Terwijl het onderwijspersoneel in de vorige legislatuur meermaals in actie kwam om meer middelen en respect te eisen, worden er nu nieuwe besparingen opgelegd. De Franstalige regering van MR en Les Engagés wil in 2025 110 miljoen euro besparen en nadien wellicht nog meer. De vooruitgang van beide partijen in de gemeenteraadsverkiezingen geeft hen nog meer lef en arrogantie om de openbare diensten aan te vallen.
In het onderwijs gaat het onder meer het einde van de benoeming, een verhoging van de werkdruk met 2 uur per week voor leerkrachten met een masterdiploma die in het lager onderwijs en de eerste jaren van het middelbaar lesgeven alsook voor nieuwe leerkrachten met een vast contract, de fusie van de officiële netten om daarbij te ‘rationaliseren’, het stoppen van opleidingen die niet rendabel genoeg zijn … De school moet een fabriek worden die kant en klaar flexi-personeel aflevert.
Vandaag is er een staking in gemeenschappelijk vakbondsfront. Eind januari volgt een 48-urenstaking, gekoppeld aan een betoging. Daarmee wordt opgebouwd naar een stakingsweek in maart, wellicht met roterende stakingsdagen. Het is inderdaad tijd om niet enkel de betogingen en stakingsdagen elkaar te laten opvolgen, maar met een opbouwend actieplan onze strijd harder te maken. Zo kunnen we ook collega’s meetrekken die gedemoraliseerd zijn.
Het potentieel bleek al op de betoging van 7 november en op de algemene vergaderingen die aan de stakingsdag vandaag voorafgingen.
Naar aanleiding van de betoging van 7 november zei Elise, een leerkracht uit Bergen: “Ondanks de lage opkomst op mijn school was ik aangenaam verrast dat ik Soignies verliet met een twintigtal collega’s die gemotiveerd en overtuigd waren van de noodzaak om hun stem te laten horen. Dit illustreert de woede en het potentieel dat er in het onderwijs bestaat. Met een goede informatiecampagne in onze school hadden we met twee keer zoveel kunnen zijn! Er wordt reikhalzend uitgekeken naar de volgende actiedata, want al mijn collega’s waren van mening dat deze betoging slechts een eerste stap mag zijn naar een goed gecommuniceerd actieplan.”
Jeremiah, een leekracht uit Luik: “Dankzij de mobilisatie werd er een onderwijsdelegatie gevormd in de betoging. In de gesprekken onder collega’s werd vooral de noodzaak van meer middelen benadrukt. Er is grote bezorgdheid over de geplande hervormingen en het dreigende jobverlies. Zeker in plattelandsgebieden dreigen ‘schoolwoestijnen’ te ontstaan. Ondertussen werken collega’s in rampzalige omstandigheden van vervallen gebouwen, afbladderende muren en verwarming die maar de helft van de tijd werkt.”
Hoe kunnen we stappen vooruitzetten?
1 – Laten we het organiseren van algemene vergaderingen voortzetten en uitbreiden om collega’s in actie te houden, om hen in staat te stellen te discussiëren over de voorstellen en het programma en over de strategie om te winnen. In een school in het centrum van Luik werd er na afloop van een algemene vergadering een peiling gedaan over welke actiemethode verkozen werd door de aanwezigen. De optie van een staking van onbepaalde duur kwam er als populairste voorstel uit. Aan enthousiasme om de strijd aan te gaan is er duidelijk geen gebrek.
2 – Laten we met een politiek programma komen: een programma om te breken met het besparingsbeleid. We kunnen pleiten voor het belasten van de superrijken door middel van een vermogensbelasting die jaarlijks tot 10 miljard euro kan opbrengen. Daarmee zouden we onderwijs en openbare diensten kunnen financieren om aan de behoeften te voldoen. Niet in de laatste plaats door een grootschalig plan om schoolgebouwen te renoveren en personeel in dienst te nemen met een statuut dat echte onafhankelijkheid van management en politieke willekeur mogelijk maakt: het ambtenarenstatuut.
Om deze strijd te laten slagen, moeten we hem koppelen aan offensieve eisen die duidelijk maken dat het in de eerste plaats gaat om de toekomst van de jongere generaties en het emancipatoire onderwijs dat zij verdienen: met kleinere klassen (waar het niet binnen regent…) en voldoende onderwijzend personeel met arbeidsomstandigheden die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen. We mogen ons niet laten verdelen. De aanvallen moeten gestopt worden door te strijden voor meer middelen en meer collega’s.