Dossier. Stop de genocide in Gaza en het bloedvergieten in het Midden-Oosten

Al meer dan een jaar kijkt de wereld vol afschuw toe hoe de Gazastrook het slachtoffer is van een van de meest vernietigende en genadeloze bombardementen in de geschiedenis – een niet aflatende aanval van genocidale proporties. Maar de doods- en vernietigingsmachine van de Israëlische staat gaat niet alleen maar door; ze stort zich in nieuwe, onuitsprekelijke diepten en breidt haar regionale reikwijdte uit, waardoor het Midden-Oosten aan de rand komt te staan van wat de grootste regionale vuurzee in decennia zou kunnen worden.

Dossier door Serge Jordan

Gruwel zonder einde

Volgens het officiële dodental dat is vrijgegeven door het ministerie van Volksgezondheid van Gaza, heeft de genocide van Israël in Gaza in 12 maanden meer dan 43.000 Palestijnen gedood. Dit cijfer is echter een drastische onderschatting. Vele duizenden worden vermist en zijn niet terug te vinden in deze officiële statistieken. De vernietiging van gezondheidszorgfaciliteiten, communicatienetwerken en wegeninfrastructuur maakt het bijhouden van nauwkeurige gegevens onmogelijk. Dit aantal houdt ook geen rekening met het grote en groeiende aantal slachtoffers als gevolg van indirecte oorzaken zoals ziekte, ondervoeding en verhongering. Verschillende organisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie, mensenrechtengroeperingen en gezondheidswerkers die in Gaza hebben gewerkt, bevestigen dat het werkelijke dodental veel hoger is dan gerapporteerd. Een recente studie van het ‘Costs of War Project’ aan de Brown University schat het op ongeveer 114.000, wat neerkomt op ongeveer 5% van de bevolking van Gaza – wat zij karakteriseerden als een “echt solide, conservatief schatting van het minimum aantal doden” – terwijl schattingen van het wetenschappelijke tijdschrift ‘The Lancet’ het werkelijke dodental enkele maanden geleden al op meer dan 180.000 stelden.

Ondertussen heeft de bezette Westelijke Jordaanoever ook te maken met een golf van dodelijke Israëlische militaire aanvallen en aanvallen van kolonisten in het afgelopen jaar, resulterend in de opsluiting van bijna 12.000 Palestijnen en de dood van honderden – onder hen 36 kinderen gedood in luchtaanvallen en 129 die werden beschoten waarbij de meesten werden geraakt in het hoofd of bovenlichaam.

Hoe gruwelijk het ook is, het aantal doden is slechts een deel van de barbaarsheid die het Palestijnse volk wordt aangedaan. Een nieuw rapport over de sociaaleconomische gevolgen van de oorlog door de VN-ontwikkelingsorganisatie onthult dat de indicatoren voor menselijke ontwikkeling in de Gazastrook zijn ingestort tot een niveau dat sinds de jaren 1950 niet meer is voorgekomen en dat het 350 jaar (!) zou duren voordat de economie van Gaza weer op het niveau van voor 7 oktober 2023 zou zijn. Bijna de gehele bevolking van Gaza lijdt onder grote voedselonzekerheid, een half miljoen mensen dreigt te verhongeren. Tienduizenden hebben levensveranderende verwondingen opgelopen; Gaza is nu de thuisbasis van het grootste aantal kinderen met geamputeerde ledematen in de moderne geschiedenis, met elke dag gemiddeld 10 kinderen die één of beide benen verliezen.

De afgelopen drie weken is Noord-Gaza onderworpen aan een beleg van ontstellende wreedheid, terwijl ook de zuidelijke delen van de Gazastrook regelmatig gebombardeerd blijven worden. Het vormt een nieuw afschuwelijk niveau van een wrede uitroeiingsoorlog. De Palestijnse VN-gezant noemde het “een genocide binnen een genocide.” Israëlische troepen hebben sinds 1 oktober de toegang tot voedsel of hulp van welke aard dan ook in Noord-Gaza geblokkeerd en het gebied onderworpen aan meedogenloze luchtaanvallen en beschietingen. Het Israëlische leger heeft zijn grondoffensief – het derde in twaalf maanden – rond het vluchtelingenkamp Jabalia geïntensiveerd, waarbij honderden burgers zijn gedood en tienduizenden op de vlucht zijn geslagen. Ontheemde gezinnen die onderdak zochten in openbare gebouwen worden onder bedreiging van een vuurwapen naar buiten gedreven, waarna die gebouwen door Israëlische soldaten met de grond gelijk worden gemaakt of in brand worden gestoken. Gevluchte Palestijnen gaven ijzingwekkende verslagen van deze voortdurende campagne van moord, geplande uithongering en gedwongen verplaatsing: tientallen lichamen verspreid door de straten, bewijzen van standrechtelijke executies, gewonden die bloedend en stervend worden achtergelaten terwijl ambulances en reddingspogingen opzettelijk worden geblokkeerd en zelfs rechtstreeks worden aangevallen. Het Israëlische leger richt zich ook op wat er nog over is aan watervoorraden en waterleidingen, waardoor de resterende bevolking dichter bij de rand van honger en dorst komt. De humanitaire verantwoordelijke van de VN, Joyce Msuya, waarschuwde afgelopen zaterdag dat “de hele bevolking van Noord-Gaza dreigt te sterven onder de Israëlische belegering.” Dat was een dag na een grote Israëlische inval in Kamal Adwan, het laatste operationele ziekenhuis in het gebied.

Het hoofd van de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), Philippe Lazzarini, beschreef de situatie onlangs als volgt: “De geur van de dood is overal, omdat lichamen op de wegen of onder het puin liggen. Missies om de lichamen op te ruimen of humanitaire hulp te bieden worden geweigerd. In het noorden van Gaza wachten mensen gewoon om te sterven. Ze voelen zich verlaten, hopeloos en alleen. Ze leven van uur tot uur en vrezen elke seconde de dood.”  Ondanks deze ondraaglijke omstandigheden en de dreigende vernietiging, kunnen veel Palestijnen gewoonweg niet vertrekken. Of ze weigeren dat te doen, omdat ze weten dat als ze eenmaal vertrekken, ze nooit meer terug kunnen keren – een ervaring die in hun geschiedenis gegrift staat.

Deze Israëlische militaire strategie lijkt te zijn geïnspireerd door de kernprincipes van het zogenaamde “plan van de generaals”, een blauwdruk die in september werd vrijgegeven door een vereniging van Israëlische gepensioneerde officieren en reservisten, waarvan premier Netanyahu opmerkte dat het “zinvol is”. De belangrijkste doelstellingen van het plan zijn om Noord-Gaza militair te omsingelen, humanitaire hulp af te snijden en verhongering te gebruiken als pressiemiddel om een volledige evacuatie van het gebied af te dwingen. Elke Palestijn die achterblijft zou als Hamas-aanhanger worden bestempeld en worden behandeld als een legitiem doelwit om te doden. Het plan staat ook bekend als “Eiland’s Plan” en is vernoemd naar Giora Eiland, een gepensioneerd generaal-majoor en voormalig hoofd van Israëls Nationale Veiligheidsraad. Hij bedacht het raamwerk ervan en vatte zijn brute beweegredenen een jaar geleden al samen in een interview: “Gaza moet volledig worden vernietigd: verschrikkelijke chaos, ernstige humanitaire crisis, schreeuwen naar de hemel…”. Dit gaat gepaard met de plannen van de kolonistenbeweging en Israëlisch extreemrechts om Gaza te koloniseren, een plan dat openlijk werd besproken op een conferentie op 21 oktober, bijgewoond door leden van de Knesset en verschillende Likoed-leden en ministers, en beschermd door het leger en de politie.

De praktische haalbaarheid van een plan om ongeveer 400.000 mensen te onderwerpen aan het gruwelijke ultimatum om te “vertrekken of te sterven” is echter een heel andere zaak. Naast de onverzettelijke gehechtheid van de Palestijnen aan hun grondgebied, is het nog maar de vraag hoe lang de Israëlische bezettingstroepen hun greep op Noord-Gaza kunnen behouden zonder een toename van het aantal slachtoffers door Hamas en andere gewapende Palestijnse groepen die in het gebied actief blijven. Het Israëlische leger botst ook op toenemende militaire, logistieke en menselijke beperkingen bij het volhouden van de operaties in Gaza, gezien de gelijktijdige eisen van de steeds intensievere oorlog met Libanon – waarvoor aanzienlijke troepeninzet nodig is – en de mogelijkheid van een verdere escalatie.

Aanval breidt zich uit in Libanon

Ondanks publieke beweringen van het tegendeel heeft de regering van Netanyahu meer dan een jaar na de oorlog nog steeds geen van haar verklaarde doelen in Gaza bereikt. Zo werden bijvoorbeeld minder dan 7% van de bevrijde Israëlische gijzelaars met militair geweld teruggehaald. De triomfantelijke vieringen door het Israëlische establishment van de moord op Hamasleiders Ismail Haniyeh en meer recent Yahya Sinwar kunnen de realiteit niet verdoezelen dat Hamas verre van ‘uitgeschakeld’ is, zelfs indien het aanzienlijke verliezen leed qua manschappen en materieel. De bewering van de Israëlische minister van Defensie Yoav Galant dat Hamas ontmanteld is als strijdmacht in Gaza – vorige week nog herhaald door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken – strookt niet met de feiten. Naast het feit dat dit verhaal duidelijk in tegenspraak is met de Israëlische staatspropaganda die Hamas de schuld blijft geven van vrijwel alle Palestijnse burgers die zijn afgeslacht door de bommen van de IDF, behoudt de groep objectief gezien het vermogen en de bereidheid om te vechten. In een context die vrijwel verstoken is van linkse verzetsgroepen, zal de spiraal van wreedheden van het Israëlische regime Hamas waarschijnlijk ook helpen om nieuwe militanten te vinden onder een nieuwe generatie Palestijnen. Een peiling begin september van het Palestijnse Centrum voor Beleids- en Enquêteonderzoek toonde aan dat de steun voor Hamas weliswaar licht is gedaald, maar nog steeds veel hoger is dan de steun voor andere Palestijnse organisaties in zowel Gaza als de bezette Westelijke Jordaanoever.

Geconfronteerd met een strategische impasse stond Netanyahu onder druk van de meest extremistische, ultranationalistische groepen binnen zijn eigen kabinet om de oorlog verder te laten escaleren. Hij was ook wanhopig op zoek naar een manier om zijn eigen politieke kwetsbaarheden en de toenemende binnenlandse kritiek op zijn oorlogsvoering te verbergen. Deze culmineerden begin september in historische protesten in heel Israël en een kortstondige algemene staking die werd uitgeroepen door de vakbondsfederatie Histadroet, die toegaf aan de massale druk van onderaf – waaraan werkenden met een Joodse, Arabische en andere achtergrond deelnamen – en die een “deal nu” eiste.

Aangemoedigd door de bovenstaande factoren en een kans voelend in de duidelijke zwakte van de huidige regering Biden, koos Netanyahu voor een roekeloze vlucht vooruit door een grootschalig offensief in Libanon te starten. De dodelijke ontploffingen via elektronische apparatuur, een duidelijk geval van staatsterrorisme, dienden slechts als opmaat voor ‘Pijlen van het Noorden’, een breder, bruut Israëlisch militair lucht- en grondoffensief op Libanon. De beweringen van het Israëlische regime dat deze nieuwe aanval alleen tegen Hezbollah is gericht, zijn aantoonbaar onjuist. Het heeft lukraak ziekenhuizen, woonwijken, grensovergangen, Rode Kruis- en burgerbeschermingsteams, boeren, herders, journalisten en zelfs VN-‘vredestroepen’ aangevallen. Kritieke infrastructuur – water, elektriciteit, communicatie – is doelbewust aangevallen, net als overheidsgebouwen, culturele monumenten en historische plaatsen. Het offensief heeft tot nu toe al meer dan 2.600 mensen het leven gekost en ongeveer 1,2 miljoen mensen ontheemd, waardoor meer dan één op de vijf Libanezen uit hun huizen is verdreven.

Voor een deel lijkt de aanval van het Israëlische leger in Libanon te zijn gebaseerd op het idee om de sociale basis van Hezbollah te terroriseren en te ondermijnen. Het aanwakkeren van sektarische vlammen onder de Libanese bevolking zou wel eens een bedoeld onderdeel van deze strategie kunnen zijn, nu de overwegend sjiitische Libanezen gedwongen worden om vanuit het zuiden te vluchten naar overwegend soennitische, druzische en christelijke gebieden. Half oktober bijvoorbeeld trof het Israëlische leger het kleine noordelijke dorp Aito in het christelijke hart van het land, ver van de belangrijkste invloedssferen van Hezbollah in het zuiden en oosten van Libanon, maar waar binnenlandse ontheemden uit gebieden waar voornamelijk sjiieten wonen, werden opgevangen. Bij de bomaanslag kwamen 22 mensen om het leven.

De moord op de vooraanstaande Hezbollah-leider Hassan Nasrallah eind september en de eliminatie van de meeste militaire topcommandanten van de organisatie hebben Hezbollah ongetwijfeld een klap toegebracht. Deze acties hebben, naast de “beepers en walkietalkies-aanvallen”, ook ernstige veiligheidslekken binnen de structuur van de groep aan het licht gebracht. Politiek gezien zorgden ze voor ‘prestige’ voor Netanyahu, waardoor hij zijn binnenlandse positie tijdelijk kon verbeteren. Zijn Likoed-partij klom na een dieptepunt terug naar de leiding in de opiniepeilingen.

Er zijn echter al grenzen aan deze trend zichtbaar. Recente peilingen tonen ook aan dat een meerderheid van de bevolking in Israël vervroegde verkiezingen wil – en dat Netanyahu’s coalitie niet in staat zou zijn om een regering te vormen na hypothetische verkiezingen, waarbij een van de twee extreemrechtse coalitiepartners al zijn zetels dreigt te verliezen. Op het slagveld blijft Hezbollah bovendien een geduchte tegenstander. Vergeleken met de oorlog in 2006 heeft de organisatie haar gevechtscapaciteiten drastisch verbeterd, grotendeels door de jarenlange ervaring in het vechten aan de zijde van de reactionaire strijdkrachten van het regime van Assad in Syrië. Hezbollah beschikt over een enorm arsenaal aan precisieraketten. Hoewel delen van dat arsenaal tijdens recente Israëlische luchtaanvallen zijn geraakt, kan Hezbollah nog steeds bijna elk doel in Israël raken – zoals onlangs werd onderstreept met een droneaanval op Netanyahu’s eigen luxueuze privévilla in de kustplaats Caesarea. Bovendien kan de groep putten uit tienduizenden strijders die gehard zijn door langdurige oorlogsvoering. Hoewel mediaberichten verschillen over het precieze aantal Israëlische militaire slachtoffers in Libanon, is men het er in grote lijnen over eens dat de verliezen van de afgelopen dagen de zwaarste zijn die Hezbollah tot nu toe heeft geleden. Hezbollah levert een felle strijd op de grond, terwijl raketten over de grens worden afgevuurd, waarbij in sommige gevallen burgerslachtoffers vallen. Het idee dat aanvankelijk verspreid werd door het Israëlische leger van een “gerichte en beperkte operatie” kan gemakkelijk ontaarden in het tegenovergestelde.

Elk idee dat Israël dit nieuwe front ten koste van de Libanese bevolking heeft geopend om blijvende ‘veiligheid’ en ‘vrede’ voor de eigen bevolking te garanderen, is een waanidee dat snel wordt doorprikt door de realiteit. We hebben het daarbij nog niet eens over de last van de stijgende militaire uitgaven op de Israëlische economie, waardoor deze volgens de krant The Hindu gedwongen wordt tot “moeilijke keuzes tussen sociale programma’s en het leger.” Dit zal de sociale spanningen verergeren en de tegenstellingen binnen de Israëlische samenleving verdiepen.

Israëlisch leger bombardeert Iran

Tragisch genoeg kan het volledige destructieve potentieel van dit conflict zich nog verder ontvouwen. De dynamiek die nu in gang is gezet bevat het risico van een veel grotere escalatie. Wat het Israëlische regime met de Abraham-akkoorden wilde bereiken, maar wat niet lukte, wil het nu met een campagne van dood en verwoestingen bekomen. Het gaat om een verschuiving van de regionale krachtsverhoudingen tegenover Iran en door Iran gesteunde groeperingen, naast het op een zijspoor zetten van de Palestijnse kwestie en de normalisering en versterking van het bezettingsregime. Deze logica leidt Netanyahu’s regering op de weg naar een confrontatie met Teheran.

Terwijl de genocidale regering in Tel Aviv haar provocaties overal heeft opgevoerd – ze heeft Jemen, Syrië, Libanon en Gaza gebombardeerd, allemaal binnen ongeveer 24 uur in september – heeft het Iraanse regime geprobeerd een strategie van ‘gecontroleerde’ en ‘berekende’ escalatie te handhaven, waarbij het een dunne lijn bewandelt tussen het zich opwerpen als een belangrijke factor in de “as van verzet” tegen het Israëlische regime, terwijl het bewust acties vermijdt die een grootschalige oorlog uitlokken. Deze voorzichtigheid komt niet voort uit kracht, maar uit angst voor de politieke, sociale, economische en militaire gevolgen die een dergelijk scenario met zich mee zou brengen, vooral omdat het land de afgelopen jaren periodieke uitbarstingen van massale interne onvrede kende. Toch werd de lancering van 200 raketten door Iran in de richting van Israël in de nasleep van de moord op Nasrallah, waarbij één burger om het leven kwam (een Palestijnse man in de stad Jericho op de Westelijke Jordaanoever), onmiddellijk door Israëlische functionarissen aangegrepen als voorwendsel om te dreigen met vergeldingsmaatregelen. In de nasleep stuurde het Pentagon zijn meest geavanceerde raketafweersysteem naar Israël, vergezeld van ongeveer 100 man personeel om het te bedienen. Dit was de eerste formele inzet van Amerikaanse ‘boots on the ground’ sinds het begin van de genocide in Gaza en een “operationeel voorbeeld van de onwrikbare steun van de Verenigde Staten aan de verdediging van Israël,” aldus de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd J Austin.

De Israëlische aanval van 26 oktober, die gebeurde in samenwerking met de VS, werd voorgesteld als een defensieve maatregel. Het was in de praktijk een escalatie. De aanval was gericht op Iraanse raket- en dronefabrieken en op luchtafweer. Hoewel nucleaire en oliefaciliteiten – waartegen de regering Biden openlijk bezwaar maakte – gespaard bleven, blijft het onzeker of er nog meer aanvallen volgen. Zelfs op zichzelf draagt deze eerste openlijk erkende Israëlische militaire aanval op Iran het gevaarlijke potentieel in zich om een bredere kettingreactie te ontketenen.

Imperialistische hypocrisie

De schuchtere pogingen van het Witte Huis om een algeheel conflict met Iran te voorkomen door te pleiten voor relatief ‘beperkte’ luchtaanvallen, in combinatie met de hernieuwde nadruk op de noodzaak van een staakt-het-vuren in de nasleep van de moord op Yahya Sinwar, verbergen slecht de cruciale rol van het Amerikaanse imperialisme in de aanloop naar deze ontvlambare situatie en in het materieel, politiek en diplomatiek mogelijk maken van de genocide in Gaza. Nieuwe gegevens van Al Jazeera’s waarnemingsbureau Sanad onthullen de duizelingwekkende omvang van de Amerikaanse en Britse betrokkenheid bij de militaire operaties van Israël tussen oktober 2023 en oktober 2024. Het documenteert niet minder dan 6.000 militaire vluchten boven de regio – een gemiddelde van 16 per dag – waaronder 1.200 vrachtvluchten die wapens leveren aan Israël, samen met verkenningsmissies, bijtanken in de lucht en andere ondersteuning.

Desalniettemin verraden de vermeende ‘beperkingen’ van de regering Biden met betrekking tot de Israëlische aanval op Iran, haar reactie op de dood van Sinwar om een hernieuwd pleidooi te houden voor een staakt-het-vuren en de grotendeels inconsequente dreigementen om de militaire hulp te bevriezen als het Israëlische regime de beperkingen op humanitaire hulp aan Gaza niet binnen 30 dagen zou opheffen, allemaal echte bezorgdheid in leidende Amerikaanse kringen. Deze halfslachtige pogingen om Netanyahu’s meest extreme oorlogsmanoeuvres te beteugelen, zijn niet ingegeven door morele overwegingen, maar door de massale publieke verontwaardiging over de acties van het Israëlische regime, cynische electorale berekeningen (een recente peiling toonde aan dat Arabische VS-Amerikanen een lichte voorkeur hebben voor Trump boven Harris) en door het schrikbeeld van een veel grotere destabilisatie van de regio. Washington is zeker op zijn hoede om verstrikt te raken in een grootschalige oorlog met Iran, omdat het anti-Amerikaanse sentimenten verder zou aanwakkeren en een ravage kan  aanrichten op de oliemarkten en de wereldeconomie in het algemeen. Het Amerikaanse politieke establishment – zowel Democraten als Republikeinen – is druk bezig met de intensivering van de strategische rivaliteit met China en wil liever zijn voetafdruk in het Midden-Oosten verkleinen dan deze verder uit te breiden. Maar, paradoxaal genoeg, als zo’n conflict zou uitbreken, zou het Amerikaanse imperialisme waarschijnlijk overschakelen op een reactieve modus, gedwongen om zijn steun aan het Israëlische regime op te voeren uit angst dat elk vertoon van zwakte regionale en mondiale rivalen zou versterken. In de context van de ‘Nieuwe Koude Oorlog’ (d.w.z. de strijd om de wereldhegemonie tussen de twee belangrijkste supermachten, de VS en China) zou de president die het Witte Huis bezet inderdaad objectief gezien voorstander zijn van een verzwakking van Iran en de imperialistische machten die ermee verbonden zijn, China en Rusland.

In elk geval duiden de huidige uitlatingen van de Amerikaanse regering niet op een betekenisvolle verschuiving in het Amerikaanse beleid. De steun van Washington voor Israël blijft diep geworteld in geostrategische imperatieven, die niet kunnen worden veranderd door retoriek alleen. Alleen grootschalige bewegingen van onderaf, waaronder belangrijke ontwikkelingen in de klassenstrijd, kunnen de massale druk uitoefenen die nodig is om deze alliantie te verstoren.

Terwijl Biden af en toe zegt dat er te veel burgerslachtoffers vallen, blijft hij Israël tot de tanden bewapenen. Op dezelfde manier beweert de Britse premier Keir Starmer dat “de wereld geen excuses van Israël meer zal tolereren” – dezelfde Starmer die ooit het recht van Israël verdedigde om het water en de elektriciteit van Gaza af te sluiten. De Canadese premier Justin Trudeau haalt hard uit naar het Indische regime van Narendra Modi voor zijn buitengerechtelijke executies op vreemd grondgebied, maar zwijgt medeplichtig wanneer Israël soortgelijke acties uitvoert in Gaza, Libanon of Iran. Modi van zijn kant spreekt van “vredesdiplomatie” terwijl hij Netanyahu’s regering steunt door middel van wapendeals waarbij Indische bedrijven betrokken zijn, het sturen van Indiase werknemers naar Israël vergemakkelijkt en zich onthoudt bij de stemming over VN-resoluties die oproepen tot een staakt-het-vuren of die Israëls bezetting en oorlogsmisdaden veroordelen. De Turkse president Erdoğan mag dan wel tekeergaan tegen de Israëlische bombardementen, maar in dezelfde week geeft hij opdracht tot meer dan 40 luchtaanvallen op Noord- en Oost-Syrië waarbij tientallen burgers om het leven komen. Wat Macron betreft, een voormalige Franse ambtenaar die in Politico wordt geciteerd, beschrijft zijn aarzelende aanpak: “Als hij met opkomende landen praat, is hij pro-Palestijns; en als hij met Netanyahu praat, heeft hij het alleen maar over de veiligheid van Israël.” Zijn recente verschuiving naar een feller geformuleerde retoriek tegen sommige van Netanyahu’s beleidslijnen lijkt samen te vallen met de invasie van Israël in Libanon, een land dat het Franse imperialisme blijft beschouwen als een deel van zijn achtertuin.

Deze schaamteloze hypocrisie legt het morele bankroet van alle kapitalistische wereldleiders bloot. Hun selectieve verontwaardiging onthult dat veroordelingen van geweld niet meer zijn dan een voorwendsel om de slachting voort te zetten. Een einde aan deze slachting zal niet er niet komen op initiatief van de machthebbers, maar door wijdverspreid en georganiseerd verzet op internationale schaal, dat een breuk forceert in het systeem dat deze misdaden mogelijk maakt en faciliteert.

Stop de genocide, stop de doodsmachine van de Israëlische staat – Bestrijd het hele systeem door massale actie

Het Palestijnse volk en alle werkenden en onderdrukten die in Libanon en de wijdere regio leven, hebben onze standvastige solidariteit nodig. We roepen op tot de onmiddellijke stopzetting van de bloedige ravage van het Israëlische regime in de regio en tot de totale terugtrekking van de bezettingstroepen uit Libanon, Gaza en de bezette Westelijke Jordaanoever. De VS en de meeste Westerse leiders pleiten voor een staakt-het-vuren met de vrijlating van de Israëlische gijzelaars die nog steeds in Gaza worden vastgehouden. Toch blijven ze niet alleen onverschillig voor het lot van de duizenden Palestijnse gevangenen die wegkwijnen in Israëlische gevangenissen; ze hebben hun steun toegezegd aan Netanyahu’s oorlogskabinet dat methodisch elke kans op een staakt-het-vuren saboteert terwijl het de benarde situatie van de gijzelaars schaamteloos uitbuit om zijn bloedige agenda op te voeren. Recent werd Netanyahu op een herdenkingsbijeenkomst van de slachtoffers van 7 oktober in Jeruzalem onderbroken door nabestaanden van gijzelaars. Dat is een duidelijk teken van de groeiende publieke verontwaardiging over deze cynische manoeuvres.

Het is duidelijk dat er geen echt en duurzaam staakt-het-vuren kan plaatsvinden onder omstandigheden van belegering en militaire bezetting. Wij verdedigen het onvervreemdbare recht van de massa’s in Libanon en in de bezette Palestijnse gebieden om zich te verzetten tegen de voortdurende militaire agressie van Israël, ook met wapens. De beste manier om dit te bereiken is een gewapend verzet dat steunt op massabasis en gebonden is aan de democratische controle van de bevolking, dat werkenden en onderdrukte mensen van de verschillende religieuze achtergronden en nationale gemeenschappen probeert te verenigen en dat de eisen voor nationale bevrijding koppelt aan eisen voor radicale economische en sociale transformatie.

Het verzet tegen deze genocide moet zijn fundamentele wortels aanpakken. Dit betekent een compromisloze politieke strijd, niet alleen tegen het kolonialisme en racisme van de Israëlische staat, maar ook tegen het kapitalistische en imperialistische systeem dat deze in stand houdt. Deze strijd moet hand in hand gaan met de opbouw van onafhankelijke socialistische organisaties die in staat zijn om de werkende klasse en alle onderdrukten rond een dergelijke agenda te organiseren. Het moet een koers uitzetten die wegvoert van de capitulaties van corrupte pro-kapitalistische partijen zoals Fatah, maar ook van rechtse islamistische krachten zoals Hamas en Hezbollah. Hoewel deze krachten in de huidige omstandigheden aanzienlijke steun genieten, moeten socialisten de onderliggende oorzaken van nationale onderdrukking aanpakken zonder toe te geven aan reactionaire politieke methoden die uiteindelijk dienen om de bestaande machtsverhoudingen te verankeren. Er kan geen bevrijding zijn voor sommigen zonder bevrijding voor allen. Om succesvol te zijn moet de strijd anti-sektarisch, internationalistisch, feministisch, anti-imperialistisch, antikapitalistisch zijn en prioriteit geven aan massale democratische betrokkenheid – allemaal kwaliteiten die deze organisaties missen. Bovendien versterken hun willekeurige aanvallen op Israëlische burgers en hun samenwerking met het despotische Iraanse regime – hetzelfde regime dat de beweging ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ repressief neersloeg – de met bloed doordrenkte propaganda van Netanyahu en zijn bende die terreur zaaien over Gaza en Libanon.

Onze strijd moet niet alleen gericht zijn tegen de militaire aanval van de Israëlische staat, maar ook tegen al zijn wereldwijde helpers, tegen alle imperialistische machten wier gevestigde belangen integraal deel uitmaken van het bloedvergieten dat het Midden-Oosten nu overspoelt, en tegen alle autoritaire en onderdrukkende regimes in de regio – waaronder Iran en Turkije – die meer geven om hun eigen rijkdom en politieke overleving dan om het lot van de Palestijnen.

De effectieve medeplichtigheid van de Arabische regimes in het toestaan van de barbaarse Israëlische acties in Gaza en hun bestendiging van staatsgeweld in eigen land, kunnen een krachtige mix voeden met het potentieel om nieuwe opstanden in de hele regio te ontketenen. In oktober verhoogde het Egyptische regime van al-Sissi voor de derde keer dit jaar de brandstofprijzen als onderdeel van bredere ‘structurele hervormingen’ die op aandringen van het IMF werden opgelegd – nadat in juni de broodsubsidies waren verlaagd. Dit beleid maakt de woede onder een bevolking die al lijdt onder ernstige economische problemen alleen maar groter, terwijl de regering de facto de wurggreep van het Palestijnse volk faciliteert. “De tweede Arabische Lente komt eraan, zonder twijfel, alle drijfveren zijn er nog steeds: armoede, corruptie, werkloosheid, politieke blokkade en tirannie,” zegt Oraib Al Rantawi, directeur van het in Amman gevestigde Al-Quds Center for Political Studies. Hoewel de straten van het Midden-Oosten en Noord-Afrika momenteel overheerst lijken te worden door gevoelens van demoralisatie en hulpeloosheid, blijven de afschuwelijke gebeurtenissen in Gaza en Libanon fungeren als een katalysator voor een moleculaire maar gestage opeenhoping van massale woede en radicalisering – een woede die op de meest explosieve manier tot uitbarsting kan komen en, indien effectief georganiseerd, een krachtige hefboom kan worden om de doodsmachine van het Israëlische regime en zijn imperialistische aanhangers een halt toe te roepen.

Ondertussen kwamen er wereldwijd miljoenen mensen in opstand met betogingen, boycots, stakingen en bezettingen. Deze beweging kent ups en downs en een wisselende intensiteit. Acties van studenten en werkenden – soms ondersteund door hun vakbonden, waaronder stakingsacties zoals van de United Automobile Workers (UAW) in de VS – roepen universiteiten op om alle banden met de Israëlische staat te verbreken. Deze acties hebben de leugens van de heersende klasse – die over het algemeen reageerde met repressie door de politie – verder blootgelegd en de kwestie van democratische controle door studenten en werkenden over het beheer en het gebruik van de financiën van hun universiteiten populair gemaakt.

Alleen al in Londen gingen 300.000 mensen de straat op na de invasie van Libanon. Eind september was er in Spanje een 24-urenstaking “tegen de genocide en de bezetting in Palestina” georganiseerd door meer dan 200 vakbonden en NGO’s, die gepaard ging met massale betogingen. Dit is de weg voorwaarts: om de meest tastbare resultaten te bereiken, moeten we de oorlogsprofiteurs en imperialistische staten in hun hart treffen, hun winsten raken en de oorspronkelijke oproep van Palestijnse vakbonden aan de wereldwijde arbeidersbeweging om solidariteit tegen de genocide in Gaza – en nu de aanval op Libanon en verdere regionale escalatie – nieuw leven inblazen.

Van de Griekse havenarbeiders die onlangs wapentransporten naar Israël blokkeerden, tot werknemers van Google en Microsoft die protesteerden tegen het partnerschap van hun bedrijf met de Israëlische regering en het Israëlische leger, tot ziekenhuispersoneel in Parijs dat protesteerde uit solidariteit met collega’s die geblokkeerd worden in Gaza, Franse ‘Stop Arming Israel’-activisten die flyeren aan Franse wapenfabrieken die de Israëlische genocide steunen om banden te creëren met de werknemers van die bedrijven, tot de publieke oproepen van de Franse vakbonden CGT STMicroelectronics en CGT Thales aan hun respectieve bedrijven om geen zaken meer te doen met Israël. Deze talrijke solidariteitsacties van de werkende klasse moeten overal waar mogelijk worden versterkt, vooral in strategische sectoren die centraal staan in de werking van de Israëlische oorlogsmachine. Hoe inspirerend deze acties ook zijn, er kan en moet nog veel meer gedaan worden door vakbonden en arbeidersorganisaties wereldwijd om hun leden actief te mobiliseren, de medeplichtigheid van hun regeringen aan de voortdurende gruweldaden bloot te leggen en de volledige macht van de werkende klasse te ontketenen door middel van stoutmoedige en gecoördineerde massa-acties.

Deze strijd moet zich ook uitstrekken tot werkenden en jongeren binnen de Israëlische staat en hen aansporen om hun macht te gebruiken en hun arbeid als hefboom te gebruiken om de oorlogsmachine te stoppen en het hoofd te bieden aan wat objectief gezien – ook al wordt dat nog niet bewust erkend – een gemeenschappelijke vijand is. We verwelkomen en zijn volledig solidair met al diegenen binnen de Groene Lijn die moedige stappen nemen om zich te verzetten tegen het regime van Netanyahu en tegen het hele spectrum van politieke krachten die deze uitroeiingsoorlog tegen de Palestijnen steunen.

Dit proces wordt ontegensprekelijk bemoeilijkt door grote tegenstrijdigheden. De korte algemene staking van 2 september vond bijvoorbeeld niet plaats vanwege maar ondanks de leiding van de Histadroet, waarvan de rechts-nationalistische voorzitter Bar-David in december 2023 op walgelijke wijze een granaat ondertekende die zou worden gebruikt om de Gazastrook te bombarderen met het opschrift: “Het volk van Israël leeft. Groeten van de Histadroet en de arbeiders in Israël.” De staking werd ook gesteund door delen van de Israëlische kapitalistische klasse, voor hun eigen belangen. De “Deal now”-beweging weerspiegelde een diep tegenstrijdig bewustzijn en haar steun werd aanzienlijk ondermijnd door de aanval op Libanon. Ondanks deze uitdagingen hebben zowel de staking als de “Deal now”-protesten een glimp laten zien van de rol die de Israëlische werkende klasse binnen de Groene Lijn zou kunnen spelen in de strijd tegen de genocide in Gaza, de oorlog tegen Libanon, het geweld van kolonisten en militairen op de bezette Westelijke Jordaanoever en de politiek van het Israëlische regime in het algemeen. Het is een essentiële taak van socialisten om dit proces actief te bevorderen en om de misleidende retoriek van veiligheid en zelfverdediging te ontmaskeren. De Israëlische heersende klasse gebruikt die retoriek om een agenda te verhullen die alleen maar leidt tot meer onveiligheid, besparingen en bloedvergieten voor alle betrokkenen.

Uiteindelijk is de strijd voor Palestijnse bevrijding onlosmakelijk verbonden met de bredere wereldwijde strijd tegen het kapitalisme – een systeem dat wordt aangedreven door private winst en dat oorlogen, ecologische verwoesting en obscene ongelijkheid voortbrengt. Onder dit systeem worden de meest geavanceerde technologieën van de mensheid niet ingezet om het leven te verheffen, maar om het op genocidale schaal te vernietigen, terwijl de meest geavanceerde apparaten het live-streamen van de meest primitieve en ontmenselijkende gewelddaden voor miljoenen mensen mogelijk maken. De urgentie van revolutionaire transformatie is nog nooit zo duidelijk geweest. De omverwerping van dit destructieve systeem is essentieel om de immense rijkdom en hulpbronnen van de samenleving met de gemeenschap zelf in handen te nemen, inclusief de middelen die nu naar de massale slachting en verwoesting van Gaza gaan. Alleen door middel van een socialistisch programma dat streeft naar collectieve eigendom en controle en dat de rechten van alle nationale en religieuze gemeenschappen op basis van volledige gelijkheid en zelfbeschikking verdedigt, kunnen we de basis leggen voor een toekomst waarin vrede, veiligheid en welvaart voor alle mensen gegarandeerd zijn.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist