Mars voor gerechtheid eist onderzoek naar oorlogsmisdaden

Een verslag voor de Verenigde Naties stelde dat het bloedbad van Srebrenica werd overgedaan in Mullivaikkal, in het noordoosten van Sri Lanka. Sinds het einde van de oorlog kwam er geen ernstig onderzoek naar de oorlogsmisdaden. Er is dringend nood aan een onafhankelijk internationaal onderzoek.

Thuva

Een expertengroep stelde in een verslag aan de Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki-Moon, in maart 2011 dat er een internationaal onderzoek naar de oorlogsmisdaden nodig was. Sindsdien gebeurde er niets. Ban Ki-Moon werd herverkozen als algemeen secretaris van de VN, met de uitdrukkelijke steun van Rajapakse.

De directeur Azië-Pacific van Amnesty International, Sam Zarifi, verklaarde in december 2011 nog dat de internationale gemeenschap nu moet optreden om een onderzoek te doen naar de oorlogsmisdaden.

Zowel de internationale instellingen als de Westerse regeringen doen intussen niets. Er wordt niet opgetreden tegen een dictator die oorlogsmisdaden beging en op dezelfde manier verder gaat met het onderdrukken van de Tamilsprekende minderheid in Sri Lanka.

Rajapakse installeert steeds meer een militair bewind en acht zich ongenaakbaar. De Westerse landen reageren toch niet omdat ze vrezen dat Sri Lanka anders teveel economische banden met China zou aangaan. Daarmee maken ze nog eens duidelijk wat voor hen van belang is: de winsten voor de eigen bedrijven en de eigen economische macht.

De mars voor gerechtigheid aanvaardt dit niet en eist een echt onafhankelijk onderzoek naar de oorlogsmisdaden. Dit onderzoek moet onder de controle van de gewone bevolking in Sri Lanka staan, met inbegrip van vertegenwoordigers van de Tamil diaspora.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist