardoplein. De betogers vragen het vertrek van de regering. De acties worden vervoegd door groepen betogers uit het binnenland die naar de hoofdstad afzakken om hun eisen kracht bij te zetten.

Zelfs in de meest afgelegen gebieden van Tunesië zijn er massale betogingen, soms zelfs ’s nachts. De afkeer tegenover diegenen die vandaag aan de macht zijn, is bijzonder groot. Ennahda hield vorige zaterdag een eigen bijeenkomst om de steun aan de regering in de verf te zetten. Dit moest het hoogtepunt van het contra-offensief van de regering worden. Maar het “miljoen” aanwezigen dat aangekondigd werd, kwam niet opdagen. Ondanks alle logistieke inspanningen was het een magere bedoening. Bovendien waren veel van de aanwezigen dan nog betaald om daar te zijn.

De regering was nog nooit zo geïsoleerd, de steun in de peilingen stort in elkaar. De regering heeft amper nog controle op de situatie, zeker niet in de regio’s in het binnenland. In een aantal gemeenten werden parallelle machtsstructuren opgezet doorheen de strijd. Dat geeft aan wat praktisch mogelijk is om van de gehate regering af te geraken. De bijna volledige stilte hierover in de gevestigde media is een indicatie van de paniek in de heersende kringen. Zij vrezen immers dat deze ervaringen elders zullen gekopieerd worden.

In de stad Sidi Bouzid bijvoorbeeld, de plaats waar de Tunesische revolutie begon, weigeren de mensen nu alle banden met de officiële autoriteiten. Ze hebben een comité opgezet dat de organisatie van de stad in handen neemt. De lokale kantoren van Ennahda zijn gesloten en betogers trekken dagelijks naar een actie voor het gebouw van de regionale autoriteiten om de terugkeer van de voormalige gouverneur onmogelijk te maken.

Deze beweging wordt vooral gedragen door activisten van het ‘Front Populaire’ (een alliantie van verschillende linkse en nationalistische partijen) en van de UGTT. Er werden gelijkaardige raden opgezet in drie gemeenten van de regio Sidi Bouzid – Regueb, Mekessi en Menzel Bouzaine. De centrale regering van Tunesië wordt niet enkel betwist in Sidi Bouzid. In Le Kef, Sousse, Kairouan en tal van andere plaatsen werden lokale comités opgezet om de controle op het dagelijkse leven over te nemen.

Om hun massasteun te verbreden en een oprecht arbeiderskarakter te garanderen, moeten deze comités democratisch van onderuit verkozen worden met vertegenwoordigers die op elk moment afzetbaar zijn. Het is belangrijk dat deze ervaringen niet tot het lokale niveau beperkt blijven, dat zou immers meer ruimte geven aan het staatsapparaat dat deze ontwikkeling ongetwijfeld wil stoppen. Er moeten inspanningen gedaan worden om dit naar heel het land uit te breiden en de democratisch verkozen comités onderling te verbinden. Dat zou de basis kunnen vormen voor een echte revolutionaire regering van arbeiders, armen en jongeren. Gezien de explosieve situatie zou een oproep van de UGTT hiervoor mogelijk volstaan om alles op enkele uren tijd te vervangen. Het zou het huidige regime naar de prullenbak van de geschiedenis verwijzen en een nieuwe impuls voor de revolutie vormen.

Crisis aan de top

De grond zakt onder de voeten van de regering weg, ze is nu in verregaande staat van ontbinding. De pathetische verklaring van de leiders van Ennahda die beweren dat ze in naam van de revolutie spreken, wordt nergens nog ernstig genomen. Sinds de partij aan de macht kwam, waren er meer dan 40.000 stakingen, 120.000 sit-ins en zowat 200.000 betogingen in het land. Over wiens revolutie spreken ze dan?

Alles wijst erop dat de huidige regering de crisis niet zal overleven. De Minister van Onderwijs, Salem Labyedh, heeft al ontslag genomen en ook andere ministers dreigden daarmee. Ettakatol en de CPR – de twee marionettenpartijen die het vijfde wiel aan de Ennahda-wagen vormen – blijven zichzelf de vernieling inrijden. De woordvoerder van Ettakatol kondigde aan dat de partij uit de regering zou stappen indien er geen kabinet van nationale eenheid komt. De val van de regering van de ‘trojka’ is wellicht slechts een kwestie van tijd.

De Russische revolutionaire leider Lenin omschreef een “revolutionaire crisis” als een situatie die wordt gekenmerkt door de onmogelijkheid van de heersende klassen om hun dominantie op dezelfde wijze te behouden, een ongewone toename van het ongenoegen en de miserie van de onderdrukte klassen en een aanzienlijke intensifiëring van de activiteit van de massa’s die zelf aan politiek doen. Deze elementen zijn ongetwijfeld aanwezig in Tunesië, het scenario van een ‘nieuwe revolutie’ dat veel activisten naar voor schuiven is niet veraf.

Maar Lenin voegde eraan toe dat een revolutie niet automatisch voortvloeit uit iedere revolutionaire situatie, maar enkel in die gevallen dat de objectieve voorwaarden gepaard gaan met subjectieve verandering, met name: “de capaciteit van de revolutionaire klasse om een voldoende krachtige revolutionaire massa-actie te voeren om volledig met de oude regering te breken, een regering die zelfs in een periode van crisis niet zal vallen als we ze niet ten val brengen.”

Vandaar het belang dat revolutionairen zich organiseren en bewapenen met een programma dat voldoet aan de eisen van het ogenblik. Een massale en oprechte marxistische partij die naam waardig, zou een beslissend verschil maken. De opbouw van zo’n partij is zeker mogelijk, er zijn tienduizenden arbeiders en jongeren in Tunesië die socialistische en communistische ideeën opnemen, velen van hen zijn actief in en rond het Front Populaire. Een programma voor zo’n partij zou ook lessen van vorige ervaringen moeten opnemen en tevens lessen trekken uit iedere nieuwe fase van ontwikkeling. Een van de belangrijke lessen in Tunesië vandaag is de noodzaak van politieke onafhankelijkheid van de revolutionaire krachten, de arbeiders en hun vakbond (de UGTT) tegenover alle opportunistische ambities en pogingen van de klassenvijanden om de revolutie op een zijspoor te zetten.

Neoliberale krachten, waaronder diegenen die met het oude regime en het imperialisme verbonden waren, zijn bang van een nieuwe revolutionaire opflakkering en doen er alles aan om het momentum dat is opgebouwd teniet te doen. Ze doen dat om hun eigen politieke macht te herstellen en zo de eisen van de massa’s af te blokken. Hun centrale doel is om de belangen van de kapitalistische elite te beschermen en het behoud van het staatsapparaat veilig te stellen, dat apparaat werd de afgelopen periode immers sterk ondermijnd.

Najib Chebbi van de liberale oppositiepartij ‘Al Joumhouri’ verklaarde dat het risico van een sociaal ‘erg hete’ septembermaand erg groot is. Hij wees erop dat de gevolgen van de sociale crisis bijna apocalyptische vormen aannemen, een indicatie van de sfeer die heerst in de villa’s van de Tunesische burgerij. “Het zal Siliana 1, 2, 3 zijn [een verwijzing naar de lokale opstand in de zuidelijke stad Siliana eind vorig jaar], in Sidi Bouzid, Gafsa, Kasserine, Le Kef,… zonder de grote kuststeden te vergeten en een brede verspreiding van autonome comités”, verklaarde hij.

Deze mensen weten dat het regime van de trojka op barsten staat. Ze proberen van de beweging gebruik te maken om zelf een stap te zetten op het politieke schaakbord. Door een populistisch element toe te voegen aan hun toespraken, proberen ze de enorme woede te gebruiken en te kanaliseren in de richting van de heersende klassen. Ennahda probeert het gezicht te redden en verklaarde dat het bereid is om de regering ‘open’ te zetten voor andere partijen, maar de partij weigert wel om de positie van de premier in te leveren.

De huidige crisis kan echter niet beperkt worden tot een kwestie van ministerpostjes of de competentie of slechte wil van deze of gene politicus. De huidige crisis vloeit voort uit het falen van diegenen aan de macht om iets te doen rond de revolutionaire eisen van de Tunesische massa’s. De reden daarvoor is eenvoudig: ze verdedigen de belangen van de kapitalistische klasse, de multinationals en investeringsfondsen, de zakenlui en speculanten – kortom al diegenen die de Tunesische bevolking verder willen uitbuiten om hun winsthonger te stillen.

Alle gevestigde politieke krachten verdedigen het kapitalistische systeem, terwijl dat systeem net een diepe en wereldwijde crisis kent. Ze botsen daarom snel op dezelfde problemen. Om de oorspronkelijke doelstellingen van de revolutie te bewerkstelligen, moet het volledige systeem bestreden worden.

Verantwoordelijkheden voor het Front Populaire

De linkse alliantie van het ‘Front Populaire’ brengt verschillende revolutionaire activisten, vakbondsmilitanten en jongeren bijeen. Het zijn allemaal activisten die de revolutie tot de logische conclusies willen doortrekken in de vorm van een macht in dienst van de arbeiders en armen, een macht die het kapitalistische systeem van uitbuiting, armoede, werkloosheid en repressie aan de kant schuift.

De leiding van het Front Populaire kijkt echter steeds meer uit naar de mogelijkheid van compromissen met krachten die vijandig staan tegenover de arbeiders, de armen en al wie de revolutie draagt. De leiders van het Front Populaire hielden afgelopen weekend een vergadering met de alliantie ‘Unie voor Tunesië’, waarbij een verbond werd gesloten met deze krachten die direct verbonden zijn met het oude regime en de burgerlijke elite.

Het Front Populaire herhaalt de oproep van de ‘Unie voor Tunesië’ voor de vorming van een regering van ‘nationale redding’. In een context waarbij de belangrijkste islamistische partij op straat wordt uitgespuwd zou een nieuwe regering zonder Ennahda in een leidinggevende positie mogelijk door een deel van de bevolking als een frisse wind gezien worden, maar revolutionairen moeten zeggen waar het op staat. Er is geen ‘redding’ mogelijk door mensen uit het kamp van de bazen die arbeiders afdanken, de armoedeplannen van het IMF doorvoeren en morgen niet zullen aarzelen om met harde hand op te treden tegen arbeiders die staken of werkloze jongeren en armen die hun eisen naar voor brengen. De bevolking van Sidi Bouzid begreep dat heel goed toen ze in vorig jaar in hun algemene staking de volgende slogan riepen: “Noch Jebali noch Sebsi, onze revolutie is een revolutie van de armen” (Jebali was de vorige premier van Ennahda en Sebsi de voorzitter van Nidaa Tounes, de belangrijkste component van de ‘Unie voor Tunesië’).

Het doel van partijen als Nidaa Tounes is om de strijd van de massa’s, de jongeren en de arbeiders te stoppen zodat het initiatief in handen komt van delen van de heersende elite en van de grote westerse machten die voelen dat er verandering op til is. Nidaa Tounes is niets anders dan de partij van het herstel van de dictatuur onder een andere vorm. Onder het korte interim mandaat van Sebsi maakte die meteen duidelijk waar hij voor stond: akkoorden met de G8 om de schulden van Tunesië verder af te betalen en de vestiging van een sterke ‘staatsautoriteit’ om de systematische repressie van sociale bewegingen en de martelingen en moorden op activisten goed te praten.

De sterkte van de Tunesische vakbondsbeweging en het gewicht van het Front Populaire mogen niet gebruikt worden als ‘links schaamlapje’ van dergelijke contrarevolutionaire krachten, het moet integendeel ingezet worden om de onafhankelijke strijd van de werkende bevolking te ondersteunen en te bouwen aan een kracht die van hen is, gesteund en democratisch gecontroleerd door actiecomités in heel het land. Als de leiders van het Front de verwachtingen van de basis niet inlossen – een grote meerderheid is tegen politieke akkoorden met krachten als de ‘Unie voor Tunesië’ gekant – dan moeten de basisactivisten zelf het initiatief in handen nemen om de koers te veranderen vooraleer het te laat is. Een platform van een linkse oppositie opzetten om diegenen te organiseren die binnen het Front Populaire ingaan tegen het huidige politieke traject van de leiding zou een stap zijn in de heropbouw van een massale en democratisch georganiseerde linkse kracht die zich baseert op de verwachtingen en hoop van de leden en aanhangers van het Front Populaire.

UGTT

Het feit dat de UGTT niet langer vasthoudt aan de eis van de ontbinding van de Nationale Grondwetgevende Vergadering werd door veel activisten als verraad aanzien. Het is een toegeving aan een macht die massaal wordt verworpen op straat. De Grondwetgevende Vergadering heeft geen legitimiteit meer, noch formeel noch reëel. In de ogen van de massa’s wekt die instelling enkel bitterheid en woede op. Het is een instelling vol opportunistische politici van diverse strekkingen met een levensstijl die mijlenver afstaat van het dagelijkse leven van de arbeiders, armen en hun gezinnen.

De Grondwetgevende Vergadering heeft gefaald, ze moet weg! De enige legitieme grondwetgevende vergadering zou bestaan uit vertegenwoordigers van diegenen die de revolutie hebben gemaakt – vakbondsmilitanten, werklozen, jongeren en gewone mensen die hetzelfde dagelijkse lot kennen als de meerderheid van de bevolking.

In plaats van een akkoord te sluiten met de huidige Grondwetgevende Vergadering, zou de UGTT haar kracht moeten aanwenden voor een grote campagne met algemene vergaderingen op de werkplaatsen en in de wijken doorheen het land om democratische vertegenwoordigers vanuit de massastrijd te verkiezen. Zij zouden het vertrouwen genieten van diegenen die hen verkozen hebben, ze zouden verantwoording verschuldigd zijn voor wat ze doen en steeds afzetbaar zijn. Door vanuit de basis te vertrekken, zouden dergelijke verkiezingen toelaten om tot een echte revolutionaire grondwetgevende vergadering te komen in de vorm van een vertegenwoordiging van de beweging en de doelstellingen van de massastrijd.

Er is geen compromis mogelijk, de UGTT en het Front Populaire moeten komaf maken met het huidige rotte regime. Ze kunnen dat door de macht zelf in handen te nemen.

De leiders van het Front Populaire en de UGTT moeten zich niet bezig houden met akkoorden met de rechterzijde en dus met krachten die regelrecht tegenover die van de revolutionaire massa’s staan. Ze moeten integendeel een duidelijk revolutionair plan opstellen voor de Tunesische massa’s om niet alleen de huidige regering weg te blazen, maar ook de economische fundamenten waarop die gebaseerd is. Pogingen om revolutionair klinkende toespraken te combineren met akkoorden met de rechterzijde, zullen enkel leiden tot verwarring en ontgoocheling. Het is een recept voor nederlagen waar de linkerzijde ongetwijfeld een zware prijs voor zou betalen.

De oproep om de ‘druk hoog te houden’ met ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ is terecht, maar blijft te vaag. De enige taal die de regering begrijpt, is dezelfde taal die Ben Ali ten val bracht: massale, gecoördineerde stakingsacties door de arbeidersklasse met hun machtige vakbond UGTT.

Uitzonderlijke tijden vereisen uitzonderlijke maatregelen! De huidige situatie vereist meer dan een oproep tot een algemene 24-urenstaking, het vereist duidelijke doelstellingen. Er zijn al verschillende sectoren waar er voor de komende dagen en weken stakingsacties aangekondigd zijn. De economische en sociale situatie wordt iedere dag slechter: fabrieken sluiten de deuren, de werkloosheid neemt toe en de besparingsmaatregelen van het IMF stapelen zich op. Dat is de achtergrond waartegen de huidige onrust plaats vindt.

Deze hele nachtmerrie moet stoppen! De dynamiek van de huidige beweging moet gebruikt worden om een grote campagne te starten om de economische macht en de rijkdom in handen te brengen van diegenen die werken en produceren. Het voorbeeld van de bezettingen van publieke gebouwen en het zelfbeheer door de mensen moet aangemoedigd worden op het niveau van private bedrijven en werkplaatsen in het algemeen.

Om een einde te maken aan de lage lonen, slechte arbeidsvoorwaarden en afdankingen, moeten we opkomen voor de onmiddellijke nationalisatie van bedrijven die geen jobs kunnen garanderen en van de honderden bedrijven die de afgelopen decennia werden geprivatiseerd om de belangen van een handvol rijke aandeelhouders te dienen. Om de corruptie aan de top te stoppen, de aanhoudende prijsverhogingen en de belastingontduiking door de rijken, moeten de boeken van alle grote bedrijven onmiddellijk geopend worden zodat verkozen vertegenwoordigers van de arbeiders ze kunnen onderzoeken. Om de onderontwikkeling van het binnenland te stoppen, is er nood aan een massaal en publiek investeringsplan dat democratisch wordt beheerd door de bevolking.

Dat zal niet zomaar toegekend worden, er zal strijd voor nodig zijn en dus sterke organisaties. Wij verdedigen de eis van een algemene staking en moedigen arbeiders aan om hun werkplaatsen te bezetten. Dat zou niet alleen een genadeslag kunnen toebrengen aan de regering, het zou ook de sociale en economische kwesties centraal in de strijd plaatsen. Het zou het gras onder de voeten van de prokapitalistische partijen wegmaaien en een einde stellen aan de pogingen van de oppositie om van de huidige beweging gebruik te maken. Het zou de weg naar een revolutie voorbereiden – deze keer een sociale revolutie die de arbeiders, revolutionaire jongeren, werklozen en armen in staat stelt om de samenleving te organiseren gericht op hun behoeften.

De afwezigheid van duidelijke slogans en eisen op nationaal vlak kan leiden tot frustratie en demobilisatie. Het kan het terrein overlaten aan de krachten van de contrarevolutie die met allerhande maneuvers achter de schermen de ‘orde herstellen’ zoals de heersende klasse en de imperialisten het willen.

Om dit te vermijden, is het cruciaal om een beweging democratisch van onderuit op te bouwen. De aanhangers van het CWI in Tunesië staan voor de vorming van revolutionaire comités op de werkplaatsen, in de scholen en universiteiten, in de volkswijken,… om op een collectieve en democratische wijze de beweging te organiseren overeenkomstig wat de massa’s willen. Zo’n comités zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de basis de beweging controleert. Doorheen de lokale, regionale en nationale structuren van deze comités kan een hefboom gevormd worden om een revolutionaire regering van arbeiders, jongeren en onderdrukten te vormen. Zo’n regering kan ondersteund worden door de kracht van de UGTT, de tienduizenden activisten van de UGTT, de UDC (Unie van werklozen met een diploma) en de vele sociale bewegingen.

Terrorisme

Parallel met de huidige revolutionaire gebeurtenissen was er de afgelopen twee weken in verschillende delen van het land een toename van terroristisch geweld. De regering heeft de ‘anti-terrorisme’ activiteiten opgedreven en er zijn militaire operaties tegen bepaalde gewapende groepen en individuele jihadisten. Op 29 juli werden acht Tunesische soldaten brutaal vermoord in Mount Chaambi, in de buurt van de Algerijnse grens.

Het is nog niet duidelijk wie voor deze aanslagen verantwoordelijk is, maar het is wel duidelijk dat de regering ze in haar eigen voordeel wil uitspelen om een gevoel van eenheid achter de regering te creëren. Minister van Binnenlandse Zaken Lotfi Ben Jeddou was er snel bij met de stelling dat “in een land dat door terrorisme wordt bedreigd alle burgers zich moeten verenigen.”

Het is echter opvallend dat uit een peiling blijkt dat 74% van de bevolking de verantwoordelijkheid voor de opmars van het terrorisme in het land bij Ennahda legt. De groei van religieus extremisme werd aangemoedigd onder deze regering, door de heersende partij en door haar milities. Enkele vertegenwoordigers van Ennahda aarzelen zelfs niet om op te roepen tot het vermoorden van tegenstanders. Het was Sabhi Atik, de fractievoorzitter van Ennahda in de Grondwetgevende Vergadering, die verklaarde dat wie ingaat tegen de legitimiteit, zal botsen op bloedvergieten op straat. Het is niet verwonderlijk dat de meerderheid van de Tunesische bevolking de regering geen vrijspel wou geven.

Gezien de scherpe toename van geweld – politieke moorden, acties van reactionaire milities en de toename van terrorisme – is het van groot belang dat de bevolking zich organiseert. De zelfverdediging van wijken, van de revolutionaire beweging, van publieke gebouwen, van de vakbondsbeweging,… is dringender dan ooit voorheen.

De repressie tegen vreedzame bewegingen, zoals de poging om de volksbeweging in Sidi Bouzid te stoppend, geeft aan dat het geweld niet alleen bij de terroristische groeperingen moet gezocht worden. Om ervoor te zorgen dat de wapens die in de strijd tegen het terrorisme ingezet worden morgen niet tegen de revolutie worden gebruikt, moeten er banden gesmeed worden tussen de revolutionaire beweging en de gewone soldaten waar de heersende macht van afhankelijk is. Veel gewone soldaten komen van een gewone arbeidersachtergrond. De soldaten die naar moeilijke operaties, zoals aan de Algerijnse grens, worden gestuurd, verdienen vaak slechts een aalmoes en hebben geen vakbondsrechten.

Het CWI in Tunesië roept op voor de vestiging van massale verdedigingscomités van de arbeiders en de armen. Zo’n comités moeten ook binnen het leger opgezet worden om de belangen van de gewone soldaten te verdedigen en op te komen voor hun recht op degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden alsook op vakbondsrechten. De oproep voor het vestigen van democratisch verkozen soldatencomités in het leger en het recht om niet ingezet te worden tegen de opstanden van arbeiders en jongeren, kan de basis vormen om banden aan te gaan tussen de revolutionaire massa’s die strijd leveren enerzijds en anderzijds die lagen die vandaag gebruikt worden door de heersende kliek.

Wij eisen:

  • Weg met de trojka! Voor een algemene staking tot de val van het regime!
  • Geen akkoorden met de regering of met politieke krachten die voor de voortzetting van het kapitalisme staan! De ‘Unie voor Tunesië’ verdedigt rijke zakenlui, niet de revolutie of de arbeidersklasse.
  • Voor een regering van arbeiders, jongeren en de arme massa’s, georganiseerd door de vakbonden, linkse en volksbewegingen.
  • Voor het schrappen van de nationale schulden – verwerp de akkoorden met het IMF. Voor de nationalisatie van de banken en de centrale sectoren van de economie onder de democratische controle van de arbeiders en de gemeenschappen!
  • Voor een internationale strijd van jongeren en werkenden tegen het kapitalisme en het imperialisme, voor een socialistische wereld waarin de economie democratisch wordt gepland overeenkomstig de belangen van de meerderheid van de bevolking!
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie