Verschillende documenten van Leon Trotski, de Russische revolutionair, over de syndicale beweging zijn van een fundamenteel belang. Deze teksten vormen, wanneer je ze verklaart vanuit hun context en de achterliggende methode duidelijk maakt, een essentieel instrument voor militanten om eisen van de patroons af te dwingen en de syndicale strijd te verbinden met de socialistische omvorming van de maatschappij.
Vincent Devaux
"De vakbonden in het tijdperk van imperialistisch verval" is een tekst die dateert uit 1940, maar die meer dan ooit actueel is. Hij stelt ons in staat om de ontwikkeling en het karakter van de vakbonden te begrijpen. De tekst gaat in op de gevolgen voor de vakbonden van de overgang van het kapitalisme naar een periode waarin er geen sociale verbeteringen voor de meerderheid meer mogelijk zijn. Hij verklaart het fenomeen van de integratie van het syndicale apparaat in de burgerlijke staat, het fundamenteel reformistisch karakter van dit apparaat en haar omvorming tot een instrument in dienst van de staat (afhankelijk van de periode en de omstandig-heden in de samenleving). Trotski legt uit dat het noodzakelijk is dat revolutionaire socialisten militeren in de vakbonden, om ze naar een positie van onafhankelijkheid van de burgerlijke staat te brengen. Dit gaat natuurlijk samen met het streven naar een democratisering van de vakbonden.
Een andere essentiële tekst is die van het "Overgangsprogramma", geschreven in 1938. Trotski toont, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, aan dat de objectieve voorwaarden aanwezig zijn om de overgang naar een socialistische samenleving te maken. Hij legt uit dat de sociale condities een effect hebben op de arbeidersklasse, haar rijp maken voor die overgang. Tegelijk verraadt de arbeidersleiding, onder meer in de vakbonden, de verzuchtingen van de arbeiders door haar vruchteloos reformisme en opportunisme.
Trotski brengt de nood naar voor van "overgangseisen die vertrekken van de huidige condities en het huidige bewustzijn van brede lagen van de arbeidersklasse en die onveranderlijk leiden tot één en dezelfde conclusie: de machtsovername door het proletariaat."
Deze overgangseisen vormen een brug tussen eisen die nog realiseerbaar zijn onder het kapitalisme (het minimumprogramma) en de noodzaak – willen we de levensstandaard optillen van de hele bevolking – om de overgang te maken naar een socialistische samenleving (het maximumprogramma). Deze overgangseisen maken ook deel uit van de tradities van het strijdsyndicalisme. De nationalisatie van bedrijven die ontslagen willen opleggen – een nationalisatie zonder vergoeding door de staat of schadeloosstelling van de kapitalisten (behalve op basis van bewezen behoeften) – is een voorbeeld. LSP-MAS bracht deze eis naar voor tijdens de strijd voor het behoud van de werkgelegenheid bij Cockerill en Philips Hasselt, bijvoorbeeld.
Een ander belangrijk punt in deze tekst is de rol die de arbeiders spelen in een periode van dubbele macht in de samenleving. Elementen hiervan waren aanwezig in Frankrijk in mei ’68. Telkens spelen syndicale militanten en de arbeiders een cruciale rol. Trotski legt het belang uit van stakingscomités en fabriekscomités in zo’n periode van dubbele macht, naast het effect van het wapen van de bedrijfsbezetting: "De stakingen die gepaard gaan met een bedrijfsbezetting, een van de meer recente voorbeelden, overschrijden de limieten van het ‘normale’ kapitalistische regime. Los van de eisen van de stakers, brengt een tijdelijke bedrijfsbezetting een slag toe aan het idool van het kapitalistische privébezit. Elke staking die samengaat met een bedrijfsbezetting stelt in de praktijk de vraag naar wie er meester is in het bedrijf: de kapitalisten of de arbeiders".
Trotski geeft het belang aan van de onteigening van de hele industrie en de banken. In het overgangsprogramma legt hij ook de rol uit van bedrijfspikketten, om zich te verzetten tegen de “gelen” – elementen binnen de arbeidersklasse die de zijde kiezen van het patronaat – en de repressiekrachten van de burgerlijke staat. Hij gaat ook in op de rol van pikketten in een prerevolutionaire periode.
Het Overgangsprogramma legt het verband tussen de syndicale strijd voor onmiddellijke eisen en de omvorming van deze syndicale strijd in een politieke strijd. De arbeiders komen tot het besef dat ze hun verworvenheden enkel kunnen behouden en uitbreiden door de overgang naar het socialisme. Deze omvorming van syndicale strijd naar politieke strijd weerspiegelt zich in de omvorming van de instrumenten van syndicale strijd in organen van politieke strijd (pikketten, verkozen comités,…).
Het Overgangsprogramma leidt tot de conclusie dat de enige syndicale methode die de arbeiders niet verraadt die van het strijdsyndicalisme is, in essentie revolutionair van aard. Een strijdsyndicalisme dat zich bewust is van de noodzaak om de limieten van het kapitalisme te overstijgen. Het is doorheen de discussie en het begrijpen van deze teksten dat de strijdbare syndicale militant zich een methode van strijd kan smeden gericht op het verbinden van de syndicale strijd aan de strijd voor een socialistische transformatie van de maatschappij.
Meer info:
Als je meer wil weten over het marxisme of klassieke teksten van onder meer Trotski in het Nederlands wil lezen, bezoek dan Marxisme.Net