Het verzet tegen genocide verder uitbreiden en richten tegen het productiesysteem

De mobilisatie tegen genocide heeft alle uithoeken van de wereld bereikt, van Washington tot Tunis, van Caïro tot Parijs en Brussel. Actievoeren tegen de onderdrukking van de Palestijnse massa’s is een centraal onderdeel van het huidige sociale bewustzijn, net zoals verzet tegen de oorlog in Vietnam of tegen de apartheid in Zuid-Afrika dat in het verleden was. De genocide en de welwillendheid van de grootmachten tegenover de Israëlische moordmachine is een element waarrond het bewustzijn ontwikkelt van wat het kapitalistische systeem werkelijk is.

door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

Voor een boycot georganiseerd door de arbeidersklasse

Op 20 oktober was een van de belangrijkste eisen van de fenomenale betoging in Brussel een embargo op wapens voor Israël. Enkele dagen eerder hadden tientallen leden van een Griekse dokwerkersbond 21 ton munitie bestemd voor Israël geblokkeerd in de haven van Piraeus. Dit soort acties toont ons de weg vooruit, die van de massale acties en de kracht van stakingen en blokkades.

In België wordt de wapenexport op regionaal niveau beheerd. De Waalse regering verklaarde dat het sinds 7 oktober 2023 de munitie-exportvergunningen had opgeschort, maar er ging minstens 70 ton wapens en explosieven via de luchthaven van Luik-Bierset naar Israël. Bovendien werd er eind november 2023 16 ton buskruit geleverd door PB Clermont. Een aantal acties, met name aan het bedrijf Challenge in Luik en een betoging in Namen, gecombineerd met onthullingen in de media leidden tot de belofte van een stop op wapenleveringen en doorvoer.

Vandaag wordt dit alles duidelijk ondermijnd door de nieuwe rechtse coalities die aan de macht komen. Al van bij het begin van de genocide riepen de transportvakbonden in België op om te weigeren oorlogsmateriaal te laden. Er was jammer genoeg geen campagne of actiemateriaal om die verklaring te ondersteunen met concrete actie op het terrein. Dit is vandaag absoluut nodig als we het vertrouwen van het personeel willen opbouwen om actie te ondernemen zodra de minste twijfel rijst over wat er wordt doorgevoerd of verzonden.

Actieve solidariteit tegen repressie

Er is al veel gezegd over de ‘supernota’ van Bart De Wever en zijn plannen voor draconische besparingen. Onlangs is een andere nota uitgelekt, die betrekking heeft op het veiligheidsaspect van de waarschijnlijke toekomstige regering. Er wordt gesproken over het vervangen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken door een Ministerie van Veiligheid (het gerucht gaat dat Georges-Louis Bouchez de minister zal zijn – dat belooft…) en de terugkeer van het wetsvoorstel om collectieve acties gemakkelijker te bestraffen. Dat was een slecht idee van de vorige regering dat werd begraven na protesten.

Samen met de meer rechtse meerderheden in veel gemeenten, doet dit vrezen voor meer repressie en onderdrukking van solidariteitsacties met de Palestijnse massa’s. Elke bedreiging van ons recht om te betogen en om collectieve actie te voeren, moet beantwoord worden met mobilisatie en strijd. De beste manier om onze democratische rechten te doen respecteren, is door ze te gebruiken!

De kracht van zelforganisatie

De campusbezettingen toonden dat het mogelijk is om overwinningen te behalen. Een grote troef van het jongerenprotest was de sterke zelforganisatie en de ernst waarmee onder meer de banden met universiteiten en instanties in Israël werden onderzocht. Dit maakte belangrijke vooruitgang mogelijk, in het bijzonder op het vlak van transparantie en de opschorting van contracten met zowel universiteiten als private bedrijven die samenwerken met het koloniale project van het Israëlische regime.

Het enthousiasme van de studentenacties was een belangrijke stap vooruit voor heel de beweging. Het protest werd breder en concreter. Daarmee werd meteen de hypocrisie ontmaskerd van onderwijsinstellingen die zich kritisch en progressief voordoen, maar in de praktijk vooral gericht zijn op commerciële belangen. Ook dit academiejaar gaat het jongerenprotest door. Zo waren er al grote betogingen in verschillende studentensteden. Dit protest gaat niet liggen, de woede groeit integendeel verder aan.

We hebben stappen vooruitgezet, maar botsen met de beweging op grenzen. Om te winnen moeten we de oorlogsprofiteurs en de imperialistische staten raken waar het pijn doet: in hun portemonnee. Werkenden hebben een specifieke positie in het productiesysteem die hen in staat stelt de economie te blokkeren. Deze sleutelpositie biedt enorme mogelijkheden.

Eind september was er in Spanje een 24-urenstaking tegen de genocide, georganiseerd op oproep van meer dan 200 vakbonden en NGO’s. Dit ging gepaard met grote betogingen waaraan ook veel jongeren deelnamen. Het protest riep de Spaanse regering op om de diplomatieke, handels- en militaire betrekkingen met het Israëlische regime onmiddellijk te verbreken. De vakbonden kondigden aan dat ze verdere acties zouden organiseren aan bedrijven die militair materieel produceren en aan het ministerie van Buitenlandse Zaken in Madrid.

Op de betoging van 20 oktober waren er heel wat vakbondsmilitanten. Pro-Palestijnse betogers namen deel aan zowat alle belangrijke mobilisaties van de afgelopen maanden. Op betogingen tegen racisme en seksisme, op de Prides, maar ook op het protest tegen rechts bestuur in Gent, zijn Palestijnse vlaggen en symbolen aanwezig. Het besef groeit dat al die zaken met elkaar te maken hebben, dat het volledige systeem rot is en dat onze strijd tegen genocide en onderdrukking een strijd tegen het kapitalisme is. De werkende klasse in al haar diversiteit beschikt tegenover de horror van het kapitalisme en de macht van het imperialisme over het wapen van haar aantal. Zonder onze arbeid, ligt heel hun raderwerk, inclusief de oorlogsmachine, stil. Opbouwen om deze potentiële kracht te activeren, is dringend noodzakelijk.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist