Interview. Werkloosheidsuitkering in de tijd beperken? Pak het economisch systeem aan, niet de slachtoffers ervan!

Interview met Cédric Leterme van Gresea

In de catalogus van verschrikkingen die worden voorbereid door De Wever, Bouchez en hun Arizona-partners staat een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Dat is een echte “trofee” voor rechts. Nochtans is het repressief aanpakken van werklozen niet effectief als het doel is om ‘meer mensen aan het werk te krijgen’. Het is een symboolmaatregel die weinig oplevert. Waarom wordt er dan zo hard op aangedrongen? We spraken met Cédric Leterme van de onderzoeksgroep Gresea (Groupe de Recherche pour une Stratégie économique alternative).

Interview door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

Vorig jaar schreef je een artikel onder de titel: “Beperking van de werkloosheidsuitkering: wie profiteert?” Daarin stelde je dat deze maatregel niets zou doen aan de werkloosheid en dat het aanvallen van werklozen een manier is om de aandacht af te leiden van de echte profiteurs. 

“Dat was een reactie op het feit dat ook Vooruit zich voor het eerst voorstander verklaarde van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Die koerswijziging kwam niet als een verrassing: het ligt in de lijn van de activering van werklozen die in 2004 werd ingevoerd door Frank Vandenbroucke, die dicht bij Conner Rousseau staat. Les Engagés sloten zich toen ook aan bij deze eis, waardoor het erg waarschijnlijk werd dat deze maatregel na de verkiezingen op tafel zou liggen.”

“Het is duidelijk aan afleidingsmanoeuvre. Als er over werklozen gepraat wordt, blijft het bredere plaatje buiten beeld. Dat gebeurt al decennialang op systematische wijze. Om niet over belastingontduiking, inflatie of overwinsten te hoeven praten, gaat het over werkloosheid en langdurige werkloosheid. Dit is des te schandaliger omdat de vorige aanval, in 2012, de inschakelingsuitkering (de vroegere wachtuitkering) in de tijd beperkte en bij andere uitkeringen een sterkere degressiviteit (daling van de uitkering) invoerde. Heel wat uitkeringen liggen onder de armoedegrens. Zo kan je onmogelijk fatsoenlijk leven.”

“Twee studies hebben een balans opgemaakt van de maatregelen van 2012. Het resultaat is weinig verrassend, we wisten op voorhand dat je geen jobs creëert door werklozen te straffen. De cijfers tonen aan dat de degressiviteit en de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkering geen enkel resultaat opleverden. Het leidde tot een explosie van werkonzekerheid en het verhoogde de druk op de OCMW’s. Van de mensen die werden uitgesloten van een recht op uitkering, kwam slechts de helft bij het OCMW terecht. Wat gebeurt er met de anderen? Rechts klaagt over druggebruikers en bedelaars… Maar die komen ergens vandaan! Als alles wegvalt en mensen zelfs door het laatste vangnet vallen, komen ze ook nog ergens terecht. Er is solidariteit binnen de familie, mensen gaan terug thuis wonen, anderen staan op straat. We verliezen deze mensen uit het oog. Vanuit het oogpunt van sociale controle is deze maatregel dus compleet absurd. Sociale zekerheid is ook een manier om een band met de samenleving te behouden.”

“De verwachte besparing is overigens erg beperkt. De nota van De Wever had het over 1,8 miljard euro besparen door de uitkering te beperken tot twee jaar. Tegelijk zou er 1 miljard naar de OCMW’s gaan om de extra uitgaven op te vangen. Het gaat dus om een besparing van 800 miljoen euro. Dat is een habbekrats op de begroting. Voor tienduizenden mensen betekent het echter nog dieper in de armoede belanden.”

De regering-De Croo, met groenen en sociaaldemocraten, wilde de werkzaamheidsgraad tegen 2030 optrekken tot 80%. Dit doel wordt ook nu gehanteerd en steeds herhaald. Waar komt dit cijfer vandaan?

“Het is eigenlijk willekeurig. 80% klinkt mooi, beter dan 78% of 82%. Dit cijfer omvat alle mensen die in de week voor het onderzoek ‘betaald werk’ hebben gedaan, inclusief deeltijds, tijdelijk of wat dan ook. Vandaag is er een historisch laag werkloosheidscijfer. Binnen de beroepsbevolking zijn er mensen met goede redenen niet aan de slag. Het gaat om zieken, mensen die voor hun gezin zorgen of een opleiding volgen.” 

“Als we de arbeidsparticipatie bekijken vanuit het aantal voltijdse equivalenten, krijgen we overigens een ander beeld. Er wordt ons verteld dat de werkzaamheidsgraad in Nederland prachtig is, bijna 80%. Het aantal tijdelijke werknemers en onzekere contracten ligt er echter veel hoger. Als we vergelijken op basis van het aantal voltijdse equivalenten, is het verschil marginaal. Alleszins zal die 80% niet bereikt worden door 100.000 werklozen te straffen. Er zouden 800.000 tot 900.000 mensen in dienst moeten treden, terwijl er op dit moment 180.000 jobs beschikbaar zijn.”

Ondertussen ziet de economische situatie er somber uit en zijn er meer collectieve afdankingen…

“We kunnen inderdaad verwachten dat de werkloosheid zal stijgen naarmate de sociale drama’s zich opstapelen. Gaan we de schuld daarvoor bij de slachtoffers leggen? Waar gaan die mensen terechtkomen? Zelfs indien er nog altijd een krapte op de arbeidsmarkt is, zeker in sectoren met slechte arbeidsvoorwaarden.”

“Aan de andere kant horen we niets over maatregelen die de arbeidsparticipatie zouden versterken, zoals collectieve arbeidsduurvermindering. Daarvan is aangetoond dat het veel effectiever is dan het bestraffen van mensen.”

Arbeidsduurvermindering is ook nodig om de werkdruk te verlagen. Dergelijke eisen zijn essentieel in de ideologische strijd tegen rechts.

“Het is ongelooflijk dat de MR zich heeft weten te positioneren als de partij van de werkenden. De eerste maatregel van de Waalse regering was de afbouw van successierechten. Ze hebben het over individuele verdienste en verdedigen de rijksten. Ze bevoordelen de aandeelhouders, diegenen die niet werken dus. En toch komt de MR ermee weg.”

“Het is problematisch dat er enkel nog over werk gesproken wordt vanuit een marktperspectief. We hebben volgens hen enkel een job nodig om geld te verdienen, ongeacht de samenleving, ongeacht de sociale zekerheid en ongeacht de betekenis en het sociale nut van een job. Bovenal moet elke verstoring van de commerciële arbeidsmarkt door de overheid of de vakbonden vermeden worden.”

“Links praat niet meer over werk, of enkel in de termen van rechts. Dat is dramatisch. Ik las een interview in L’Echo met iemand van de PVDA. De journalisten waren vastberaden om hem te laten zeggen dat multinationals nodig zijn om werk aan te bieden. Hij antwoordde: “Ja, ja, inderdaad. Maar dan moeten ze wel eerlijke belastingen betalen.” Waarom zouden we aanvaarden dat er nood is aan multinationals om ons te vertellen wat we moeten produceren en hoe dat gebeurt, zodat zij hun winsten kunnen opdrijven en er desnoods enkele kruimels voor ons overblijven? Als we dat aanvaarden, is de ruimte voor het ideologische discours behoorlijk smal. Nochtans hadden we de afgelopen jaren onder meer Covid19 en de overstromingen, die ons ertoe aanzetten om de manier waarop we werken in vraag te stellen, al was het maar vanuit ecologisch oogpunt, en om na te denken over productie die de gemeenschap dient in plaats van de aandeelhouders. Er is echter weinig radicaal discours. Uiteindelijk kon de MR zelfs het behoud van kernenergie erdoor drukken.”

“Links heeft het opgegeven om radicaal te denken over de economie. We zagen dit opnieuw bij Audi, waar de woestijn compleet was wat betreft oplossingen en vooruitzichten voor strijd. Zelfs indien die al even achter ons liggen, blijft er in België een geschiedenis van bedrijfsbezettingen. Er is ook het voorbeeld van de bezetting en reconversie onder arbeiderscontrole van GKN in Italië, die nog steeds bezig is. Dat komt echter amper naar voren. De PVDA beperkt zich tot een moratorium op afdankingen door autofabrieken. Maar wie gelooft daarin?” 

“Er heerst een fatalisme, een berusting. Het klopt natuurlijk dat rechts de verkiezingen won. We moeten dat echter niet te veel interpreteren. Het populistische rechtse discours staat sterker door de verloochening ter linkerzijde. Kort voor de verkiezingen waren er nog peilingen die aangaven dat een vermogensbelasting populair is. Dat is niet verdwenen. Mensen zijn zich bewust van de obscene concentratie van rijkdom. Maar zonder een collectief strategisch perspectief lijkt het zo enorm dat we niet echt weten wat we eraan moeten doen. Alles lijkt onbereikbaar: nationalisatie, socialisatie … We zijn al niet in staat om de schade te beperken, dus waarom nog verder gaan? Het concrete waar we iets aan denken te kunnen doen, beperkt zich tot de buurman die we ervan verdenken 100 euro meer te hebben.” 

“Verantwoordelijkheid nemen voor een breuk met het systeem is nodig. Falen komt vaak door een gebrek aan durf op dit niveau. We hebben een project nodig dat tot de verbeelding spreekt, dat hoop geeft en niet alleen de schade beperkt.”

“Dit jaar is het de 80ste verjaardag van het Sociaal Pact, waarop de sociale zekerheid gebaseerd is. Er zal geen tekort zijn aan nietszeggende herdenkingen, gebaseerd op het idee dat iedereen het eens was. Dat is niet waar, er was een krachtsverhouding. De uitdaging van vandaag is niet om de bestaande sociale verworvenheden te verdedigen als het maximaal haalbare. We moeten de verworvenheden verbreden, uitbreiden, verder gaan dan de kwestie van pure financiële overdrachten en ook opkomen voor de socialisatie van de productie en voor bestaanszekerheid van mensen, met huisvesting, voedsel, enz. De bazen zeggen dat ze niet tevreden zijn met deze sociale zekerheid, dus moeten ook wij luid en duidelijk kunnen zeggen dat het niet goed genoeg is en dat we ervoor gaan vechten.”

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist