Arizona wil een hard rechts beleid voeren. De maatregelen gaan nog verder dan die van de vorige uitgesproken rechtse regering, Michel I (2014-2018). De volledige bucket list van Voka en VBO ligt op tafel: harde aanvallen op de index en op pensioenen, minder progressieve belastingen, besparingen op zowat alle openbare diensten.
Artikel door een ACV-militante
Meer militarisering
Volgens Theo Francken moeten “zachte” en “harde” veiligheid meer in evenwicht. Daarmee bedoelt hij dat de sociale zekerheid, pensioenen, gezondheidszorg, werkloosheidsuitkeringen …. moeten afgebouwd worden terwijl er meer middelen naar militaire uitgaven gaan. De reeds kapot bespaarde openbare diensten zullen door de Arizona-regering nog verder uitgehold worden, inclusief verdere privatisering en vermarkting. Op elke uitgavepost zal bespaard worden, behalve op militaire uitgaven.
Er wordt gesproken over 4 miljard euro per jaar extra voor defensie, o.a. voor bommenwerpende drones en nieuwe F-35 gevechtsvliegtuigen. Investeringen waar vooral de private wapenindustrie beter van wordt. De vraag kan ook gesteld worden wat er gedaan zal worden met al die peperdure high-tech wapens die voornamelijk offensieve toepassingen hebben, en dus weinig met “landsverdediging” te maken hebben.
Minder vakbond
Een belangrijk element in de patronale wishlist van de Arizona-coalitie is het verzwakken van vakbonden en sociaal overleg. Bij sociale verkiezingen voor zowel de ondernemingsraden (OR) als de comités voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) stellen telkens meer dan 60.000 werknemers zich kandidaat om hun collega’s te vertegenwoordigen en te verdedigen.
Dankzij de collectieve organisatie en strijd kunnen vaak betere loon- en arbeidsvoorwaarden afgedwongen worden dan wanneer het ieder voor zich is. Waar de vakbond sterk staat, liggen de lonen hoger en zijn de arbeidsvoorwaarden gunstiger en werkbaarder. Werkgevers zijn de vakbond daarom doorgaans liever kwijt dan rijk. Syndicale strijd blijft de meest effectieve manier voor werknemers om zich te organiseren en hun deel van de koek op te eisen.
Delegees en kandidaten bij de sociale verkiezingen genieten vandaag een ontslagbescherming. De ‘boete’ voor het niet-naleven van die bescherming bedraagt vandaag minstens 2,5 jaar loon. Vooral grote multinationals betalen die boete soms om de ontwikkeling van een strijdbare vertegenwoordiging tegen te gaan. Uiteindelijk kost hen dat minder dan een strijdbaar onderhandelde collectieve arbeidsovereenkomst of investeringen in een veilige werkomgeving. Vooral in de periode vlak voor de sociale verkiezingen — in vakbondsmilieus gekend als ‘de solden’ — blijkt dat zelfs de huidige bescherming niet volstaat.
Arizona is van plan de bescherming van delegees en kandidaten bij de sociale verkiezingen drastisch te verminderen, waardoor het permanent ‘supersolden’ zouden zijn, met alle gevolgen van dien. Dat is een opstap om nadien de ontslagvergoeding voor iedereen naar beneden te trekken: in de supernota van oktober was er sprake van maximaal een jaar.
Verder willen De Wever en Bouchez de discussie openen over het stakingsrecht en ook het recht op collectief protest zal opnieuw onder vuur liggen.
Minder werkloosheidsuitkeringen
Een andere aanval op de vakbonden heeft te maken met de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen. Momenteel gebeurt dit grotendeels door de vakbonden, waardoor de overheid in feite bespaart op administratiekosten terwijl het voor de vakbonden een belangrijk instrument voor ledenwerving is. Arizona stelt dit mechanisme in vraag.
Dit is een manier om de vakbonden te verzwakken, ook al is het geen besparingsmaatregel — het zou de overheid meer kosten. Op korte termijn zou het tot collectieve ontslagen leiden binnen de vakbonden: al het administratief personeel om de werkloosheidsuitkeringen te beheren, zou geen werk meer hebben. Op langere termijn zou het de grootste sterkte van vakbonden — hun ledenaantal — voor een deel ondermijnen.
Ook verdere beperkingen van de werkloosheidsuitkering zijn vanuit het patronaal standpunt een win-win: het zet een neerwaartse druk op de lonen (werklozen worden gedwongen om slechte jobs te aanvaarden) én het verzwakt onrechtstreeks de vakbonden.
Hypocriete partijen
CD&V, Les Engagés en vooral Vooruit zullen zich binnenkort ongetwijfeld op de borst kloppen en beweren dat er dankzij hen “erger vermeden werd”. In de plaats van de geplande 10 stappen achteruit, zullen er maar 5 gezet worden (en zijn er nog eens 4 wat uitgesteld). Het punt is natuurlijk dat ze daarmee de achteruitgang mogelijk maken. Ze spreken van “verantwoordelijkheid opnemen”, d.w.z. liever enkele ministerpostjes pakken dan de stekker eruit te trekken.
Syndicalisten mogen geen enkele illusie hebben in de partijen die in het verleden gezien werden als politieke partners voor de syndicale strijd. Integendeel, alle resterende banden met die partijen moeten gebroken worden zodat vanuit een politiek onafhankelijke positie de strijd voor sociale en economische rechtvaardigheid gevoerd kan worden. Daarbij moet een actieplan worden uitgewerkt dat niet alleen de regering kan doen vallen en dat niet enkel een defensieve strijd voert om de achteruitgang te temperen, maar ook offensieve eisen naar voren schuift waarmee stappen vooruit gezet kunnen worden!
Arizona en het verzet ertegen: overzicht van artikels op deze site