Luxemburg. Regeringscrisis na afluisterschandaal

Het politieke leven in Luxemburg leek lange tijd bijzonder rustig te zijn. Maar dat was vroeger. Voor de geheime diensten in Luxemburg te ver gingen in een aantal operaties en voor de media even uit de gebruikelijke loomheid ontwaakte om de dubieuze praktijken van de geheime diensten en hun verstoorde verhouding tot een deel van de politieke klasse bloot te leggen.

Analyse door Jean L (Luxemburg)

Het begon met een gesprek tussen Jean-Claude Juncker en de chef van de inlichtingendiensten die het gesprek heimelijk opnam. Dat leidde tot een lawine aan onthullingen over het vreemde functioneren van een dienst waar niemand echt controle op heeft maar die wel dossiers had aangelegd over (tien?) duizenden Luxemburgers. Er is een parlementaire onderzoekscommissie aangesteld om de SREL (Service de Renseignement Luxembourgeois) door te lichten en na te gaan wie verantwoordelijk is voor het disfunctioneren.

Op hetzelfde ogenblik begint het proces van de ‘Bommeleeër’. Dat proces moet duidelijkheid brengen over een reeks bomaanslagen die het land in de jaren 1980 heeft opgeschrikt. Het was op het einde van de ‘Koude Oorlog’ en er werden verschillende ‘Stay Behind’-netwerken opgezet in tal van landen om een eventuele “sovjetinvasie” voor te bereiden. Er werden geheime paramilitaire oefeningen gehouden. Vandaag duikt de hypothese terug op dat een dergelijk ‘Stay Behind’ netwerk achter de affaire ‘Bommeleeër’ zou zitten. Die piste werd ooit opgeworpen binnen de SREL zelf, maar het leidde niet tot een ernstig onderzoek. De heer Vogel, de advocaat van de verdachten in de affaire ‘Bommeleeër’, heeft daar publiekelijk op gewezen en eist een nieuw onderzoek om na te gaan of de staat zelf is “overgegaan tot terroristische acties”.

Het samenkomen van beide zaken (SREL en Bommeleeër) heeft uiteindelijk geleid tot wel bijzonder opmerkelijke onthullingen. Zo blijkt onder meer dat de voormalige minister van Justitie, Luc Frieden, destijds sterke druk heeft uitgeoefend in de affaire Bommeleeër.

De situatie werd onhoudbaar voor de regering en uiteindelijk trok de sociaaldemocratische coalitiepartner de stekker uit het stopcontact. Naar goede gewoonte pleitte premier Jean-Claude Juncker “verantwoordelijk, maar niet schuldig”. Hij zwoer meteen dat hij opnieuw premier wil worden. Ondanks de institutionele crisis als gevolg van de val van de regering, weigerde Juncker aanvankelijk om zijn ontslag aan de Groothertog over te maken.

Een open boulevard voor de rechterzijde…

Op het ogenblik van schrijven is er een zekere verwarring over het vervolg van de gebeurtenissen. Maar vervroegde verkiezingen lijken onvermijdelijk, wellicht komen die er in oktober. Een zekere afstraffing van de christendemocratische CSV van Juncker is waarschijnlijk, maar in de peilingen ligt de partij nog voldoende voorop op de anderen. Wellicht zal de rechterzijde een zeker dividend halen uit de oppositiekuur en ligt de weg open voor een centrumrechtse regering na de verkiezingen. De CSV zal bovendien de sociaaldemocraten een lesje willen leren voor hun “verraad”. De sociaaldemocraten kunnen eventueel proberen om een coalitie te vormen met rechts en de groenen. Maar in ieder geval moet geen bocht naar links verwacht worden.

Zullen de werkenden bijgevolg opdraaien voor deze “Lux-leaks”? Dat zou uiteraard een spijtige zaak zijn. Maar er moet ook rekening worden gehouden met de mogelijkheden voor radicaal-links om in te spelen op de fratsen van de burgerlijke partijen en op de sociale onrust die zich begint te laten voelen. Terwijl de schandalen uitbarstten, scheert de werkloosheid iedere maand nieuwe toppen. En er zijn steeds meer gevoelige sociale thema’s: onderwijs, pensioenen, collectieve arbeidsovereenkomsten,…

Déi Lenk (Links, een kleine partij links van de gevestigde partijen) heeft zich in de afgelopen woelige periode kunnen profileren met een harde kritiek op het gevaar dat de SREL voor de democratie betekent, onder meer op het vlak van syndicale rechten (zo werd bekend dat politieke militanten maar ook bepaalde syndicale delegaties van dichtbij werden opgevolgd door de geheime diensten). Terwijl de gevestigde partijen discussieerden over hoe ze de SREL het beste (?) konden hervormen, bleef Déi Lenk de afschaffing ervan eisen. Geheime diensten gaan niet samen met democratie. Punt.

… en een opening naar links

Déi Lenk is er ook in geslaagd om het debat naar het sociale terrein te brengen. Er werd op gewezen dat de bevolking wel wil weten wie 25 jaar geleden bommen heeft geplaatst, maar vooral ook wil weten wie sinds enkele jaren jobs vernietigt en vooral hoe die terug kunnen opgebouwd worden.

Déi Lenk beschikt momenteel over een verkozene in de Kamer. Hierdoor kon de partij regelmatig een andere stem laten horen over de schandalen en was het mogelijk om campagnes te voeren die aansloten bij de bekommernissen van de gewone werkenden. De belangrijkste vakbond, OGBL, staat positief tegenover de opkomst van die kleine linkse partij. De mogelijkheid van twee of drie verkozenen na de komende verkiezingen is zeker reëel. Het zou een grote stap vooruit zijn in Luxemburg, waar het niveau van sociale strijd de afgelopen decennia relatief beperkt was. Het patronaat kon de sociale vrede afkopen door de enorme hoeveelheid aan beschikbare middelen, onder meer uit de financiële sector. De ontwikkeling van de crisis vanaf 2008 heeft de situatie doen keren. Het einde van het bankgeheim in 2015 zal evenmin beterschap betekenen. Het “Luxemburgse model” is dood. En niemand heeft een plan B.

De internationale actualiteit heeft duidelijk gemaakt dat geheime diensten niet samen gaan met democratie. Maar het kapitalisme heeft nood aan spionage- en inlichtingendiensten. We moeten daar conclusies uit trekken, ook in Luxemburg. Enkel een sterke sociale beweging kan een alternatief naar voor schuiven waarbij met het kapitalisme wordt gebroken. Een vooruitgang van radicaal links zou een eerste positieve stap in die richting zijn, ten minste als het wordt gebruikt als een hefboom voor de opbouw van de noodzakelijke sociale strijd. Het CWI, de internationale organisatie waartoe wij behoren, is aanwezig in Luxemburg en ondersteunt Déi Lenk vanuit dat perspectief.

“Et gëtt héich Zaït!” – ‘Het is hoog tijd’. Dat was de slogan van de verkiezingscampagne van Déi Lenk in 2009. Het blijft actueel.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie