[Lezersreactie] Ontwikkelingshulp helpt niet! Welk alternatief?

Ingezonden stuk dat ook werd gepublicerd op nevenstroom.blogspot.com. Lezersbrieven zijn steeds welkom via redactie@socialisme.be

De eindejaarsperiode is weer aangebroken. In deze periode zetten dit jaar opnieuw duizenden mensen zich in voor de campagne “Music For Life” die uitgaat van Studio Brussel. Dit jaar pakken ze het nog groter aan, terwijl vorig jaar al meer dan 5 miljoen euro werd opgehaald. Mooi toch? Daarnaast mogen we uiteraard de talloze andere campagnes zoals de 11.11.11 actie, Broederlijk Delen en Vredeseilanden niet vergeten. Daaruit kunnen we maar één iets concluderen: mensen zijn wel degelijk oprecht bekommerd om anderen ver weg.

Helaas weten we maar zelden wat er met al deze middelen gebeurt, laat staan dat we er resultaten van zien. De harde, confronterende waarheid is helaas dat ontwikkelingshulp tot op de dag van vandaag niet werkt! Doctor Wiet Janssen behaalde hier rond in december 2009 zijn doctoraat aan de universiteit van Twente. Hieronder zet ik zijn belangrijkste conclusies.

  • “De grote hoeveelheden hulp aan Afrika hebben tot nog toe geen enkel effect.”
  • “Er is geen statistisch verband tussen hulp en ontwikkeling”
  • “Waar voedsel schaars is leiden drinkwatervoorziening en gezondheidszorg tot meer kinderen en meer kinderondervoeding. Door verbetering van de drinkwatervoorziening en de gezondheidszorg stijgt het aantal kinderen per gezin, maar de hoeveelheid voedsel blijft gelijk. daardoor neemt de kinderondervoeding toe.”
  • “Lager onderwijs leert arme kinderen niets waarmee ze een inkomen kunnen verdienen. “
  • “De slechte kwaliteit van het bestuur kan niet door hulp worden verbeterd. Veel hulp maakt het alleen maar erger. Grote hoeveelheden hulp maken het de politici heel erg gemakkelijk om aan veel geld te komen. Daardoor zijn ze minder afhankelijk van de steun van de bevolking, en concentreren ze zich op het vergroten van hun eigen macht en rijkdom.”
  • “Een derde van de staatsfondsen in de ontwikkelingslanden raakt zoek door corruptie.”
  • “De grote hoeveelheden hulp aan Afrika veroorzaken een overwaardering van de lokale munt waardoor landbouw en industrie niet kunnen concurreren.”

Voor zijn wetenschappelijke onderbouwingen verwijs ik naar zijn website (http://www.ontwikkelingshulpanders.nl/), waar zijn publicaties gedownload kunnen worden. De typische opmerking die ik krijg als ik me negatief uitlaat over ontwikkelingshulp, zijnde dat het toch beter is dan niets doen, moet dus, helaas, negatief beantwoord worden. Het enige nut van ontwikkelingshulp dat overeind blijft, is dat het ons een goed gevoel geeft. Iets waar sommige mensen vooral in de eindejaarsperiode behoefte aan lijken te hebben.

In Azië is de armoede toch gedaald?

Ontwikkelingshulp zoals we die vandaag kennen is ontstaan als gevolg van de Koude Oorlog. Gekolonialiseerde landen kregen hulp van het westen om zo te vermijden dat deze landen stappen zouden zetten richting een stalinistische economie. Na de val van het stalinisme bleef de ontwikkelingshulp, weliswaar beperkter, bestaan, voornamelijk in Sub-Saharisch Afrika, maar verdween het politieke aspect. Toch nam de armoede veel sterker af in Oost- en Zuid-Azië, wat gedomineerd wordt door respectief China en India.

Na de val van het stalinisme in 1989-1990 verdween het enige reëel bestaande alternatief op het kapitalisme en kregen bedrijven uit de geïndustrialiseerde landen ongehinderd toegang tot een enorme reserve aan extreem goedkope arbeidskrachten. Verscheidene Aziatische landen hanteerden daarbij een politiek om buitenlandse investeerders aan te trekken via lokale vrijhandelszones. Deze zones kenmerkten zich door lage belastingen, afgeschafte douaneheffingen, een verminderde bureaucratie, een relatief goede transportinfrastructuur en goedkope toegang tot nutsvoorzieningen zoals elektriciteit. India begon met het uitbouwen van dergelijke zones in 1965, China vanaf 1979. In 1990 werd de regio van Shanghai een dergelijke vrijhandelszone. In combinatie met de lage lonen bleek dit een succesvolle formule.

Een groot deel van het westerse productieapparaat is geleidelijk aan naar deze Aziatische landen verhuisd, met als voornaamste bestemming natuurlijk China – dat zich heeft kunnen transformeren tot de “fabriek van de wereld”. Vooral na de val van het stalinisme waren er geen remmingen meer en versnelde deze delocalisatie.

Meer vrije markt

Afgaande op de vorige sectie is de logische conclusie dus dat er nood is aan meer vrije mark zodat ook de arme landen zich kunnen ontwikkelen en aldus de armoede kunnen uitroeien.

De economische groei in de Aziatische landen die een sterke economische ontwikkeling kenden en kennen is in eerste instantie gebaseerd op lage lonen. Hogere lonen zullen in een vrijemarktlogica leiden tot een zwakkere concurrentiepositie. Sinds een paar jaar is er inderdaad een trend waarbij bedrijven wegtrekken uit de meer geïndustrialiseerde kust van China naar het binnenland omdat de lonen te veel gestegen zijn. Dit lijkt aanvaardbaar. De bedrijven investeren daar waar dit het meest nodig is. Het belang van de aandeelhouders valt hier samen met dat van de armste lagen van de bevolking.

Nu hebben deze Aziatische exportgerichte landen natuurlijk een afzetmarkt nodig. Deze wordt – rechtstreeks of onrechtstreeks – gevormd door de geïndustrialiseerde landen, zeg maar de OESO landen. De grootte van deze afzetmarkt is gelijk aan de totale koopkracht van de bevolking in die OESO landen. En indien we willen dat de armoede in de ontwikkelingslanden verder afneemt is het in deze logica noodzakelijk dat de koopkracht in de OESO landen voldoende sterk blijft stijgen. Hoewel de lonen er sinds 1980 slechts met gemiddeld ongeveer 1% per jaar groeien, was er een sterkere toename van de koopkracht. Dit was mogelijk door een toenemende schuldgraad van zowel de bevolking als de overheden. Maar een schuldtoename kan niet eeuwig doorgaan. Met de huidige crisis zijn we op het kantelpunt gekomen. Het is bekend dat Japan al jaren in een recessie zit en dat de Verenigde Staten d.m.v. toenemende schulden al jaren boven hun stand leven. In Europa proberen overheden nu wanhopig aan schuldafbouw te doen d.m.v. besparingen en belastingen die de bevolking onvermijdelijk zullen treffen. Met andere woorden zal de afzetmarkt van de landen die op basis van lage lonen de voorbije twintig jaar een economische groei kenden en een zekere reductie van de armoede konden bewerkstelligen krimpen, met als logisch gevolg dat ook deze landen economisch in extreem zwaar vaarwater zullen terechtkomen, met alle gevolgen van dien voor de lokale bevolking. Die vrije markt biedt met andere woorden geen uitweg.

Wat kan er gedaan worden?

Allereerst vormen alle vormen van liefdadigheid – en dus ook ontwikkelingshulp -, hoe nobel de bedoelingen ook mogen zijn, geen fundamentele oplossing voor de bevolking. In het “beste” geval heeft die er baat bij en ontstaat er aldus een afhankelijkheidsrelatie. Bovendien versterkt liefdadigheid het status quo en helpt het dus fundamentele verbeteringen tegen te houden.

Als we naar de geschiedenis kijken, dat zien we dat dergelijke fundamentele verbeteringen er nooit zomaar gekomen zijn. Denken we maar aan de politieke overgang van de feodaal gecontroleerde systemen naar de hedendaagse democratische systemen, met o.a. de Franse revolutie in 1789. In eigen land is het algemeen stemrecht – op dat moment enkel nog maar voor mannen – er in 1893 gekomen na bloedige stakingen in Wallonië. Ook de welvaartsstaat die we vandaag de dag in België kennen is ontstaan in de nasleep van de tweede wereldoorlog. De heersende klasse was bang dat de massaal op straat komende bevolking kant zou kiezen van het dreigende stalinisme. Een meer recent voorbeeld is de Arabische Lente, waarbij de bevolking massaal in beweging kwam en komt tegen dictatoriale regimes. Dit zijn maar enkele voorbeelden die illustreren dat fundamentele veranderingen afgedwongen moeten worden door de bevolking zelf, de 99% zoals die genoemd wordt door de occupy beweging.

Ter vervanging van liefdadigheid lijkt het concept van solidariteit met mensen die in beweging komen voor hun rechten dus een effectievere aanpak, al is dit bij gebrek aan bekende organisaties die dit kunnen en willen organiseren niet evident. Desondanks zijn er in het verleden wel voorbeelden van dergelijke solidariteit te vinden zoals de mijnwerkersstaking van 1984-1985 in Groot-Brittannië. De mijnwerkers staakten er gedurende bijna een jaar, tevergeefs, tegen Thatcher die de mijnen wou sluiten en aldus het pad voor een neoliberaal beleid wou effenen. Zonder steun van buiten de mijnwerkerscommunity hadden ze dit nooit zo lang kunnen volhouden.

De bevolking moet in beweging komen en de vrije markt werkt niet. Dit is zo ongeveer de samenvatting van het voorafgaande. Als je tegen iets bent, moet je ook een alternatief kunnen aanbieden. Welke zijn de eisen die de bevolking dan naar voor zou kunnen schuiven? De voornaamste eis lijkt me die van nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de bevolking, dus met een open boekhouding die door iedereen geconsulteerd zou moeten kunnen worden, via onder meer het Internet, en waarbij de leidinggevenden verantwoording verschuldigd zijn naar de bevolking toe. Om te beginnen mag de banksector aan de beurt komen. In heel wat landen in voornamelijk Sub-Saharisch Afrika zorgen de rentelasten uit schulden uit het verleden voor een serieuze rem op de economische ontwikkelingen. Ten tweede zouden de bedrijven die de natuurlijke rijkdommen uit de landen exploiteren aan de beurt mogen komen, zodat de rijkdom uit de bodem naar de bevolking, die wat hoger woont, vloeit. Idem dito voor de lokale productie-eenheden; de winsten vloeien beter naar de bevolking dan naar de topmanagers en grote aandeelhouders. Verder zouden ook nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, transport, telecommunicatie, …), gezondheidszorg, onderwijs en ook de overheid zelf aan de beurt moeten komen. De gemaakte winsten kunnen vervolgens in de economie geïnvesteerd worden, ten dienste van de bevolking.

Toegegeven, dit is geen evidentie. Maar wat is het alternatief? Suggesties zijn alleszins welkom.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie